Van ‘kan ik u verbinden?’ tot ‘we verbinden u door’ kan lang duren. Dat ervaren we in deze tijd van supersnelle internetverbinding meermaals als we telefoneren naar een bedrijf en we lange tijd de wachttoon en de schelle muziek moeten horen. Dan lijden we. (meer…)
Een jaar geleden zag ik bij de voorstelling Exit van Piet Van Dycke op het Krokusfestival in Hasselt, affiches voor een auditie van Van Dycke. Hij zocht mensen voor een productie met dans, acrobatiek én ladders, veel ladders. Er kwamen een 120 jongeren op af, acht werden geselecteerd. Niet alleen hun acrobatisch talent was belangrijk, maar ook hun zin in samenwerking en zorg voor elkaar. Een ladder beklim je niet alleen, je hebt anderen nodig om boven te geraken. Al was het maar om dat ding recht te houden.
Hoe hogerop te geraken? Hoe succes te hebben, kansen te krijgen? De ladder staat symbool voor dat proces. Kun je die alleen op, of heb je hulp van anderen nodig? Niet alleen hulp voldoet. Je hebt vooral steun van elkaar nodig en vertrouwen. Je moet erop kunnen vertrouwen dat de anderen de ladder recht houden, dat ze je niet laten vallen, en als je moet vallen dat ze je zullen opvangen. In Beyond the Edge is dat helder: de anderen helpen bij het klimmen, moedigen aan met een oogblik of een glimlach, laten zien en voelen dat zij er zijn, en ook dat ze willen meespelen, dat ze samen de beleving willen meemaken.
Vier kleinere ladders, een zestal grote ladders en dan nog een hele grote van aan elkaar geschroefde stukken, vormen het materiaal waarmee de jongeren aan de slag gaan. Individueel komen de jongeren schoorvoetend op. Ze zijn tussen 13 en 23 jaar en stellen zich tegenover een ladder en elkaar op. Gaan ze elkaar uitdagen, lijken ze te twijfelen.
Ze zullen het samen moeten doen. In de eerste helft van de voorstelling doen ze dat vooral met twee groepjes van vier. Synchroon en symmetrisch is de groepschoreografie van de plaatsing van de kleine ladders, de beklimming, de acrobatische dansante moves. Ze spelen met de opstellingen, verleggen fysieke en fysische grenzen, heel oplettend, veilig, steeds kijken ze naar elkaar, ook met een knipoog laten ze zien dat ze elkaar nodig hebben. Het blijft de hele voorstelling lang speels.
Daarna worden de grote ladders opgericht. Nu zijn ze vaak allemaal samen. Ze klimmen, hangen, kronkelen door de treden en slingeren van de ene ladder naar de andere. Ze draaien rond en op de ladders, die op hun beurt op draaiende plateaus kunnen cirkelen. Wat een installatie heeft ingenieur/kunstenaar Arjan Kruidhof ontworpen! De jongeren laten ladders op elkaar balanceren, puzzelen met de ladders als stukken van houten puzzels in het groot tot constructies die verrassend ogen.
En het wordt nog mooier als de dansers daarop, daaronder, daartussen en daarnaast, zich in houdingen manoeuvreren, en al spelend hun poses constant veranderen. Scènes worden niet uitgemolken, steeds volgen nieuwe bewegingen, telkens opnieuw verrassend. Alles gebeurt in een warme choreografie, en wordt gestuwd door een soundtrack van Koen Brouwers. De klankband geeft het ritme en de melodie van de dans- en acrobatische bewegingen, de ene keer traag, de andere keer versneld, soms met wat veel elektronische geluiden, maar meestal overtuigend als sfeerschepper.
Het geheel vormt een wonderlijk schouwspel. Het is geen pronkende glittershow van individuele kunstjes, maar een samenspel van mensen die laten zien wat je ook als groep kunt bereiken, in hoogte, in kunnen, in durf, in schoonheid. Spannend is het steeds, adembenemend soms, het ziet er gevaarlijk uit, de jongeren halen straffe toeren uit, zoals ze in Vlaanderen zeggen, bravourestukjes zijn het, maar zonder te pochen.
Naar het einde wordt de grootste ladder genomen. Als een Jakobsladder daagt hij de jongeren uit om hun dromen te verleggen, hoger de hemel in te gaan, naar het plafond van het podium, en als het ware boven het publiek te zweven en te zoeven. Een oudere dame voor mij op de eerste rij slaat herhaaldeijk verschrikt de handen voor haar ogen. Een spectaculair schouwspel is het, zeer zeker, maar zonder de nadruk op spektakel.
Beyond the Edge laat zien en aanvoelen hoe jongeren met elkaar kunnen omgaan, samen kunnen zoeken.
Vertrouwen hebben in elkaar is daarvoor een noodzaak. Cultuursocioloog Pascal Gielen stelde onlangs in het filosofisch boekje Vertrouwen. Bouwen op een cultureel ‘gemeen’ vast dat vertrouwen de noodzakelijke basis is voor een goede samenleving. De acht jongeren, Piet Van Dycke en fABULEUS overtuigen ons heel speels fysiek van die stelling. Samenwerken vereist geduld, oplettendheid, vertrouwen in jezelf, in anderen. Het spel met de ladders toont dat. Boeiend en mooi om te zien.
Foto: Clara Hermans