De fruitbomen in de kersenbongerd van Fort bij Rijnauwen staan er akelig doods bij, niet meer dan kale knoestige stammen. Ze vormen een contrast met de zomerse weelde van het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Holland Opera kiest deze locatie voor de nieuwe opera Kersentuin, vrij naar het toneelstuk De kersentuin (1904) van Anton Tsjechov. (meer…)
Door de Werkspoorkathedraal dwalen zeven vrouwen in witte jurken. Wie het sprookje Blauwbaard kent, begrijpt hun treurige lot: ze zijn de verdwenen echtgenoten van de mysterieuze, machtige Bluebeard. Holland Opera en DOX bewerkten deze duistere sage in regie van Joke Hoolboom tot een spektakelopera.
Niek Idelenburg speelt heer Bluebeard als een berekenende manipulator: hij verleidt de jonge danseres Judith met zoete beloftes en liefdevolle blikken tot een huwelijk, maar verlaat haar op de huwelijksnacht voor een zakenreis. Hij geeft haar direct de sleutels van zijn huis, als teken van vertrouwen, met als belangrijkste een klein sleuteltje aan een ketting om haar nek. Juist de deur waar die sleutel op past, mag ze van hem onder geen beding openen. Het laat Judith in verwarring en nieuwsgierigheid achter, tot gemakkelijke prooi gemaakt.
De setting van een repetitieruimte en een paar regels tekst aan het begin van de voorstelling wijzen erop dat Bluebeard in deze versie een artiest is. Zijn slachtoffers zijn de danseressen uit zijn ensemble. Dit geeft Bluebeard een pijnlijk actueel laagje, dat helaas niet heel duidelijk uit de verf komt.
Met haar vuurrood geverfde haar, geknipt in een mat, ziet Judith er moderner uit dan de klassieke sprookjesprinses. Toch lijkt haar personage nog veel op de eendimensionale vrouwen uit eeuwenoude sprookjes: ze is naïef, stelt zich meegaand en onderdanig op naar de oudere Bluebeard en is als vrouw des huizes ondergeschikt aan hem.
Soms laat het libretto van Hoolboom een glimp ware liefde tussen Judith en Bluebeard doorschemeren. Beiden zingen ze over een aantrekkingskracht die ze ondanks alles toch voelen. Toch is het de vraag hoe oprecht deze liefde is: Bluebeard lijkt zich vooral tot Judith aangetrokken te voelen omdat zij – in tegenstelling tot zijn vorige vrouwen – geen vragen stelt. Judith lijkt een haastig huwelijk niet te durven weigeren omdat hij boos wordt.
Binnen één gesprek verliefd
Het tijdsverloop van het sprookje helpt daarin niet mee: Judith is binnen één gesprek verliefd en een huwelijk volgt daar direct op. Het is moeilijk te geloven dat deze twee figuren oprechte liefde voor elkaar voelen, waardoor beide personages wat oppervlakkig blijven.
Chiel Meijering componeerde een opera waarin muziekgenres steeds naadloos in elkaar grijpen en samen een krachtig geheel vormen: donkere baslijnen mengen zich met schelle violen, scheurende gitaren ondersteunen klassieke aria’s. Elisabeth Hetherington heeft als Judith een prachtig heldere sopraanstem, haar zus Anna (Roza Herwig) schakelt moeiteloos tussen rock en klassiek.
Visueel is Bluebeard net zo indrukwekkend als muzikaal. Een metershoge steigerstellage met tientallen deuren vult de Werkspoorkathedraal. Het imposante decor draait en rookt, en zo zijn er meer spectaculaire elementen. De zeven danseressen van DOX dwalen als geesten door het huis, in de onheilspellende choreografie van Melvin Fraenk. Gekleed in hetzelfde maagdelijk wit met rode elementen als Judith laten ze zien dat zij haar allemaal zijn voorgegaan.
Hun constante aanwezigheid zorgt voor een grimmige sfeer die je de hele voorstelling vasthoudt. Het contrast van de horrorelementen met de rock ’n roll en de komische roadies van Bluebeard, die met hun zonnebrillen en zwarte pakken iets weg hebben van de Blues Brothers, zorgt ervoor dat Bluebeard gedurende de anderhalf uur blijft vermaken.
Foto’s: Ben van Duin