‘Ook gij, Brutus!’ Ehh nee, het is in dit geval niét Brutus die zijn dolk in het lichaam van Julius Caesar plant; hij durft op het laatste moment niet. In deze kolderieke mash-up van Romeinse tragedie, Griekse mythes en actualiteitensatire, neemt De Spelersfederatie wel vaker een loopje met de verwachtingen van het publiek. (meer…)
Henk van der Meyden, Jan Lenferink, André van Duin als Meneer Wijdbeens. Ze waren allemaal welkom bij de commune van Anton Heyboer. Het zelfgekozen isolement van de kunstenaar in Den Ilp, waar hij woonde met drie, vier en later zelfs vijf vrouwen, sprak enorm tot de verbeelding van de kijkende massa. Mede dankzij die publiciteit werd Heyboer de bestverkopende Nederlandse kunstenaar. De lunchvoorstelling die momenteel in Theater Bellevue te zien is, gaat vreemd genoeg aan die media-aandacht voorbij.
Vreemd genoeg, omdat de voorstelling Anton Heyboer – Groeten uit Den Ilp, die Don Duyns schreef en regisseert, inzoomt op Heyboers afwijzing van de banale alledaagsheid van de maatschappij. Wars van burgerlijkheid koos hij een isolement te midden van levende have en vijf vrouwen. Een eigen samenleving met Anton als Jezus en Boeddha tegelijk.
De voorstelling is een reis door het gedachtengoed van de kunstenaar, dat laveert tussen gekte en spiritualiteit. De levensfilosofie van Heyboer vindt zijn inspiratie vooral in de Oosterse wijsbegeerte. Leven in rust en stilte, zonder iets te moeten, te willen en zonder overtuiging. Geen ja en geen nee, maar ‘mu’, Zen. Die rust en stilte bepalen voor een groot deel de sfeer van de voorstelling.
In 2008 gaf Dick van den Toorn al gestalte aan Anton Heyboer in een korte Parade-voorstelling, die toentertijd niet helemaal tot zijn recht kwam door het lawaai buiten de tent. Uitgewerkt tot een voorstelling van een uur, gespeeld in een rustig theater is daarvan geen sprake. De acteur speelt Heyboer zoals we die kennen: aarzelend, warrig en zoekend. Met de bekende, wat slepende stem, scharrelt hij rond in zijn atelier. Hij sjouwt met een paar takken, maakt in twee minuten een kunstwerk – en wat het voorstelt kan ook in twee minuten veranderen. Hij fulmineert tegen alles wat burgerlijk is. Bizarre ideeën, scherpzinnige observaties en oorspronkelijke gedachten gaan in zijn universum hand in hand. Ik ben geen kunstenaar, zegt hij, ik ben een overlever.
Daartussendoor schipperen de vrouwen. Net als Heyboer konden of wilden zij zich niet handhaven in de normale mensenmaatschappij. Aangeraakt door de kunstenaar bloeiden zij open en konden zij zijn wie ze wilden zijn, zo heet het. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. Anneke Sluiters, gehuld in de bekende, zelfgemaakte natuurlijke hobbezakkleding, speelt de vrouwen. Zij toont de worsteling van het jonge meisje dat nog met één been in het burgerlijke bestaan buiten de schuur in Den Ilp staat. Ze danst haar verlangen naar lichamelijke geborgenheid uit op Wuthering Heights van Kate Bush, in haar Kate-imitatie smachtend naar Heathcliff. Maar Heyboer is geen Heathcliff en haar kleinburgerlijke blokje kaas-terreur is hem een gruwel.
Een aparte plaats neemt Petra in. Zij is de laatste vrouw die zich bij de kunstenaar aansloot en woont niet in de commune. Aan de overkant van de weg heeft zij een huisje waar zij de kunst van Heyboer verkoopt. Ze is een tussenpersoon tussen Anton en de wereld. In twee korte monologen speelt Sluiters haar als een eenzame buitenstaander, die hunkert naar een plek bij Heyboer, in de commune tussen de anderen. Maar Heyboer geeft geen gehoor.
De wereld die Don Duyns in Anton Heyboer – Groeten uit Den Ilp schetst is een door de kunstenaar zelf geschapen wereld. Een zoektocht naar waarachtigheid. Dat is de kern waarom hij zich heeft afgekeerd van de burgermaatschappij: de mensen zijn zichzelf niet, zijn niet echt. In een stad als Amsterdam gebeurt niets, omdat iedereen er alleen maar bezig is met doen alsof.
Waar de oorsprong van die huisje-boompje-beestje-haat vandaan komt, blijft in het midden. Cruciale gebeurtenissen uit het verleden (Arbeitseinsatz in de Tweede Wereldoorlog, psychiatrische opname in de jaren vijftig) blijven onbenoemd of sluimerend op de achtergrond aanwezig. Wat dat betreft is de voorstelling helemaal Zen: in het moment. Heyboer doet en denkt en heeft naar eigen zeggen verder niets nodig – behalve de aandacht van zijn vrouwen.
Gezien zijn afkeer van burgerlijkheid en de dagelijkse banaliteit, blijft zijn innige band met de massamedia een raadsel. Was het pure commercie die hem dreef? Of toch de aandacht van de buitenwacht? Het blijven onbeantwoorde vragen.
Foto: Jip van den Toorn