Het is misschien ook echt de goden verzoeken, in deze tijd een voorstelling programmeren die Alles Komt Goed heet en gebaseerd is op Camus’ De pest. Een voorstelling over een epidemie – de pest – die niet door kan gaan vanwege een epidemie – corona. Hoe bizar kan het gaan… (meer…)
Filosofietheater – het zou een genre kunnen worden. Er is ruimte en variatie, van het door denkers en denken geïnspireerde cabaret van Tim Fransen via de stand up-filosofie van Laura van Dolron (ter plekke het publiek voor- en laten meedenken) tot de historisch-inhoudelijke voorstellingen van OT rotterdam. In Een winterplan schetste de groep de vriendschap van Nietzsche, Paul Rée en Lou Andreas-Salomé. De nieuwe voorstelling gaat over Theodor Adorno, een man die veel meemaakte en zich alleen in zijn hoofd thuis voelde.
Theodor Adorno werd dankzij een katholieke moeder en een joodse vader geboren in 1903, toen de romantiek nog bestond, vrouwen geen kiesrecht hadden, Mahler zijn symfonieën componeerde en de tsaar aan de macht was. Tijdens zijn leven werd de abstracte kunst geboren, deden communisme en fascisme hun verwoestende werk, woedden twee wereldoorlogen en de holocaust en werden jazz en rock & roll de soundtrack van de jeugd. Over ongeveer al die onderwerpen had Adorno een mening, en die was bepaald kritisch.
Hij studeerde filosofie, sociologie, piano en compositie en werd behalve denker en publicist ook componist en muziekcriticus. In 1938 vluchtte hij naar de Verenigde Staten, waar hij in het gezelschap verkeerde van Igor Stravinsky, Tomas Mann, Bertolt Brecht, Hanns Eisler, en nog meer cultureel erfgoed. Terug in Duitsland werd hij een gevierd filosoof en docent, werd zijn kritiek op het kapitalisme door zijn studenten gewaardeerd maar werd hij belaagd door vrouwen met blote borsten toen hij zijn ideeën niet in daden wilde omzetten en hij zich afzette tegen populaire cultuuruitingen. Individualist tot in de kist.
Paul R. Kooij speelt Adorno, en dat is een weerbarstig genot. Juist door zijn spel met de rem erop neemt hij je mee in zijn hoofd, want daar gebeurt het. Zijn kritische opstelling is geen keuze of levenshouding, maar is verankerd in zijn wezen. Een compromis zit er niet in. Zijn motoriek is ingehouden; hoewel hij even danst knarst alles aan de man.
Door zijn kritische standpunten (hij was antikapitalistisch, maar dat betekende zeker niet dat hij zich wilde aansluiten bij het communisme) leek hij te passen in de tijdgeest, maar hij bleef een man die veertig jaar ouder was dan het huppelende volk om hem heen en een totaal andere geschiedenis had meegemaakt. De jeugd denkt in systemen om greep te krijgen op de wereld en wil intussen ook feestvieren. Adorno wantrouwde elk systeem en groepsgedrag. De populaire cultuur was voor hem een vorm van verdoving die de waarheid in de weg stond en de massa opnieuw rijp maakte voor een volgende vorm van marcheren. De wereld is aan het kantelen en u staat aan de zijlijn, verweten zijn studenten hem. Maar de wereld was verscheurd in Adorno’s optiek en de zijlijn was de enige optie. Activisme paste hem niet, en dat kwam hem te staan op vernedering door studenten die hem ook waardeerden. Kooij laat je die tragiek schrijnend voelen.
Adorno had zijn wortels in een essentieel andere tijd. Hij huiverde voor lichamelijk contact en ging niet door de knieën voor populariteit. Dat maakt je geen held van een nieuwe opstandige generatie, zoals Sartre dat wel werd.
Naast Kooij spelen drie jonge actrices in Als we Theodor met rust laten komt alles goed (de titel begrijp ik niet): Noah Blindenburg, die eerder te zien was in de jeugdmuziektheatervoorstelling De betoveringen bij het OT, en de stagiaires Daantje Idelenburg en Jasmijn Strookman. Zij vormen de swingende entourage van de stijve professor, dat uiteindelijk overgaat tot het Busenattentat. De drie vrouwen spelen hun halfblote protest als een kruising tussen de sirenen van Odysseus en de heksen van Macbeth.
Ook de muziek geeft het gevecht tegen de tijdgeest weer. Gitarist Eric Magnée speelt een stevige Roll over Beethoven, draait een LP van Soft Machine, maar verwijst ook naar Brahms. Daantje Idelenburg vult hem soms aan op cello, de drie vrouwen zingen.
Tekst en regie zijn van Mirjam Koen. Ze heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt met de gekozen thematiek, maar houdt het mede met de hulp van dochter Dora informatief en emotioneel, zij het meestal ingehouden. een lekkere weghapvoorstelling hoef je niet te verwachten. Adorno is ontheemd in elke wereld en in elk systeem. Alleen niet in zijn eigen hoofd, dat zijn dwangbuis en vrijheid tegelijk is.
Foto: Pepijn Lutgerink