Zowel Mon élue noire als Konfo dealen met de verwoestende effecten van het kolonialisme *** #julidans
De Franse choreograaf Olivier Dubois maakt werk dat simpel is van vorm en inspeelt op maatschappelijke kaders die de ervaring van het lichaam mee bepalen. In zijn nieuwste productie Auguri (2016) is echter van de provocerende inzet van naaktheid en seksualiteit geen sprake. Auguri, Italiaans voor ‘de beste wensen’, verwijst naar het lezen van de toekomst in de vlucht van vogels. Tweeëntwintig dansers rennen een uur lang zwermend rond op het podium, terwijl de geluidsband de nogal gezwollen, symfonische noise van François Caffenne laat horen. Veel verder dan een vormstudie in het behendig componeren van een grote groep spurtende mensen komt Auguri niet.
Bij aanvang intrigeert de voorstelling door het prachtige tempo waarmee Olivier Dubois opent. Achter op het toneel tekenen zich flauw verlichte ruimtes af, waar zo nu en dan haast achteloos een mens verschijnt. In de wisselwerking met licht en decor ontstaat een intrigerend landschappelijk effect. Dat wordt nog eens versterkt wanneer een danser zich op het in duister gehulde grote podium waagt, en alleen herkenbaar is aan zijn of haar tred. Het ruimtelijke spel dat Dubois speelt met zicht- en hoorbaarheid is aanstekelijk. Niet alleen ontstaat er een heerlijke vorm van verstilling, de leegte van de scènes produceert ook een bepaalde spanning, roept een bepaalde fictie op zoals de schilderijen van Dennis Hopper dat bijvoorbeeld doen.
Het druppelsgewijs toevoegen van gestes lijkt in lijn met de rest van het werk, dat meer door de bewegingen van water dan die van vogels lijkt te zijn geïnspireerd. Jammer genoeg stelt na dit intrigerende voorspel de hoofdmoot van Auguri teleur. Het stroomt en kolkt, wervelt en raast dat het een lieve lust is. Wanneer de sluizen open gaan en steeds meer dansers het podium op hoge snelheid over rennen en de geluidsband losgaat met een watervalgeluid à la Niagara, wordt het spelen met patronen eendimensionaal en overstijgt Auguri het niveau van de vingeroefening niet.
Het is een geweldig idee dat wij als toeschouwers de toekomst zouden proberen te voorspellen aan de hand van zwermende dansers. Maar de uitwerking van Dubois is zo simpel en rechtlijnig dat je halverwege gaat zitten verlangen naar de bewegingen op het Leidseplein of wat zich afspeelt rond scholen tijdens de pauze. Een gemiste kans.
Kennelijk was de recensente niet de enige die er genoeg van kreeg. Ik hoorde na afloop dat er nogal wat toeschouwers waren weggelopen. Daar heb ik zelf gelukkig niets van gemerkt.
Ik vond het fascinerend. Voor mij was het veel meer dan een simpel en rechtlijnig hardlopen. Ik zag mensen die zich op nieuw terrein begaven en dat eerst doodeng vonden, vandaar het harde lopen en dan weer snel terug vluchten naar de veilige boxen achter op het toneel, maar naarmate ze gewend raakten meer durfden: langzamer lopen, contact maken met anderen, zelfs op een gegeven moment conflicten aangaan. Er was ook meer contact achter bij de boxen en het eindigde met iedereen letterlijk op een hoger niveau. Eerst lukte dat niet, mensen vielen, maar uiteindelijk wel.
Smaken verschillen natuurlijk en ideeën en fantasieën ook. Mij gaf deze voorstelling een ingrijpende en opwindende ervaring. Op zijn tijd is de drukte op het Leidseplein misschien leuk, al kan ik me dat niet voorstellen eerlijk gezegd, maar er gebeurt toch zelden iets nieuws, zeker op collectief niveau. Idem dito op schoolpleinen. Is dit een gemiste kans voor Dubois of voor een gedeelte van het publiek?