Ondanks (of wellicht dankzij) de eenvoud die het internet ons biedt om met elkaar in contact te komen, is sociaal isolement een groot probleem onder jongeren. In de performance I Tried To Fuck Up The System, But None Of My Friends Texted Me Back doet de Britse performanceartiest Travis Alabanza een poging om deze eenzaamheid bespreekbaar te maken. (meer…)
Vrijdagavond 13 december bood het Ostadetheater in de Amsterdamse Pijp de wereldpremière van de muziektheaterproductie Becoming the system van regisseur Laurens Krispijn de Boer op een compositie van Petra Strahovnik. De Diamantfabriek, deze energieke nieuwe productiekern voor hedendaags muziektheater, maakte de voorstelling mogelijk in het kader van het Babelfestival. Wereldpremière dus, en de aanwezigen waren getuige van een historisch moment. Becoming the system is een indringende voorstelling, zowel in muzikaal als theatraal opzicht.
De weerloze jonge vrouw heet Viola, ze draagt een witte overall. Ze knielt. Om haar heen staan in het zwart geklede mannen. Dreigend. Een man met de uistraling van een beul ondervraagt haar. Hoe heet ze? Wie is haar geliefde – ‘Who is your lover?‘ Ze weigert antwoord te geven, dus neemt hij haar woorden over: ‘Ik noem je Hoop.’ Boven haar hoofd hangt een ketting. Het moment van terechtstelling is nabij.
De gevangen genomen vrouw wordt behandeld als een terroriste die zich tegen het regime keert. De cipiers zijn muzikanten die met uiteenlopende instrumenten een dreigend universum van klanken creëren: slagwerk, fluit, trombone, cello, klarinet, basklarinet en viool. De compositie van de in Slovenië geboren Strahovnik (1986) is van een intense diepte en een intrigerende schoonheid. De muzikanten bevinden zich niet alleen op het podium; van linksachter in de zaal klinkt een geprepareerde cello op, van rechtsachter een viool. Op deze manier omringt de muziek ook het publiek. Cello en viool ritselen en ruisen. Ook de andere instrumenten zijn af en toe ‘prepared‘, zoals de beker van de klarinet waar de muzikant aluminiumfolie tegenaan plakt om een sonore weergave te krijgen.
Als er muziek is die angst, twijfel en verwarring uitdrukt, dan is het wel deze compositie. Regisseur Krispijn de Boer weet de dreiging door de beul, vertolkt door basbariton Kees Jan de Koning, net dragelijk te houden, want het tafereel is behoorlijk vreeswekkend. Juist op het ogenblik dat de toeschouwer fysiek geweld verwacht, zingt De Koning met bijna geruststellende klanken zijn teksten. Qua inhoud lijkt Becoming the system sterk op de beroemde verhoordrama’s waarmee de Britse toneelschrijver Harold Pinter indruk maakte, zoals One for the road.
Het almachtige systeem krijgt een griezelige uitbeelding. Het is spannend te zien en te horen hoe beul en slachtoffer naar elkaar toe lijken te groeien, zelfs zo dat er iets van begrip of zelfs genegenheid ontstaat. De vrouw is sopraan Kirila Kraal. Aan het slot krijgt ze nog één keer het woord, en dat verandert alles. Het hele systeem keert zich om. Onder haar overall schuilt een blauwe avondjurk en het is de beul die slachtoffer wordt.
Het enige bezwaar tegen deze enscenering is dat het deel na de omkering, als het oude systeem plaatsmaakt voor een nieuw systeem, in verhouding te kort is. De prachtig-vloeiende sopraan van Kirila Kraal had meer partituur mogen krijgen. Hier raakt de voorstelling uit evenwicht. Maar dat is slechts een kleine kanttekening bij een muziektheatervoorstelling die in zijn inzet, intensiteit en compositorische kracht uitnemend is. Het aandeel van slagwerker Fiona Digney verdient extra lof: haar geconcentreerde spel legt een schitterende ritmiek onder het verhaal, zij weet gevoelens als angst en hoop tot klank te transformeren.
Foto: Robert Benschop