Elegante blik, strakke kaaklijn, een grande dame in zilver. Igone de Jongh verleidt Carré vanaf de eerste seconde. In een avondvullend programma over doorzettingsvermogen wordt ze bijgestaan door een bataljon dansers van het United Ukrainian Ballet, ex-danspartner Marijn Rademaker en een stuk of wat beroemde vrienden. (meer…)
We krijgen maar geen genoeg van Annie M.G. Schmidt. De bio-musical trekt volle zalen, de Harrie Bannink-podcast toert door het land, en de echte liefhebber kan zich verheugen op een nieuwe documentaire-reeks. Als kers op de taart brengt Carré een muzikale hommage aan de schrijfster. In Annie M.G. in Carré wordt het repertoire van Schmidt vertolkt door een bont gezelschap van oudgedienden, een matrozenkoor, een operazangeres en zelfs een trapezeartiest.
‘Nou ja, ik zal ze niet schoppen als ik ze tegenkom, maar ik ben niet speciaal dol op kinderen, nee.’ De plagerige stem van Annie M.G. Schmidt galmt door de zaal van Carré, terwijl een grote ronde bril naar beneden zakt. De toon is gezet in Annie M.G. in Carré: dit is de dwarse Annie die zo tot de verbeelding spreekt, de domineesdochter die met haar gedichten, verhalen en musicals altijd tegen de calvinistische moraal schuurde.
In de eerste akte wordt dit vet onderstreept. We zien verschillende interviews met Schmidt, waar nog meer oneliners de revue passeren. Het welbekende gesprek met Ischa Meier over haar vroege flirts met ‘engerds’ kan rekenen op een grote lach uit de zaal. Muzikaal staat de eerste helft in het teken van losse liedjes, ‘In Holland staat een huis’ en natuurlijk ‘Ja zuster, nee zuster’.
Leading lady Loes Luca vertelt ons hoe ze als kind al keek naar de belevenissen van Zuster Klivia, niet wetende dat zijzelf later het stokje van Hetty Blok zou overnemen. Ze zingt een lied dat niet in de filmversie zat, maar prima bij haar past. ‘Laat ze breien’ is een bossa nova waarin Klivia fantaseert over wereldleiders die vredesluiten door samen te breien. Niet veel meer dan swingende heupen en de typische ironie van Luca zijn nodig om dit nummer tot zijn recht te laten komen.
Lastiger zijn de nummers waar een nieuwe draai aan wordt gegeven. Naast Luca zien we bekende muzikale acteurs als Huub van der Lubbe en Dick van den Toorn, maar ook een paar verrassende keuzes. Zangeres Janne Schra blijkt een goede match met Schmidts meer gevoelige repertoire. De melancholie in ‘Ik zou je het liefste in een doosje willen doen’ en ‘En toen’ wordt dieper door haar jazzy stem. Andere ‘nieuwe jasjes’ blijven vooral illustratief. We zien een trapeze-act tijdens een nummer over een trapeze, en van der Lubbes ‘Kermislied’ wordt vergezeld door twee accordeonisten. Een operateske versie van de ‘Hoezepoes’ is even leuk, maar voegt maar weinig toe aan het materiaal.
Schmidt en Bannink waren op hun best in de musicals die ze geschreven hebben. Dat blijkt maar weer in de helft na de pauze, waar we showstoppers horen uit Heerlijk duurt het Langst, En nu naar bed, Wat een planeet en Madam. Jenny Areans ‘Het is over’ blijft indrukwekkend, net als het iconische ‘Vluchten kan niet meer’, ditmaal met Huub van der Lubbe. Loes Luca weet wel raad met een door de zaal dolende boze fee, en ook Frederique Spigt overtuigt als ‘gevaarlijke vrouw uit Rotterdam’. De grote verrassing aan het einde van de avond is echter Anniek Pheifer, die een prachtige soloversie zingt van het verdrietige lied ‘Radijs’ uit Wat een Planeet. Gelukkig waren er televisieopnames, en kunnen we het later nog eens terugluisteren. Met de juiste acteurs heb je geen kunstgrepen nodig om het repertoire van Annie M.G. Schmidt tot leven te wekken. De tekst en de muziek doen al het werk al.