Luk Perceval confronteert het publiek in Black / The sorrows of Belgium I: Congo met de wandaden van het Belgisch bewind in Congo Vrijstaat. Hij werpt daarbij vaak lijntjes uit naar het hedendaagse België. Voor Perceval staat het immers buiten kijf dat we nog altijd neerkijken op Afrikanen. Zijn verontwaardiging daarover grenst aan woede. Daardoor wordt het stuk drammerig en zelfs naast de kwestie.
In Black Clouds weeft Fabrice Murgia – kersvers artistiek directeur van het Théâtre National in Brussel – een intrigerend web waarin feit en fictie, het persoonlijke en het universele, geschiedenis en toekomst in elkaar verstrengeld raken. Hij gebruikt daarbij een veelvoud aan multimediale theatertechnieken, waaronder simultane scènes. Na een tergend begin is het overdonderend, maar uiteindelijk ook ‘doodgedramaturgd’. En dat is precies de bedoeling.
De aankondigingen van de makers en vele voorpublicaties logen er niet om: Black Clouds biedt een uniek inkijkje in het dark web, de ‘kelders van het internet’ waar organen, paspoorten, wapens, seks en drugs met bitcoins kunnen worden gekocht. Het blijkt slechts een lokkertje. De werkelijke kern van de voorstelling is veel gruwelijker: we zijn allemaal deel van het dark web en roepen de donkere wolken willens en wetens over onszelf af.
Het begint traag. We krijgen op bijna schoolse wijze, compleet met in memoriam foto en enkele filmfragmenten, het levensverhaal van Aaron Schwartz voorgeschoteld. Vanaf zijn kinderjaren – als driejarige had hij zichzelf al lezen geleerd – tot het oprichten van Reddit, een soort Wikipedia maar dan vijf jaar eerder. We horen over zijn afkeer van geld, van zijn strijd voor vrije informatietoegang voor iedereen, het illegaal publiceren van wetenschappelijke informatie en de mogelijke vijfendertig jaar celstraf die tot zijn zelfmoord leidde.
Een choquerend relaas, niet op het podium maar ervoor, dat eindigt met de oproep dat we allemaal moeten leren coderen om zo optimaal toegang te kunnen krijgen tot het hele internet. Deze oproep krijgt als de voorstelling op het podium begint meteen een wrang equivalent als op metersgrote projectieschermen de (niet alleen) in marketingkringen legendarische commercial waarmee Apple in januari 1984 tijdens de achttiende Superbowl de MacIntosh pc introduceerde is te zien.
Een in grijstinten gefilmde groep mannen marcheert emotieloos een grote ruimte in om naar de grote leider te luisteren en te kijken. Uit een van de gangen rent – in kleur – een vrouw met een hamer, achtervolgd door een groep militairen. Zij slingert de hamer tegen het scherm en na een explosie volgt de boodschap: ‘On January 24th, Apple Computer will introduce Macintosh. And you’ll see why 1984 won’t be like 1984.’
Velen zagen de reclame als een directe aanval op de vele malen grotere en op dat moment nog alles bepalende concurrent IBM, maar de man achter de commercial omschrijft het concept ervan als een verzet tegen ‘de controle van technologie door een selecte groep’. Meteen zien we eerst een exact nagespeelde Steve Jobs die de Mac onthult én een toespraak van de ‘Afrikaanse Che Guevera’ Thomas Sankara, tussen 1983 en 1987 president van het door hem tot Burkino Faso gedoopte land. Sankara verzette zich tegen koloniale schulden, wist het land onafhankelijk te maken van hulpgelden en creëerde zelfs een voedseloverschot. Maar met een hoge prijs: tegenstanders werden opgepakt, gemarteld en moesten zelf hun onschuld bewijzen. Een militaire coup maakte in 1987 een einde aan zijn revolutie.
Door middel van vele technische hoogstandjes raast Black Clouds hierna voort, waarbij van alles aan bod komt: sekstoerisme, internetoplichting, vereenzaming en de vuilstortplaatsen in Afrika en Azië, waar afgedankte computers en mobieltjes met behulp van chemicaliën door kinderen worden gerecycled. De verschillende verhaallijnen worden daarbij nogal geforceerd samengebracht. Het glazen oog van de door ET geobsedeerde jongeman die zichzelf compleet wil digitaliseren en daarna zelfmoord pleegt, krijgt een rol op de apocalyptische vuilstortplaats. Een internetoplichter met een polsbandje met daarop de naam van Thomas Sankara rechtvaardigt zijn daden in een hysterische rant die erop neerkomt dat hij via oudere blanke vrouwen de koloniale erfschuld int, met ‘het neuken als rente’.
De donkere wolken blijken uiteindelijk niet zozeer die boven de stortplaatsen in Azië en Afrika, evenmin de dreiging van het dark web. Veel bedreigender is het deel waar we allemaal dagelijks gebruik van maken. Het deel dat tot in detail wordt gecontroleerd door een handvol grote bedrijven, die de rol van Big Brother uit de Apple-commercial uit 1984 overtuigend op zich hebben genomen: ‘We are one people, with one will, one resolve, one cause. Our enemies shall talk themselves to death, and we will bury them with their own confusion. We shall prevail!’
In nog geen anderhalf uur zet Murgia de toeschouwer keer op keer op het verkeerde been. Met het begin dat bewust te lang duurt, maar waarbij je niet door kunt klikken. Met scènes waar je wel bij wilt schreeuwen dat het allemaal wel erg gekunsteld is. Daarmee is Black Clouds als het internet: veel, heel veel en vaak niet vrolijk stemmend.