Koningstheater-alumnus Fimme Bakker won in november nog het Groninger Studenten Cabaret Festival met een soloprogramma over zijn middelenverslaving. Zijn vader Bram Bakker, ironisch genoeg een bekende verslavingszorgdeskundige, geeft sinds enkele jaren theatercolleges. Nu staan ze samen op het podium, de ervaringsdeskundige en de behandelaar, zoon en vader, om ons uit te leggen hoe dat zo is gelopen. Samen zijn ze behoorlijk ongemakkelijk, ieder voor zich zetten ze aan het denken.

Ze lopen tenminste nog samen op. De regieaanwijzingen druipen er vanaf als ze elk uit een andere hoek tevoorschijn komen en krampachtig synchroon recht tegenover elkaar gaan staan. In dit eerste beeld vallen vooral de contrasten op: de vlotte Fimme met heldere getrainde stem tegenover de schorre Bram met de serieuze frons. Ze praten wat onwennig door elkaar heen en spreken dan korzelig af dat vader moet beginnen, waarop Fimme er met grote passen vandoor gaat. Het is een goede zet, omdat het erop lijkt dat de band tussen vader en zoon eigenlijk (nog) niet goed genoeg is om echt samen iets te maken.

We kijken dus naar twee korte programma’s. Eerst krijgen we een college van Bram Bakker over diens carrière in de verslavingszorg, een bredere kijk op verslaving (‘er zijn momenteel meer gedragsverslaafden in Nederland dan middelenverslaafden’) en tot slot zijn eigen (afwezige) rol in de verslaving van zijn zoon. Met zijn luchtige cynisme over de geldzucht van zijn voormalige werkgevers in de psychiatrie en zijn vroegere gebrek aan oprechte interesse voor zijn verslaafde cliënten, doet hij flink wat hoofden schudden van ongeloof, inclusief die van zichzelf.

Daarna horen we Fimme Bakker met evenveel zelfspot over de vele middelen en gedragingen waaraan hij verslaafd is, maar ook over zijn vader (‘mijn eerste dealer’). Een leuke volgorde. Fimmes sneren aan zijn vaders adres, zoals over een ‘tuchtzaakje’, zijn des te leuker, omdat we weten hoe gegeneerd de boosdoener waarschijnlijk meeluistert in de coulissen. Fimme staat ontspannen op het podium, terwijl hij zijn vader de oren wast. In de loop van zijn verhaal vallen naast de contrasten steeds meer overeenkomsten op – toch een bonus van het kijken naar familieleden.

Door de onwennige opening – waarin heel veel voorkennis wordt aangenomen – blijft wel een beetje in de lucht hangen waarom we nu precies bij elkaar gekomen zijn. Willen twee ervaringsdeskundigen Nederland meer leren over hoe om te gaan met verslaving? Werken vader en zoon aan hun band in theatertherapie? Of zien we twee ambitieuze podiumdieren, die meeliften op elkaars succes? Met hun relevante ervaringen, inzichten en contrasterende expertises weten ze de avond vermakelijk in te vullen, toch voelt het alsof er meer in de combinatie van dit ironische tweetal had gezeten.

Foto: Jade Harms