Twelfth Night is in de enscenering van Aluin een swingend en spetterend feest vol heerlijke liefdesperikelen en genderverwarring. Een genderfluïde romcom van nu, met een prikkelende levensles aan het eind: het gaat in de liefde niet om ‘kiezen of delen’, maar om lekker samen delen. (meer…)
Ik zag Bakchanten van Aluin de middag nadat er in de buurt van Hilversum ’s nachts een illegaal feest met ruim driehonderd bezoekers door de politie was beëindigd. Vandaag lees ik op NOS dat volgens een bezoeker wekelijks vergelijkbare illegale raves georganiseerd worden rondom Amsterdam. ‘Dit gebeurt de hele zomer al.’
Euripides schreef Bakchanten in 406 voor Christus, maar de thema’s en dilemma’s die het stuk onderzoekt zijn, zo blijkt maar weer uit bovenstaande, misschien wel actueler dan ooit: laat je je leiden door verstand of verleiden door gevoel, welk gezag erken je, en wie misleidt wie? Het is een verhaal waarin iedereen zich miskend voelt, en dat uiteindelijk alleen verliezers kent.
Want, in het kort: omdat Dionysus niet erkend wordt als god, brengt hij, vermomd als vreemdeling, alle vrouwen van Thebe in extase en voert hen de stad uit voor zinnelijke riten. Pentheus, koning van Thebe, is woedend. Hij neemt de vreemdeling gevangen en laat zich uiteindelijk door hem overhalen om – vermomd als vrouw – zelf te gaan kijken bij de feesten. Maar onder invloed van Dionysus’ waanzinsroes zien de vrouwen hem aan voor een leeuw en scheuren hem, bovendien aangevoerd door Pentheus’ moeder zelf, aan stukken.
Deze Bakchanten is gemaakt volgens het voor Aluin inmiddels vertrouwde ‘plug and play’-principe. Dat wil zeggen dat je voor het spelen van een voorstelling niet meer nodig hebt dan wat tekst en wat toneelspelers (en vooruit, in dit geval ook een kapstok met wat kostuums). Op die manier kan de voorstelling net zo makkelijk in Aluins eigen huis Villa Concordia in Utrecht staan, als in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden (eind november) of in een van de 75 gymnasia in Nederland, waar de voorstelling in aanloop van het eindexamen Grieks 2021 speelt.
Erik Snel bewerkte de vertaling van Gerard Koolschijn uit 1999, die Victorine Plante vervolgens regisseerde. Grote spil daarin is het expressieve, veelal frontale spel van Myrthe Boersma (als onder andere briesende Pentheus), Maxime Vandommele (een paaiende Dionysus) en Audrey Bolder (in een keur aan – vaak hilarische – dubbelrollen, van Amsterdamse gangster tot sullig boerse herder). Zij maken van Bakchanten lekker brutaal en energiek in your face-theater. Soms wordt het misschien wat al te schreeuwerig, al zal dat goed aanslaan bij de middelbare scholieren waar deze voorstelling voornamelijk voor speelt.
Bovendien bieden de a capella gezongen, meerstemmige koorstukken (gecomponeerd door Willem Friede) op prachtig verstilde wijze tegenwicht aan de hectiek. Op die manier wordt er, in navolging van de thema’s in het stuk, in dynamiek, sfeer en speelstijl een veelzeggend contrast aangebracht: namelijk tussen chaos en esthetiek, impuls en reflectie, passie en orde. In tijden waarin (jonge) mensen op regelmatige basis illegale feesten organiseren en het gezag deze groepsbijeenkomsten actief beëindigt, biedt Bakchanten spannende denkstof op de wereld waarin we (willen) leven.
Foto: Sanne Peper