Negen witte zwevende gezichten staren je met lege ogen aan als je binnenloopt bij Grenzen. Erachter verstopt zit poppenspeler en actrice Cat Smits, die ze tot leven brengt met ellebogen, knieën, voeten en handen. (meer…)
De achttiende-eeuwse Zweedse arts, plantkundige, zoöloog en geoloog Carl Linnaeus is een prachtige pop met glinsterende oogjes. Als de voorstelling begint is hij druk bezig dat te doen waarmee hij beroemd geworden is: categoriseren, classificeren, benoemen. Orde scheppen in de chaotische dieren- en plantenwereld.
Linnaeus is degene die de mens het predicaat Homo sapiens gaf, en de kat Felis catus. Maar wat deed hij met wezens die zich niet lieten vangen in zijn systeem? Die stopte hij weg in een doos met het opschrift Animalia Paradoxa. Zie hier ook de titel van de nieuwe voorstelling van de Braziliaanse danser, choreograaf en (poppen-)theatermaker Duda Paiva en Lavinia Meijer.
Paiva en Meijer, de harpiste met Zuid-Koreaanse wortels, hadden allang een klik, en met Animalia Paradoxa komt het nu tot een gezamenlijk project. Over bijzondere soorten die niet in hokjes te plaatsen zijn, over buitengesloten worden, gecategoriseerd, een plakkertje erop.
De makers nemen daarbij het persoonlijke relaas van Lavinia Meijer als uitgangspunt. Met haar mooie harpspel en haar roodglanzende elegante instrument neemt ze vanaf het begin een heel eigen plek in op de speelvloer, naast het ingenieuze, draaiende decor waarin Linnaeus en nog veel meer van Paiva’s geweldige poppen tot leven worden gewekt.
Met enige regelmaat verlaat Meijer voor korte tijd haar harp om haar verhaal te doen: dat van het geadopteerde kind dat op tweejarige leeftijd vanuit Zuid-Korea in Nederland terechtkwam. Dat alhier een leven opbouwde, maar altijd ook het gevoel hield ergens ‘weggerukt’ te zijn. Een buitenbeentje, als de sirene met de lokkende roep, door de Linnaeussen van deze wereld liefst gemarginaliseerd.
Paiva maakt een heerlijk ijdel mannetje van de Zweedse geleerde, die hij niet alleen bespeelt maar ook als tegenspeler van repliek dient. Op verschillende niveaus spelen de makers zo elk op hun manier met het geliefde begrip verbeelding. Was Linnaeus die rigide wetenschapper die zijn animalia paradoxa het liefst te lijf zou gaan, zoals in de voorstelling? En wat zijn deze animalia nu eigenlijk? En is Meijer eigenlijk een Aziatische krijger?
Aldus ontrolt het stuk zich als een muzikale en zachtmoedige oproep tot omarming van al die buitenbeentjes, van het onbekende, het andere. De sentimentaliteit die hierbij af en toe om de hoek komt kijken wordt dan keer op keer ruimschoots gecompenseerd door de fantastische vormgeving die op de sirenes, feniksen, kevers, saters, pelikanen, draken en eenhoorns, op alle animalia paradoxa, een ware lofzang is.
Foto: Sjoerd Derine