‘Discordia speelt mooi’ is de uitdagend dubbelzinnige ondertitel van de voorstelling. Ze spelen een stuk dat Mooi heet. Maar wat is er hier wel of niet mooi? In de tekst van Gerardjan Rijnders is er sprake van een boek met plaatjes, maar dat is er nu niet te zien. (meer…)
Shakespeares pastorale As You Like It (1599) wordt vaak gezien als een vrolijke komedie. ‘Maar dan ga je het lezen en dan is het een en al kommer en kwel.’ Tegen de achtergrond van de strijd om de macht van het hertogelijk hof, vluchten verschillende mensen om diverse redenen een bos in. In de lezing van Maatschappij Discordia gaat het – niet verrassend – over de duiding en werking van de taal; en uitdrukkelijk niet over de anekdote.
Het idee: ‘Het verhaal is eigenlijk zo simpel dat het niet de moeite is om het te willen volgen.’ Dus plot overboord en een andere, meer thematische rangschikking van de verschillende scènes gemaakt. Ook geen vaste personageverdeling, dat suggereert ook alleen maar psychologie of anekdotiek. Zesentwintig scènes – van sleutelmomenten tot terzijdes – uit het stuk gaan we behandelen. Ter illustratie: de epiloog is scène drie.
Jan Joris Lamers, Annette Kouwenhoven, Miranda Prein en Maureen Teeuwen staan in een sober decor rondom een replica van een tafel die – waarschijnlijk, benadrukt Lamers, wat zeker weten doe je de dingen nooit – ook bij de eerste opvoering van As You Like It op de bühne stond. Ze heten het binnenwandelende publiek hartelijk welkom; geheel in de transparante, anti-theatrale Discordia-stijl die ze de rest van de voorstelling vasthouden. Maar waar die terloopsheid vaak zorgt voor helder en oorspronkelijk spel, slaat het bij deze voorstelling de plank volledig mis.
De tekst is volledig uit elkaar getrokken en de verschillende scènes worden ingetogen, uiterst sober en hakkelend gebracht. Soms wordt een zin een aantal keer herpakt of beginnen ze een scène opnieuw, zonder dat duidelijk wordt wat de spelers daarmee aan het najagen zijn. De opdracht om los van de anekdotiek naar de teksten van Shakespeare te kijken, vraagt veel van de toeschouwer. Die wordt in het diepe gegooid maar krijgt daarin geen enkele houvast vanuit de spelers. Resultaat komt het dichtst in de buurt van een uitgerekt dramaturgisch onderonsje tussen de toneelspelers, waarbij er zich af en toe een mooie zin of een komische scène als gelukstreffer ontspint.
‘Het leven is theater en alle mannen en vrouwen zijn niet meer dan toneelspelers. Iedereen komt ergens op en gaat ergens anders voor het laatst af’, zegt de zwaarmoedige Jacques (alhoewel personages hier niet aan de orde zijn) halverwege het stuk. Over dat aannemen van verschillende rollen, de wisselingen van gender – zoals Rosalinde die zich als man verkleedt en ondertussen Orlando voor zich wint – lijkt Discordia het te willen hebben. Het is jammer dat het publiek, na de korte introductie, volledig buitengesloten wordt.
Foto: Bert Nienhuis