Geen tekstuele bijdrages, geen rolstoel en geen film of fotografie, zoals in eerdere stukken van choreograaf Jasper van Luijk. In Krave keert hij terug naar de pure, fysieke dans. Er is geen decor en om drie zijdes van de kale, witte dansvloer staan stoelen. (meer…)
‘Zo voelt geluk. Als een beweging die ik vergeet. En steeds als ik dat ben denk ik: wat was daar moeilijk aan?’ Het gevoel dat schrijver Helena Hoogenkamp oproept aan het begin van Bliss slaat een brug tussen de tekst, dans en muziek in de voorstelling. Het is de eersteling van het door Jasper van Luijk in Utrecht gevestigde gezelschap Shifft. De choreograaf timmert al een aantal jaren aan de weg en het is een aanwinst voor Utrecht dat er een dansgroep bijkomt die werk voor volwassenen creëert. Het lichaam staat centraal in de projecten die Van Luijk met zijn cross-disciplinaire dansgezelschap wil ontwikkelen.
In Bliss ligt de vloer bezaaid met grote kluwens stroomkabels, er zwerven wat barkrukken rond, in de hoek staat een elektronische piano en al even onbestemd is de plaats van de vier performers. Een van hen zit met de rug naar het publiek, een ander is bedolven onder een berg snoeren. Het is een vol beeld maar de aanblik van de mensen, instrumenten en techniek straalt tegelijkertijd leegte en fysieke onbereikbaarheid uit.
In de voorstelling spreekt Helena Hoogenkamp over een poging om offline te gaan. In dit geval betekent dat een soort terugtrekking uit de wereld, ver van waar wifi-signalen zijn op te vangen. Gedurende de voorstelling laat zij op verschillende momenten haar teksten horen. Er zitten mooie vondsten in en Hoogenkamp neemt de toeschouwers moeiteloos mee in haar road trip.
De dans van Youri Peters en Rubén Garcia Arabit is soepel, krachtig en op momenten verrassend. Een lichaam tolt en draait door de ruimte. Armen waaieren uit als een losse zwembeweging. Er is partnerwerk waarvoor de twee dansers elkaars vertrouwen nodig hebben. Maar de vraag hoe we ons verhouden tot elkaar en tot de toekomst is ook aanwezig als de een de ander daadwerkelijk laat vallen. En als componist en pianist Lennart Siebers zich later bij hen voegt maken de drie een reis over het toneel van rechts naar links, al lijkt er iets te zijn dat hen weerhoudt en worden ze telkens teruggeworpen. De pogingen om vooruit te gaan, in tijd, in ruimte, blijken moeizaam.
Bliss is een beeldende voorstelling. Het universum van de vier performers is duister. Een luide knal van een confetti-kanon gaat vooraf aan de regen van langzaam naar beneden dwarrelende zilveren snippers. Zelfs de hemel komt uiteindelijk naar beneden.
Hoe het voelt het om offline te zijn is een vraag die vaker wordt opgeworpen. Misschien is dit vertrekpunt niet heel origineel maar daarom is het niet minder belangwekkend. Toch zijn de makers van Bliss er niet in geslaagd om nieuwe inzichten te brengen. En in de fragmentarische opbouw van Bliss wordt sterk op de tekst geleund. Het samenzijn op het podium is in de voorstelling misschien een sympathiek antwoord op de vraag wat werkelijk contact maken betekent in deze tijd. Juist daarom is het ook jammer dat de aansluiting tussen de verschillende disciplines in Bliss hapert.
Foto: Menno van der Meulen