De openingsavond van de tweede editie van het What You See Festival in Theater Kikker in Utrecht is drukbezocht. Het multidisciplinaire festival biedt ruimte aan verschillende perspectieven op gender en identiteit. ‘Want kunst’, zo zegt artistiek directeur Vincent Wijlhuizen, ‘biedt ons ruimte om een ander perspectief laten zien.’ En dat andere perspectief kan jou, als publiek, verwarren, boos maken of ontroeren, ‘maar het komt goed’, want hier leeft de hoop dat er in ieder geval in het kader van het festival de ruimte is om elkaar te ontmoeten, in gesprek te gaan en je eigen aannames te bevragen, zodat je dat andere perspectief kunt begrijpen of op z’n minst waarderen. (meer…)
Je hoort ze denken, de vier vrouwen uit vier verschillende generaties die op het toneel staan. ‘I thought I’d never dance again on stage.’ ‘Sometimes I think, today I am not able to do it.’ In Aquí Siempre (Hier altijd) introduceert choreograaf Poliana Lima (Spanje/Brazilië) hun heden en verleden door in het archief van de lichamen van deze vrouwen te duiken. Een autobiografische zoektocht die leidt naar een universeel idee over heden, verleden en het verstrijken van tijd.
Ze staan naast elkaar. De ogen gesloten, het lijf bevend van de siddering die door hun lichaam rolt. Ze stellen zichzelf aan het publiek voor alsof ze ouder, jonger, misschien wel anders zijn dan nu: ‘I am Kristin, I am 68 years old’, vertelt de danser met het lichaam van een twintiger. ‘I am Mona, I am 52 years old. I am here to wait’, vertelt een ander.
Ze maken een reis door de geschiedenis van hun lichaam, terwijl ze gewoon blijven staan. Er wordt getest: kan ik die arabesque nog? Hoe ver wil mijn lichaam nog gaan na een verleden als danser dat allang achter de rug is?
Er worden herinneringen opgeroepen: kun je terug naar hoe je was als kind? De volwassen danseres Irene zoekt naar haar zesjarige ik. Springerig, wild huppelend en hoekig. Haar voeten zet ze vastberaden en direct voor zich, als een onbevangen kind dat vol vertrouwen de wereld tegemoet treedt. Het is er nog, dat kind. En tegelijkertijd kan het er niet zijn zonder de huidige leeftijd en ervaring waarmee Irene het kind in haarzelf door beweging weer naar boven kan halen.
Zo reizen de vrouwen door hun eigen lichaam. Hun generaties kruisen elkaar, en wie oud is en wie jong doet er niet meer toe: dat alles valt in elkaar wanneer ze je deelgenoot maken van het archief van hun lichaam. Hun lijven laten iets uit verleden en heden tegelijk zijn.
Ook het maakproces, oftewel het archief van de voorstelling, versmelt met de huidige uitvoering op het toneel. Een voice-over leest de brief van Mona, één van de oudere danseressen, voor, waarin ze vertelt over haar twijfels om mee te doen na een verleden van pijn en dans dat ze eigenlijk achter zich dacht te hebben gelaten. Maar ze staat er. Ook aanwijzingen en opdrachten van de choreograaf worden vanuit het repetitieproces naar deze zaal gehaald. Opdrachten worden hardop gegeven en zo raken repetitie en voorstelling elkaar; alsof ze niet van elkaar verschillen of te scheiden zijn.
Wanneer op een scherm zo hoog en breed als de achterwand van het toneel steeds meer lichamen van de vier vrouwen verschijnen, realiseer je je hoe al die lichamen op elkaar lijken, maar toch ook elke keer een andere versie van dat lichaam herbergen. Ze herhalen: ze draaien, ze brengen een been omhoog. Ze bouwen aan hun huidige lichaam met oefeningen uit het verleden.
Aquí Siempre stelt vragen over wat jou maakt tot wie je bent. Welke geschiedenis herbergt je lichaam? Kun je je daarvan losmaken, of blijft die altijd weer boven komen? En is dat archief dan je verleden, of eigenlijk nog steeds je heden, wanneer het nog steeds bij je is? Wat betekent dit voor ons begrip van tijd? Kan die wel lineair zijn, of is het verstrijken van de tijd enkel iets dat wij mensen bedacht hebben om structuur aan ons leven te geven?
De autobiografische verhalen waarmee we via de lichamen van deze vrouwen kennismaken, gaan in op de persoonlijke relatie met de tijd. Het relativeert ons lineaire tijdsbegrip tot iets dat in relatie tot je eigen lichaam niet relevant is. Je lichaam draag je altijd bij je, je verleden en herinneringen ook. Die zijn niet weg, maar springlevend en aanwezig in het heden. Je lichaam vergeet ze niet.
Dans vormt dan de ultieme vorm van tijdloosheid, waarbij je altijd in het nu, maar ook in het verleden bent: je gebruikt je ervaring uit het verleden om bewegingen uit het heden te kleuren. Of, zoals één van de vrouwen zegt: ‘When I dance, I don’t feel my age.’
Foto: Alex Brenner