Wat verwacht je in hemelsnaam bij een heavy metal-ballet? Geknakte nekjes, veel vloerwerk, misschien een gitarist die met zoetgevooisde stem de theaterzaal bijeen grunt? U weet wel, grommend zingen, een techniek die funest kan zijn voor de stem. Black Sabbath – The ballet door het Royal Birmingham Ballet had best iets moois kunnen opleveren. Jammer genoeg is dat niet gelukt.

Carlos Acosta, directeur van het gezelschap, stond ooit bekend als de rockster van de balletwereld. Hij werd vergeleken met de Russische Noerejev; zijn sprongen waren even hoog. Het is daarom geen verrassing dat hij de beroemde heavy metal band van eigen bodem, Black Sabbath, laat versmelten met een portie klassiek. De uitwerking, opgesplitst in drie aktes met een pauze tussen ieder deel, is tenenkrommend, de choreografieën – zeker in het eerste gedeelte – zijn onnavolgbaar rommelig. 

Gitarist Marc Hayward dendert de bühne op en af, terwijl hij wordt omgeven door een schare van zestien balletdansers. Veel hoge sprongen, splits en hoekige armen worden ingezet op bekende Black Sabbath nummers, zoals: ‘War Pigs’, ‘Iron Man’ en ‘Paranoid’. Hoewel de muzikale uitvoering met originele opnames van Ozzy Osbournes stem scheurend (en lekker!) door het Nieuwe Luxor klinkt, maakt de toevoeging van Hayward het tot een tuttig geheel. Zijn performance is te aangedikt, de balletdansers dartelen om hem heen als verloren witte postduiven. Hier geen vleermuizen: wat zonde is, want juist die had ik voorgeschoteld willen krijgen.

Verrassend is een langdurige kus tussen twee dansers. Het stel laat elkaar niet los, blijft met de lippen aan elkaar vastgelijmd tijdens het hele nummer; een orkest-cover van Black Sabbaths ‘Soltitude’. Ja, de aanzet is geinig, maar naarmate de kus voortduurt wordt het ook wat kitsch. Is dit de verbeelding van Ozzy en Sharon? Hun erotische eerste jaren? Who knows. 

In de tweede akte, die om de band zelf draait, krijgt het publiek een rits audiofragmenten te horen. Er schijnt diffuus rokerig licht, dat een jaren zeventig-sfeer oproept. De balletdansers manoeuvreren zich over-, langs- en met elkaar op verschillende audiofragmenten. De veelal opgenomen interview-passages leiden volledig af van de choreografieën. Sharon Osbourne vertelt dat de jongens van ver zijn gekomen, bekend werden door niets te hebben. 

Black Sabbath – The Ballet moet het hebben van de muziek, niet van dat wat je ziet op het podium. De loeiharde riffs  – al hadden ze best harder gemogen – in combinatie met het orkest Sinfonia Rotterdam (muziek: Christopher Austin) zijn prima om met je ogen dicht naar te luisteren, zolang je maar niet naar de choreografie kijkt. Gelukkig wordt er aan het eind van de tweede akte een iconische op-de-kop auto met demoon op het dak het speelvlak ingereden. Ontwerper Alexandre Arrechea brengt op deze manier toch nog iets rauws in het verder teleurstellende spektakel.

Foto’s: Johan Persson