Het moet de kaskraker van deze zomer en komend seizoen worden: het grootschalige muziektheaterspektakel Amadeus van Het Nationale Theater en de Theateralliantie in samenwerking met OPERA2DAY en in de regie van Theu Boermans. Het begint ijzersterk: in een rolstoel richt de oude Salieri zich rechtstreeks tot het publiek, met schuin achter zich het ensemble eveneens in rolstoelen, gekluisterd aan een televisie met daarop André Rieu. (meer…)
Dat lichtzinnige lachje, het spotten met zijn talent, het bespelen van een piano die op zijn kant ligt, de geniale creatieve overdaad: sinds de film Amadeus (1984) van Milos Forman is dat het beeld dat we hebben van Wolfgang Amadeus Mozart. Niet langer een suikeren Salzburger wonderkind, maar een man met grimmige grillen.
Al is er een bonbon naar hem genoemd, de Mozartkugel, Mozart was een componist die in het aangezicht van de dood de ontroerendste muziek schreef, het Requiem. Regisseur Jeroen Kriek van het in Zwolle gevestigde jongerengezelschap The Young Ones maakt onder de titel Amadeus M. een theatrale versie van Formans film. Zijn scripschrijfster is Yvon Haan. Veel is ontleend aan het filmscenario van Peter Schaffer, die eerder het gelijknamige toneelstuk schreef.
Het gezelschap The Young Ones richt zich op talentontwikkeling in Oost-Nederland. Een voorstelling als Amadeus M. leent zich daartoe bij uitstek. Er is live muziek door het prachtig spelende orkest Musica Michaelis. De speelruimte die de groep ter beschikking heeft, is zonder meer ideaal te noemen: een voormalige katholieke kerk aan de rand van de binnenstad.
In deze versie richt Kriek zich op Mozart als een popster die verdwaald is in de klassieke muziek. Hij heeft de allure van een Michael Jackson, Britney Spears of Prince. Er treden liefst drie Mozarts aan: als kind, als jongvolwassene en als oudere man (eigenlijk een jongeman nog) vechtend tegen de dood. Dat werkt goed en geeft spanning. Het wonderkind wordt gedrild door vader Leopold Mozart, opdat hij het hoogste muzikale niveau zal halen. Geleidelijk verloedert Mozart. Gaat aan de drank, geeft zich over aan liederlijke feesten met decadente vrouwen. Afgezien van de film Amadeus is er nog een film waaraan we kunnen denken, qua sfeer en aankleding, dat is Casanova (1976) van Fellini.
De kostumering door Reindert Kruse is exuberant en oogverblindend. Torenhoge kapsels, wuivende verentooien, ruisende hoepeljurken. Het is knap hoe regisseur Kriek een cast van bijna vijftig spelers, plus een orkest, zeker in het eerste deel strak in de hand weet te houden. De opkomsten en afgangen hebben het tempo van een choreografie. Aan de ene kant van het speelveld ligt een stapel piano’s, aan de andere zijde zit het orkest en bevindt zich een tweede verhoogde speelvloer. Daar ligt de dreigende onderwereld waarvandaan rook over de bühne waaiert.
Het eerste deel van de voorstelling is het sterkst: de dramatische lijnen zijn strak en duidelijk. De drie Mozarts hebben een mooie wisselwerking tussen de bedeesdheid van het kind, de ambitie van de jongvolwassene en de hang naar decadentie in het aanzicht van de dood van de volwassen Mozart. Vooral de acteur (Thomas Hengeveld) die de derde Mozart speelt is fantastisch: energiek, mateloos, geniaal. In dramatisch tegenspel met hofcomponist Antonio Salieri – de middelmatige componist die gruwt van Mozarts fratsen – heeft hij de juiste, tartende inzet.
Het tweede deel, na de pauze, geeft helaas geen nieuwe inzichten of wendingen. Mozart verloedert steeds meer, omringt zich met wufte vrouwen en geeft zich over aan drank en decadentie. Zijn waardigheid is tot een dieptepunt genaderd. Hier wint de kwaliteit van de film het van deze toneelversie. In de film krijgt Mozarts worsteling met zijn laatste geheimzinnige opdracht, het schrijven van een Requiem voor een anonieme graaf, steeds meer drama. Hier verliest de Amadeus M. aan drama, met als minst geslaagde scène het krijsend toeroepen van jonge vrouwen die de klassieke popster aanbidden, zwanger van hem willen worden enzovoort.
Helaas werkt het niet meer. Het punt is allang, en uitentreuren gemaakt, en opeens krijgt alle energie iets vermoeiends. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het probleem is dat regisseur noch scriptschrijfster het verhaal op een ander niveau tillen. Ze blijven steken in het beeld van het ontspoorde, zelfdestructieve wonderkind dat alle contact met de hem omringende wereld heeft verloren. De werveling van het begin gaat stil staan. Maar gelukkig valt er qua muziek en acteerprestaties nog zoveel te genieten dat deze dramaturgische kanttekening de voorstelling niet overschaduwd. Naast hoofdrolspeler Thomas Hengeveld bevindt zich onder de acteurs en actrices beslist zeer veel talent.
Foto: Isabelle Renate La Poutre