Met Het Bos Draaft Door lijkt Theater Gnaffel de televisietalkshow op de hak te nemen. Dat gebeurt zeker. Maar wat voor de volwassenen in de zaal fragmentarisch, voorspelbaar en ronduit absurd lijkt, toont precies hoe een zesjarige naar DWDD kijkt. In werkelijkheid gaat de voorstelling dan ook helemaal niet over televisie, maar draait elke scène om vriendschap, soms elkaar ook ontgroeien, verlies en de onzekerheid die daarbij hoort. (meer…)
Iets leuks? In deze tijden? Daar heeft Elout Hol helemaal geen zin in, maar hij laat zich overhalen door medespeler Mark Haayema. Goed, een sprookje dus, compleet met ‘er was eens’ (‘anders is het niet echt gebeurd’), maar dan wel meer passend bij het grimmige nu.
In het half uur durende vervolg storten beiden zich met enorm speelplezier in het voor iedereen in het publiek overbekende sprookje van Assepoester, maar dan in de bewerking van Roald Dahl (‘I guess you think you know this story. You don’t. The real one’s much more gory.’).
Natuurlijk ontbreken eigen vondsten evenmin. Waar Dahl de prins de hoofden van de vervelende stiefzussen sneller laat afhakken dan Alice’s Hartenkoningin ‘hun kop eraf!’ kan zeggen, verliest Assepoester bij haar haastige vertrek van het bal nu niet haar muiltje, maar haar hele voet. Met al snel even bloederige als komische gevolgen.
Al in 2011 en 2012 maakte Theater Gnaffel deze Assepoester, toen met reusachtige poppen en het complete Orkest van het Oosten en het Nederlands Philharmonisch Orkest. De muziek van onder andere Prokofjev en Rimsky-Korsakov klinkt nu vanaf de band en het publiek zit niet in de grote zaal, maar op het podium. De zaal is zo deel van het minimale decor en backstage geworden, waaruit nieuwe poppen opkomen. Het werkt uitstekend, niet in de laatste plaats omdat Haayema en Hol naast volkomen over de top ook intiemer kunnen spelen en het hele publiek nu zonder moeite elke beweging van zowel pop als bespeler kan zien.
Zoals in veel voorstellingen van Hol en Haayema wordt ook ditmaal vrolijk gepeeld met alle mogelijkheden die poppentheater biedt en wordt vooral niet geprobeerd de spelers zo onzichtbaar mogelijk te maken. Een voet verliezen? Dat kun je gewoon zien gebeuren, inclusief de reactie van de spelers. Assepoester van armoedig dienstmeisje omtoveren in een prinses? Simpel, gewoon hoofd van de pop eraf, een beetje verbaasd in het luchtledige laten rondzweven en een paar mislukte toverspreuken later – met een bijrol voor een kip – is Assepoester klaar voor het bal.
Poppentheater heeft bovendien juist nu alle mogelijkheden die gewone acteurs even moeten ontberen: ongegeneerd niezen (‘hè bah, besmet’), elkaar slaan, aan de haren trekken, samen dansen en ook elkaar vol op de mond zoenen. Al blijft dat laatste voor de zesjarigen ook in het anderhalvemetertheater: ieewww!
Een speellijst is er nog niet, maar te hopen is dat Theater Gnaffel deze voorstelling snel vaker kan spelen, in theaters of de open lucht.
Foto boven: Erik Franssen, onder: Henri Drost