In de solovoorstelling Litanie schetst Naomi Seine een direct, persoonlijk en openhartig portret van ingrijpende gebeurtenissen in haar leven. De originele bewerkingen van de chansons van Jacques Brel geven een ontroerend beeld van haar emotionele zoektocht als jongvolwassene. (meer…)
De muzikale voorstelling Als wolken konden doden begint bijna fluisterend. De stem van theatermaker en afgestudeerd zangeres Naomi Seine maakt meteen iets los in het publiek. Het streelt een bepaald plekje in de hersenen, zo’n stem. Zacht en voorzichtig als ze haar instrument in het begin ook inzet, kwetsbaar is de stem van Seine niet. Met een bewonderenswaardige controle in meerdere registers, houdt ze die wil tot luisteren een voorstelling lang vast.
In Als wolken konden doden ontmoeten we een jonge, angstige vrouw. Waar ze bang voor is, zien we niet. We zien het duiveltje in haar hoofd niet, zoals we het monster onder het bed niet zien. Niets om te zien, niets om bang voor te zijn, toch? Als deze voorstelling iets duidelijk wil maken, is het misschien wel dat juist die dingen, die onzichtbare en niet uitgespeelde scenario’s het leven zwaar maken als steen, als robuust beton. Zo zwaar dat je zelf ook niet meer begrijpt wat zichtbaar, tastbaar of betrouwbaar is.
Achter Seine staat muzikant Hendrik Behnen. Hij bouwt het geluid even nauwkeurig op als Seine haar teksten. Ze zijn gelaagd, spreken steeds een ander deel van haar angsten toe. Achter hen hangt een witte sluier van het plafond naar beneden. Het zijn de witte muren van de kamer waarin de ikpersoon in deze voorstelling lag toen haar vader vertrok, alsook de witte gordijnen van de kamer van haar lief, net voor hij haar verlaat om niet meer terug te komen.
Het zijn wolken die haar hoofd sindsdien mistig maken. Dit lijkt de oerangst, die waar het allemaal mee begint, een angst die van vrouw op vrouw in de familie is doorgegeven, omdat er steeds weer reden leek hem te vertrouwen: verlatingsangst.
En zoals degenen die ermee kampen weten, komt angst nooit alleen. Zo is de ik niet alleen bang om verlaten te worden. Ze is bang om het financieel als kunstenaar niet te redden, bang voor wezens die zich in haar huis verstoppen, bang dat ze ziek is, dat ze doodgaat, dat ze verdwijnt. In liedjes die afwisselend grappig, dan weer aangrijpend zijn, neemt ze ons mee door het dichte bos in haar hoofd. Het is een veelheid aan angsten die maar weinig lucht overlaat om van te leven. Dit kan zo niet langer, besluit Seine, en in die overtuiging roept ze Yvonne in het leven.
Yvonne is een alterego dat Seine doorheen de voorstelling aanspreekt, toesnauwt en om hulp vraagt. Het is iemand die niet bang is. Iemand die de rekeningen telkens weer betaald en zich door niets laat afschrikken. Het is dankbaar voor de voorstelling, dat er hier een ‘tegenspeler’ in het spel geroepen wordt. Niet alleen omdat Seine in het wisselen van personages haar kracht als actrice neerzet, maar ook om het publiek een handvat te geven om langs de vele angsten en onderwerpen te navigeren. Yvonne biedt houvast, voor zowel de ik als het publiek.
Daar waar de uitvoering alle lof verdient, bleef de uitwerking vooral naar het einde toe wat achter. Een onderzoekende voorstelling over angst hoeft denk ik niet naar een antwoord toe te werken. Juist het tonen van die overweldigende hoeveelheid leek de kracht van Als wolken konden doden. Misschien is er geen antwoord, dacht ik, misschien is het probleem te hardnekkig om hier in het bijzijn van een publiek een oplossing te presenteren.
Toch lijkt het laatste deel van het stuk wat stroef toe te werken naar een moment van opluchting. Tijdens de laatste nummers, die elkaar steeds een beetje tegenspreken, dan weer nuanceren, raak ik dan ook wat verdwaald. Zou er dan toch plots verlossing komen? En waar komt dat dan opeens vandaan? Als een ‘overwinnend’ slotlied inderdaad arriveert, blijf ik met vragen achter. Kun je je angsten wel in de vriezer stoppen, ze in zee gooien en verder gaan? Kun je dat gewoon besluiten, je te distantiëren van angst?
Seine speelt overtuigend, zingt overdonderend, alleen dat wat ze met die twee vertelt blijft soms nog wat in de lucht hangen. Het zweeft boven de grond en vormt een wolk. Het is zowel de kracht van de voorstelling als de valkuil. In ieder geval leveren de wolken in het hoofd van Seine een eigenzinnig stuk op, met prachtige nummers die doen denken aan de muziek van Wende, maar toch eigen zijn. Ik heb graag geluisterd en ben benieuwd naar meer.
Foto’s: Elodie Vreeburg