Onverschrokken de dood tegemoet treden, dat is wat Daniël en Wimmy in zekere zin doen. Ze houden nog steeds zielsveel van elkaar en hebben welbeschouwd nog een mooi leven, maar de ouderdomskwaaltjes nemen toe. (meer…)
Joke Tjalsma (65) en Theun Plantinga (39) zijn twee acteurs van Friese origine met een staat van dienst die tot ver buiten de provinciegrenzen reikt. Het was de wens van schrijver Bouke Oldenhof om die twee eens samen te brengen in een Friestalige voorstelling, het liefst in een tragikomedie. Met It wie op in simmerjûn had hij al aangetoond dat genre zeer goed te beheersen en dat Tjalsma zich daarin kiplekker voelt.
Zijn nieuwe stuk heet Bijke, naar de hond die de twee in veel opzichten nogal verschillende personages uiteindelijk bij elkaar zal brengen. Zij is Agnes, een alleenstaande vrouw, voormalig bibliothecaresse die na een jarenlang huwelijk door haar man is verlaten. In een hartverscheurende monoloog vertelt ze hoe haar man haar plompverloren had meegedeeld dat hij de rest van zijn leven gelukkiger zou zijn met een man. ‘Ik was wanhopig’, zegt Agnes. Maar dat hadden we wel door.
Er zijn weinig actrices die zo’n aangrijpend verhaal over van elkaar vervreemde mensen zo kunnen brengen dat het niet larmoyant wordt. Tjalsma is er een van. Het is een cliché, maar je kon de spreekwoordelijke speld horen vallen toen ze vertelde over haar huwelijk. ‘We deelden niets, zelfs onze eenzaamheid niet. We waren harstikke eenzaam. En dat terwijl we zo vaak samen thuis waren.’
Tegenover die ingehouden speelstijl van Tjalsma staat, in ieder geval in zijn eerste scène, het geëxalteerde, tegen het kluchtige aanleunende, spel van Plantinga als hij beschrijft hoe hij hondenstront in een zakje moet stoppen. Later neemt hij wat gas terug, maar het contrast tussen beide speelstijlen blijft zo in het oog springend dat je je afvraagt waarom Oldenhof zo graag een stuk voor hen beiden wilde schrijven. Een stuk dat bovendien voor een groot deel uit lange monologen bestaat.
Inhoudelijk valt dat overigens goed te verdedigen. De twee protagonisten leven op hun eigen manier volledig in hun eigen wereld. René (Plantinga) heeft weliswaar een rijk sociaal leven en een relatie, maar daarin voelt hij zich het meeste thuis ‘als we thuis samen kunnen zwijgen’.
De wegen van deze twee totaal verschillende mensen kruisen als René de zorg op zich neemt van hond Bijke, nadat Agnes een beroerte heeft gehad en buurtbewoner René haar heeft gevonden op de vloer. Bijke is een glansrol van Bobbie, in het echte leven de hond van Joke Tjalsma. Het is altijd link om dieren in te zetten op het podium, maar hier pakt het perfect uit. Bobbie doet onverstoorbaar zijn ding en laat zich graag aanhalen. En een snoepje doet wonderen, zo blijkt. Ook de liefde van een hond gaat door de maag.
Zijn vertederende aanwezigheid straalt af op de hele voorstelling en lijkt ook de harten van René en Agnes te verwarmen. In de ontroerende slotscène komen ze nader tot elkaar. Dikke vrienden zullen ze nooit worden, daarvoor lopen hun levens te veel uiteen. Maar dat ze om de zoveel tijd samen koffie drinken mag al een doorbraak heten.
Lid van de buurtvereniging zal Agnes ook niet worden. Ze is dan wel alleen, maar absoluut niet eenzaam. En dat wil ze graag zo houden.
Foto: Natalia Balanina