Schoenen uit. Spullen in een locker. Dan een minitentje in. Daar wacht een man in een eenvoudig jurkje. Hij leest met zachte stem een sensueel liefdesgedicht voor. Je krijgt een koptelefoon aangereikt. ‘U wordt strakjes aangeraakt. Bent u daar ok mee?’ ‘Nou ja, doe maar. Ik ben hier nou toch.’ (meer…)
‘Ik heb nog steeds sjans’, zegt een 87-jarige vrouw in Bloos van Marte Boneschansker: onlangs werd ze nog zo ongeveer aangerand door een bevriende weduwnaar. Deze anonieme vrouw vertelt zonder terughoudendheid over haar lichaam, haar intimiteit en haar seksleven met haar nogal hitsige echtgenoot, die inmiddels is overleden. We horen haar ontroerend eerlijke verhaal via een koptelefoon, terwijl we op onze rug liggen onder de blote hemel.
Marte Boneschansker maakt kleine, intieme en vooral bijzondere voorstellingen. Voor Bloos vroeg ze negen vrouwen van jong tot oud het hemd van het lijf over hun lichaam, hun gevoelens over en ervaringen met seksualiteit. Blijkbaar waren de vrouwen tijdens die gesprekken zó op hun gemak dat ze honderduit vertellen; hooguit is hun woordgebruik hier en daar omslachtig of eufemistisch. De opnames van die gesprekken vormen de kern van Bloos.
De vrouw van 87 komt uit een gezin met drie oudere broers en een moeder die nooit knuffelde. Achteraf bekeken vindt ze dat ze als kind een hoop tekort is gekomen dat ze nu, als moeder en oma, inhaalt. Seks heeft ze altijd doodnormaal gevonden, maar ook een hoop gedoe aan je lijf.
Een Caribische vrouw van in de zestig noemt zichzelf op de opname preuts, terwijl ze toch uitgebreid vertelt over zowel haar seksuele ervaringen als jong kind, als over haar uiteindelijke zoektocht naar waar haar seksuele voorkeur ligt. Zo zijn er in totaal negen persoonlijke geschiedenissen te beluisteren, maar je krijgt er als bezoeker slechts één. Alle verhalen worden omlijst door speciaal voor deze voorstelling gecomponeerde klarinetmuziek (Matthìas Sigurðsson).
Bezoekers gaan bij Boneschansker niet op in de massa, maar worden als individu benaderd. Bij Bloos, in première tijdens het Over het IJ Festival, bestaat die benadering uit negen ‘bedjes’, veldbed-achtige ligplekken die tussen stalen constructies zijn gespannen. In elk bedje ligt één mens, voorzien van een koptelefoon waaruit voor die ene toeschouwer een van de negen opgenomen persoonlijke verhalen klinkt. Gelegen op het bedje wordt de toeschouwer teder met dekens toegedekt door Boneschansker en haar medewerkers. Je kunt je ogen sluiten en zo luisteren, je kunt ook ondertussen kijken naar de donker wordende avondlucht, waarin zwaluwen rondcirkelen.
Je overleveren aan de vertelling en wat er met je lichaam gebeurt, is een vereiste. Boneschansker voegt aan het luisteren naar andermans intimiteit namelijk ook nog extra fysieke ervaringen toe. Welke, dat is een verrassing.
Jammer is dat de speelvloer van Bloos op het Over het IJ Festival echt midden in het festivalhart ligt. Daardoor sjouwt er onwillekeurig voortdurend een stoet nieuwsgierig glurende festivalbezoekers langs het veldbed waarop je naar een intiem verhaal ligt te luisteren. Alsof er mensen door je slaapkamer banjeren. Deze kwetsbare, intieme voorstelling heeft baat bij een rustige, serene omgeving, en die heeft een rumoerige feestplek als het Over het IJ Festival niet te bieden. Hopelijk krijgt Boneschansker op volgende festivalterreinen een iets rustiger stek toegewezen.
Foto: Moon Saris