Eén ding staat meteen vast als je de theatertent betreedt: het gaat hier verschrikkelijk gezellig worden. De toneelspelers van De Theatertroep zetten vanaf de inloop de toon, door het publiek op passief-agressieve, dwingende wijze bij dit buurtfeest te betrekken: dansen zullen we, verdomme, en leuk zal het worden. (meer…)
Nederland verloedert, maar wat doe je daaraan? Een getergde jongeman is het helemaal zat. Hij wil de bezem door het land halen, een grote schoonmaak waarmee we aso’s en hooligans kwijtraken. Hij zoekt de oplossing in een vrijplaats voor geweld. Bloedzone is een interessant miniatuurtje in de periferie van De Parade.
Vroeger adverteerden Amerikaanse bladen met bodybuilding. Plaatje 1: schriele jongen krijgt zand in zijn gezicht geschopt door onaangename spierbundels (“Hey skinny, yer ribs are showing!”). Plaatje 2: schriele jongen besluit er wat aan te doen en gaat in training (“I can make you a new man”). Plaatje 3: niet langer schriele jongen maakt zijn rentree op het strand en veegt de vloer aan met zijn kwelgeesten (“Hero of the beach. Gosh, what a build.”)
De jongen van Plaatje 1 is de hoofdrolspeler van Bloedzone. “Ik zag een land dat zichzelf kwijt was” zegt de jongeman met de zachte ogen, de nèt te dikke bril, de nèt te lange plakhaartjes, de kaarsrechte scheiding opzij. Misschien studeert hij elektrotechniek, want hij is erg handig met afstandbedieningen en stroomdraadjes. Hij ergert zich aan de lompheid van de hufters in Hummers, die niet kijken op een platgereden fiets.
Voor Bloedzone schreef Enver Husicic de tekst, waarin woede en wanhoop om voorrang vechten. Husicic raakt aan verschillende verschijningsvormen van lompheid: boosheid, onverschilligheid, egocentrisme. Daar is veel meer over te zeggen dan in twintig minuten kan, maar het raakt aan een wezenlijk aspect van onze samenleving. Zijn tekst wordt sterker naarmate degene die hem uitspreekt geloofwaardiger is.
Het sterke van acteur Nard Verdonschot is dat hij een excentrische nerd speelt, maar er toch meer een ontroerend dan een belachelijk personage van maakt. Alleen op het laatst, als hij zijn moeder aanroept, stelt Husicic de band met de kijkers al te veel op de proef. Het is ook de vraag hoe hij die bloedzone, de vrijplaats voor geweld, precies ziet. De wens om pestkoppen fysiek op hun nummer te zetten, is herkenbaar, maar het lijkt me geen goed plan om deze getergde baardman los te laten op een plaats waar het recht van de sterkste geldt.
Verdonschot heeft in een container een speelruimte van ongeveer een halve bij anderhalve meter en wat lichtjes. Daar gebeurt het, meer heeft hij niet nodig. Bloedzone (eindregie Wannie de Wijn)kan na wat heroverweging van de uitgangspunten een voorstudie blijken te zijn van een interessante grotere voorstelling.