Pfoe. Hi baubo, van Hannah De Meyer is geen makkelijke lectuur. Zonder de juiste aandacht – en zonder visuele input van de performance zelf – is deze korte, Engelstalige tekst een weerbarstige brok poëzie. Hij dient te worden bewerkt, herkauwd en opengespleten, tot na de zoveelste lezing eindelijk een zachte kern zich aandient. (meer…)
Dat Anouk van Dijk in 2012 Amsterdam voor Melbourne verruild heeft, is nog steeds een groot verlies voor de Nederlandse danswereld – en dan vooral voor dansliefhebbers (zoals ik) die om esthetiek geven maar NDT soms te gepolijst vinden en Emio Greco/PC over de top.
De nieuwe voorstelling van haar Australische gezelschap Chunky Move, gisteren en vandaag op het Spring Festival in Utrecht, is inderdaad intens esthetisch, maar dan anders. Er zit genoeg vervreemdingstheater en gecontroleerde chaos in om de schoonheid spannend te houden. Het thema ‘Anti-Gravity’ vertaalt zich vooral in een spel met licht, lucht en ruimte – waarbij het licht wordt vertegenwoordigd door deels prominent aanwezige schijnwerpers en de lucht door een rookmachine en projecties van wolkenluchten, die onvermijdelijk aan het bureaublad van eerdere generaties Windows doen denken.
Drie jaar geleden opende Chunky Move het Spring Festival met Complexity of Belonging. Dat was een statement over het hedendaagse Australië in danstheaterformaat, met persoonlijke verhalen over de positie van Aziaten, homo’s, geassimileerde Aboriginals en neurotische jonge stedelijke single vrouwen. Daarbij vergeleken is Anti-Gravity nogal onpersoonlijk, een installatie met bewegende mensen erin.
Anti-Gravity borduurt voort op The Cloud of Unknowing, het videokunstwerk waarmee co-creator Ho Tzu Nyen furore maakte op de Biënnale van Venetië in 2011 en dat nu ook te zien is op Spring. Daarin worden acht bewoners van een akelige flat in Singapore bezocht door een wolk. In Anti-Gravity maken de dansers die wolken zelf, ze stuwen die voort en zuigen ze op met een windmachine, ze toveren ze tevoorschijn met een hedendaagse toverlantaarn.
Het zijn de methoden van het negentiende-eeuwse panorama met de middelen van het moderne theater, waarin illusies er zijn om doorbroken te worden. Het voorste projectiescherm fungeert tevens als venster, spiegel en klimrek; de danseressen die er voor en achter zitten versmelten en scheuren weer uiteen, en een derde danser klimt over hen heen van de ene kant naar de andere.
De dansers zien er in hun tule gewaden uit als hellenistische standbeelden in wet drapery-stijl – al is één van die standbeelden bedekt met tattoos. Ze bewegen zich van het ene tableau naar het andere, soms als vrijstaande beelden, dan weer in elkaar verstrengeld, de grenzen van de balans opzoekend, zoals de countertechniek het voorschrijft. Een trekt aan het einde zijn jurk uit om in een badje De Geboorte van Venus van Cabanel te imiteren, vaag uitgelicht en strategisch zo gepositioneerd dat je niet ziet (of vergeet) dat het een man is.
Gelukkig zijn er tussen die tableaus door ook wervelende momenten waarin de spanning losschiet, en de standbeelden veranderen in maenaden. Het is alleen irritant dat die balans tussen spanning en ontlading ook weer zo goed uitgebalanceerd is. Anti-Gravity is meer dan een verzameling memorabele beelden – en het beeld van een grote witte ballon, een wolk in een zakje dus, met wolken erop geprojecteerd, is zeker memorabel – maar blijft uiteindelijk met beide benen op de grond, meer dan de makers zelf hadden gewild.
Foto: Pippa Samaya