De twaalfjarige Ali heeft een poëtische geest. Op een hete zomerse dag zit hij op zijn stadse balkonnetje te mijmeren over de schoonheid van zijn geboorteland dat hij acht jaar eerder heeft moeten ontvluchten. In zijn herinneringen lopen fantasie en werkelijkheid door elkaar, een dichter mag dat. Voor zijn geestesoog wordt zijn vaderland een idyllisch oord met goudgele woestijnen en een diepblauwe zee. (meer…)
Mike gaat niet vertellen wat er is gebeurd, want dan zou niemand hem geloven. Hij gaat het laten zien én laten horen. Sterker nog: hij neemt ons mee. Iedereen aan boord? Het orkest ook?
Apollo (6+) van RAAF Muziektheater en het Rotterdams Philharmonisch Orkest is een reconstructie van hoe de band ‘Apollo’ naar de maan is gegaan. Neil (Hanna van Vliet), Buzz (Amro Kasr) en Mike (Martijn van der Veen) maken samen op twee elektrische gitaren en een synthesizer op aarde zoete liedjes, tot op een dag uit het niets Raaf (Freek den Hartogh) voor hen verschijnt.
Zwaaiend met een dirigeerstok laat Raaf, in een uitwaaierend blauw glitterpak, iedereen zingen. Hij heeft overwicht op de zaal én op de band. Een vreemde vogel die een buitenaardse indruk maakt. Hoewel de bandleden niet weten wie hij is of waar hij vandaan komt, spelen ze met hem ineens de sterren van de hemel. Als Raaf voorstelt om te spelen op een plek waar nog niemand ooit gespeeld heeft, begint de reis.
Het hele orkest gaat mee. De nieuwe compositie van Corrie van Binsbergen is sfeervol klassiek en voert ons subtiel mee de ruimte in. Het orkest is niet te beroerd om af en toe een grapje uit te halen: vlak voor de lancering blijkt dat er onder hun jasjes een Apollo-uniform schuilgaat en de dirigent (Rolf Verbeek) geeft ready for take-off. Dit zorgt ervoor dat er werkelijk een universum wordt gecreëerd waar we allemaal onderdeel van zijn. Soms gaat de muziek een samenspel aan met de tekst, bijvoorbeeld wanneer Raaf zegt: ‘Hier is nog nooit muziek gemaakt, luister’, en er even alleen een viool klinkt. Op dat moment kunnen we niet anders dan ons voor te stellen dat dit de eerste muziek ooit is die er klinkt. Of dat het misschien juist de stilte symboliseert, dat moment ervóór.
De acteurs kunnen via trapjes het balkon beklimmen en als raket gebruiken, als landingsbaan, als maanoppervlakte. Het lichtontwerp en decor (Morgana Machado Marques en Leoni Pirenne) helpen daarbij: dan zijn de geprojecteerde cirkels ogen die ons aankijken, dan weer zijn het de flakkerende sterren in het heelal. Geen gedoe met ruimtepakken, de instrumenten geven licht.
Raaf verdwijnt even geheimzinnig als hij gekomen is. Zoals hij over zichzelf zegt: hij is er wel én hij is er niet. Schrijvers Rosa Peters en Freek den Hartogh laten ons via dit personage zien dat je er op mag vertrouwen dat inspiratie altijd terugkomt, dat je gewoon samen muziek kan gaan maken, ook als je nog niet weet hoe. Als je sterrenstof blijft verhitten, krijg je vanzelf een nieuwe ster; de tekst zit vol met sprekende beelden. Hier en daar zitten wat kleine losse eindjes, zoals de relatie tussen inspiratie en liefde. Maar de boodschap is helder: creativiteit is een ontdekkingstocht.
Deze fantasierijke en muzikale voorstelling onder regie van Rosa Peters brengt een ode aan het onvoorstelbare, het onmogelijke, ‘zelfs als niemand je gelooft’. Een ode aan het ontginnen van onbekend gebied waar nog niemand is geweest. De speelse acteurs, het geweldige orkest, de mooie muziek, de doeltreffende vormgeving, het grijpt allemaal in elkaar en neemt ons mee het universum in. Gezien het aantal kinderen dat zingend de zaal verlaat, reikt dat tot ver buiten de voorstelling.
Foto: Caroline de Winter