Witte draperieën bepalen het toneelbeeld. Terwijl klaterende pianoklanken door de ruimte zweven, benadrukken langzaam oplichtende strepen van licht in verschillende kleuren de desolate sfeer. In een uitsparing is het silhouet van een man met cowboyhoed zichtbaar. Een zwarte cirkel hangt boven de speelvloer. De maan? (meer…)
De groep dansers telt zes leden – twee vrouwen en vier mannen. Opzij en achterin staan ook nog een zanger-spreker en twee muzikanten. Op het grote en lege podium lijken zij ruim in hun jasje te zitten. Maar hun actie en présence klotsen al snel over de randen. Begeleid door de raspende stem van Athaya Mokonzi, een Tom Waits op hormonen, schrijven de dansers patronen in formatie, gaan ze in tweeën en vieren met elkaar aan de slag en dansen ze solo’s. Heftig schokkende lichamen, lachen als een waanzinnige en manisch maar geluidloos praten zijn elementen die steeds terugkeren.
Lawaai zonder geluid: dat is een hoofdkenmerk van Au-dèla, een nieuwe dansvoorstelling van de Congolese maker DeLaVallet Bidiefono en zijn groep Compagnie Baninga die op het Groningse festival Noorderzon maandag zijn Nederlandse première beleefde. ‘Dans verbindt ons met hen die er niet meer zijn,’ luidt de missie van Bidiefono. Congolezen moeten zien te leven met heel veel dood en geweld, zij hebben altijd heel veel mensen te betreuren die er niet meer zijn. Meestal liggen ze nog vers in het geheugen, vaak sterven ze veel te jong. Bidiefono en zijn dansers zien hun stem en hun lichaam als de twee verbindingskanalen met al die doden. Daarmee roepen zij hen weer op, laten zij hen weer zien aan hun publiek.
Dat doen zij met een overdonderende energie, dynamiek en techniek. Hun voeten hoor je alleen landen op het toneel als zij dat willen, hoe hoog ook de sprong, hoe krachtig ook de beweging die zij maken. De dansers schieten van het ene in het andere uiterste. Een blije, feestelijke groepsdans gaat zonder waarschuwing over in een scène waarin een van de dansers een ander bloed in het gezicht spuugt. Zulke heftige beelden verkeren even plotseling in meer poëtische scènes. Een van de hoogtepunten is een prachtige, elegante solo van Bidiefono zelf, met als decor een wolk witte rook. Zanger Mokonzi stort zich regelmatig in de dans, en de twee muzikanten zijn net zo veelzijdig. Slagwerker Morgan Banguissa maakt niet alleen muziek met zijn drums, maar ook met zijn stem. Zoals wanneer hij een reeks woorden zing-spreekt die ons in de oren klinken als een lokale Congolese taal. De muziek is net zo mooi als de dans.
En net zo eigen, net zo nieuw en oorspronkelijk. Au-dèla is net zo intens zwart-Afrikaans als Bidiefono en zijn dansers zelf, maar dan in de moderne zin: lokale cultuur en traditie, virtuoos vermengd met allerlei invloeden van buiten. Want hoe zwaar en gevaarlijk hun leven ook kan zijn, Congolezen zijn net zulke gretige samplers als wij.
Foto: Nicolas Guyot