Het is een overzichtelijk bestaan, met een biertje op z’n tijd, lasagne als avondeten en een hamster als huisdier. Meer heeft Antiman niet nodig. Af en toe wordt ie opgeroepen, bijvoorbeeld als er iemand uit de buurt een sleutel in een put heeft laten vallen, of als er een melkkannetje zoek is. Hij verhelpt het leed van de gewone man – zo is Antiman, de titelheld van de nieuwe voorstelling van het Utrechtse gezelschap TG Tiefschnee. (meer…)
Hoe maak je theater over iemand die het liefst alleen wil zijn, en zich heeft voorgenomen om zo weinig mogelijk te praten? Merel van Huisstede (regie) en Rinske Bouwman (tekst) doen een poging met Avocado Inn, de eerste voorstelling van hun toneelbedrijf TG Tiefschnee.
Hoofdpersoon Christopher Lapin (gespeeld door Karsten de Vreugd) is een rare snuiter. Praten wil hij niet, maar praten doet hij toch, al kost hem dat zichtbaar moeite. Wat hij zegt, heeft een hoog lulligheidsgehalte. Zo windt hij zich er enorm over op dat hij het woord ‘linnenkamer’ gedrukt ziet staan als twee woorden, met een spatie ertussen, en dat sommige mensen advocado zeggen, in plaats van avocado: ‘Je zegt toch ook niet expresso, in plaats van espresso?’
Gelukkig heeft Christopher een rijke fantasie. In zijn behoefte om alleen te zijn, fantaseert hij over een tocht die hij maakt naar ‘de natuur’, waarbij hij strandt in de buurt van een motel: Avocado Inn. Hij is er de enige gast. De beschrijving die hij geeft van zijn leven in het motel, met receptioniste Julia, klusjesman Jorge, en verder nog het kamermeisje, de kok en de liftjongen, is het boeiendste deel van de voorstelling. Karsten de Vreugd slaagt er op deze momenten in ons mee te nemen in de beklemming van de zieke geest van zijn personage. Want dat moge duidelijk zijn: Christopher Lapin is een loner, een loser, iemand die hulp nodig heeft, maar ieder contact met de buitenwereld afwijst.
Wat de voorstelling moeizaam maakt, is juist het ‘rare’ van de hoofdpersoon. Zijn sociale onhandigheid slaat over op de zaal, die welwillend giechelt om zijn gestamel, maar ook ongemakkelijk wordt van zijn twijfel, aarzeling en waangedachten. Als hij een echt gevaar zou zijn voor zichzelf of zijn omgeving, hadden we hem gefascineerd kunnen en willen volgen. Nu is hij volkomen ongevaarlijk, en daardoor ook tamelijk oninteressant.
Merel van Huisstede en Rinske Bouwman hebben een kans laten liggen om echt in de zielekrochten van een eenzame gast te kruipen, zoals er zich zovelen schuilhouden in hun flatje, achter hun computer, verloren in hun bizarre fantasieën, zoals Christopher Lapin die heeft over een moord die nog gepleegd moet worden. De voorstelling mist nu ‘urgentie’, zoals dat zo mooi heet.
Toch zitten de elementen voor een geslaagde voorstelling wel degelijk in de tekst en in het personage. In zijn fantasie besluit Christopher de moordenaar de keel te snoeren voordat deze zijn moord kan plegen. Zijn onderhuidse agressie kwam eerder al heel even aan de oppervlakte toen hij een avocado fijnkneep. Op die momenten krijgen we een glimp van iets waar we meer van zouden willen zien. Het blijft helaas bij een glimp.
Foto: TG Tiefschnee