Hij is geen zendeling geworden, maar is het toch een beetje. Met de voorstelling Zie De Mens wil Tim Schouten naar eigen zeggen de wereld een beetje beter maken. Zijn onderzoek naar de vraag of je van iedereen kan houden zit vol optimisme en vergevingsgezindheid. (meer…)
Ronald Snijders slaat na vijf absurdistische programma’s een nieuwe weg in door in dit zesde soloprogramma ‘als zichzelf’ op het podium te gaan staan. Hij vertelt heel letterlijk en chronologisch het verhaal van zijn leven, dat twee maanden voor zijn geboorte, in de buik van zijn moeder begint en in het hier en nu eindigt.
Kindertijd, schooltijd, studententijd en verloop van zijn carrière en liefdesleven. Maar natuurlijk wordt het verhaal van zijn leven gelardeerd met uitstapjes en zijpaden, de woordspelingen en absurde scènes waar Snijders in eerdere voorstellingen het patent op had. Het levert een slim bouwwerk vol omkeringen op waarin oprechtheid en absurdisme een goede combi blijken te zijn.
In een omgekeerd decor, we kijken naar de achterkant, komt Snijders op. Niet kijken, roept hij bij aanvang. Want als je je ogen dicht doet gebeurt het. Maar als je ze niet dicht doet gebeurt het ook, roept hij er achteraan, direct verwarring stichtend. Snijders vertelt een paar moppen die de voorstelling niet hebben gehaald en besluit dan om alleen maar dingen te gaan vertellen die echt gebeurd zijn. Over zijn grote bewondering voor André van Duin. Zeven plakboeken plakte hij vol met plaatjes van zijn jeugdheld, één ervan heeft hij meegenomen om aan ons te laten zien. Aandoenlijk, dat plakboek uit de jaren tachtig. Over zijn geworstel met de liefde, ‘ik viel op meisjes maar niemand had het door’.
Op het moment dat hij een typmachine voor zijn verjaardag krijgt, een cadeau waarvan hij niet wist dat hij het wilde hebben, gaat een wereld voor hem open en begint hij met schrijven. Verhaaltjes, gedichten, boeken, en uiteindelijk theatervoorstellingen want daarbij zie je je publiek. En het gaat om het publiek, aldus Snijders. Zonder publiek geen artiest. Publiek was er al bij zijn geboorte en is er tot op de dag van vandaag, in de zaal bij deze voorstelling. Publiek heeft hij nodig om zijn verhalen te kunnen vertellen.
Niet lezen moeten wij, maar luisteren. Naar een geniaal geestig lied over de hel. Naar ‘ongevleugelde uitspraken’ van bekende mensen. Naar hersenspinsels over een winkel waar zowel koekjes als lampen worden verkocht. Wanneer hij voor het eerst verliefd is richt hij zich niet rechtstreeks tot het meisje van zijn dromen maar is het gemakkelijker zijn gevoelens te uiten door in de aula van de middelbare school achter de piano te gaan zitten en een krankzinnig lied te zingen over Scandinavië.
Slechts één keer eerder zag het publiek de artiest als mens. Toen een voorstelling moest worden onderbroken omdat iemand in de zaal onwel werd. Woordspelingen waren niet toereikend voor deze situatie en Snijders bleek als zichzelf tamelijk onthand op het toneel te staan. Als u mij ziet als mens moet u mij missen als artiest, aldus Snijders.
In deze voorstelling doet hij toch een nieuwe poging. Maar sta je als jezelf op het podium als je alles, al je oprechte verhalen en eerlijke liedteksten uit je hoofd hebt geleerd? Als je hier en daar onbekommerd uit je eigen levensverhaal stapt om het publiek met prettige, intelligente, goed getimede ongein om de oren te slaan of rechtstreeks aan te spreken? ‘Zo leuk om jullie aan het werk te zien. Gaan jullie van tevoren ook eten samen? En wie betaalt er dan?’
De mens Snijders is tegenwoordig gelukkig getrouwd en heeft twee dochters. Als hij het allemaal over moest doen in zijn leven zou hij alles precies hetzelfde doen, zo zingt hij in zijn even orkestrale als ontroerende slotlied. De artiest Snijders blijkt precies te weten wat hij doet, haakt ieder ogenschijnlijk los draadje in zijn verhaal, blijft ons steeds een stap voor en levert een fijne, grappige, rijke, goed geconstrueerde voorstelling af.
Foto’s: Jaap Reedijk