The Wild Stage biedt een ongegeneerd puur esthetische ervaring. Voor de gelegenheid werd een allegaartje aan performers, zangers en muzikanten opgetrommeld, elk met hun eigen krachten en teder met de fragiliteit van elkaars lichamen en identiteiten. (meer…)
Virtuele werkelijkheid komt steeds dichterbij. En muziektheater is mee. In Ascension dompelen Leon Rogissart en Paul Boereboom de bezoeker onder in een abstracte wereld als waren we in een slow-motion virtuele rollercoaster.
Met een Oculus 1 creëerden beide heren een heel apart ritje in een virtueel themapark, dat lijkt op de sublieme werelden van Second Life en Minecraft. Maar terwijl je ogen aanpassen aan al dat vreemds in VR dat ook erg dicht bij je komt, verlies je nooit écht contact met de fysieke ruimte om je heen door de zang die als lichtstrepen kunstmatig van onder de VR-brillen en in je oren doorstralen. Je gaat er spontaan van mediteren.
Dat door nieuwe technologische ontwikkelingen het theater nieuwe vormen aanmeet, is wel duidelijk in deze aparte muziekvoorstelling. Ze was al te zien tijdens O. in Rotterdam, SPRING in Utrecht en De Grote Post in Oostende in België. Maar oorspronkelijk concipieerden regisseur Rogissart en scenograaf Boereboom de voorstelling als afstudeerproject aan de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans in 2021.
Daarvoor kregen ze toen begeleiding om in de Unity-software hun ideeën ruimtelijk te exploreren. Toen was het nog een eenmans-installatie. In De Studio in Antwerpen, in het pand van de vroegere acteerschool Studio Herman Teirlinck, kwamen ze tot het idee om er een volwaardige voorstelling van te maken, wat toch wel wat herprogrammering behelsde, en een compositie door Rogissart in Ableton. Het resultaat na drie jaar is een één-uur durende voorstelling met een capaciteit van veertig Oculus-brillen die op gelijk welke plek kan worden uitgevoerd.
Nu hebben we al wat VR-muziektheaterproducties gezien in het verleden, ook op het Opera Forward Festival, onder anderen van Celine Daemen bij Silbersee. Maar wat wel bijzonder is aan deze voorstelling is dat het puur om een ruimtelijke ervaring gaat die de klanklandschappen van twee zangstemmen, Sopraan Marie Van Luijk en contratenor Arturo den Hartog, verbindt met een 360° virtuele ruimte die je langs alle kanten kunt bekijken vanop een draaistoel. Je wordt in die virtuele realiteit voortdurend traag voortbewogen waardoor je je helemaal kunt laten onderdompelen in de visuele schoonheid van het beeld.
Stroboscopische lichtflitsen doorheen een lange, driehoekige tunnel bereiden je voor, om de fysieke wereld achter te laten en de alteriteit van die synethetische, visuele wereld te aanvaarden. Het concept is geïnspireerd op de ‘floating tank’, een soort zoutbad met een minimum aan zintuiglijke prikkels, waardoor je geest tot rust kan komen. Net als in zo’n tank ervaar je visueel een gewichtloosheid waardoor je je voelt opstijgen en zweven over een zwart-grijze massa die aandoet als een zee. Je herkent ook een horizon waar je van op afstand een weggetje ziet naderbij komen, die een soort roltrap blijkt te zijn waar je dan omhoog wordt gezogen, letterlijk in een sublieme ‘hemelvaart’.
Wanneer je stiekem onder de bril gluurt, ben je plots bewust van hoe de VR je hele lichaam reduceert tot een blik op die andere, bevreemdende wereld waarin je traag voortschrijdt en zelfs schrijlings langs twee-dimensionale collages voorbijgaat die als muren op je afkomen tot we er ons plots tussen bevinden. Het deed me sterk denken aan Doris Lessings roman, The Memoirs of a Survivor waar muren plots openen en een aparte inkijk geven op de buitenwereld en onszelf. In die virtuele tussenruimte vinden we een transparant, kloppend hart dat dan waarschijnlijk het ritme van onze eigen hartslag volgt, die door een sensor in een armband om je pols gemeten wordt. Zo kom je ook jezelf tegen in de virtualiteit die terugkoppelt naar de realiteit van je lichaam.
De connectie met de buitenwereld blijft ook nooit ver weg door de lang aangehouden glissando’s die Van Luijk en Den Hartog om je heen zingen en waar tussen twee dichtbij liggende resonanties soms ook ‘phantom sound’ ontstaat. Hun stemmen worden weliswaar ook door technologie gemedieerd, wat de resonantie versterkt en in de tijd uitrekt. Het spectrale geluid roept ook weer vragen op naar de verbeeldingswereld die de menselijke stem als archaïsch medium oproept. De fysicaliteit van die resonerende stemmen, op afstand en soms ook van heel dichtbij, roept op tot meditatie. Er ontstaat een interessante cognitieve dissonantie tussen een ruimtelijke exploratie van de blik in de voorgeschotelde virtuele werkelijkheden, en je eigen introspectie op je ervaring en je lichaam binnen die ruimtes.
Zo biedt de nieuwe technologie toch weer een canvas voor de toeschouwer om te verbeelden, te associëren, te reflecteren. Het theater biedt even soelaas om te mogen loslaten van de ruis van de buitenwereld, en even te zweven in een virtueel niets dat ook weer potentie geeft voor nieuwe ervaringen. Maar in een immersieve wereld als Steven Spielbergs Ready Player One film zijn we gelukkig nog niet. Dat deze voorstelling ook al de beste VR Award bij het Kaboom Animation Festival in 2021 kreeg is toch teken dat hier iets meer aan de hand is. Ook muziek-technisch geeft de voorstelling in haar minimalisme voldoende ruimte voor reflectie op je fysieke ervaring en immersie. Muziektheater kan dan juist een laboratorium zijn voor cognitieve ontwikkelingen waar we nog niet helemaal zeker van zijn wat ze in de toekomst voor ons, sociaal en cultureel kunnen gaan betekenen. Het is in die ruwe vaagheid dat er iets nieuws kan ontstaan.
Foto: Merel de Wilde