Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen we stellen dat niemand op aarde elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat gelukkig is. Bij tegenslag is troost zeer welkom om weer boven Jan te geraken. Eva van Pelt duikt met alles gaat goed in de wereld van troost.

‘Hi, how are you?’ In de Verenigde Staten word je doodgegooid met deze hele belangrijke, maar in de praktijk nietszeggende vraag. Aan de kassa van de supermarkt, bij het binnenstappen van de taxi, bij een vluchtige ontmoeting met een onbekende in de foyer van het theater. Deze recensent heeft er een gewoonte van gemaakt om het enigszins ontregelende ‘Could be worse’ te antwoorden, maar men behoort natuurlijk gewoon ‘Fine, thanks’ te zeggen en dan de vraag te herhalen.

Haal het niet in je hoofd om te zeggen dat je net gezakt bent voor een belangrijk examen, een slecht bericht hebt gekregen van je arts of dat je gisteren ontslagen bent. Want dan zal de vrager in de ongemakkelijke positie worden gedwongen om op een of andere manier troost te bieden. En dat is niet de rol waar iedereen blij mee is.

Theatermaker-muzikant Eva van Pelt vroeg aan vijfentwintig mensen die ze goed, een beetje, of helemaal niet kende wat hen troost biedt. Ze vroeg het aan kinderen, pubers, volwassenen en ouderen met verschillende achtergronden. Aan gelovigen, ongelovigen, artiesten en stamgasten, van rouwbegeleiders tot vuurspuwers, aan zij die te maken hadden met depressie, burn-out, ziekte of verlies.

De voorstelling alles gaat goed begint met een reeks opgenomen antwoorden. Dan komen we niet geheel verrassend uit bij glaasje wijn, wandelen in de natuur, muziek, huisdier op schoot en aandacht van iemand krijgen die de vraag ‘hoe gaat het?’ echt meent. Verrassender waren de antwoorden: sterke parfum, in een grote pan roeren, schreeuwen aan de zee en jezelf pijn doen.

Dat stuk duurde wel erg lang. Maar goed, ondertussen bekeek Van Pelt de antwoorden op dezelfde troost-vraag die de bezoekers van deze Boulevard-voorstelling voor aanvang op een kaartje hadden geschreven. Een kleine selectie werd voorgelezen. Het leverde helaas niet veel extra’s op. Net als het daaropvolgende lied met eigen gitaarbegeleiding. Aardige muziek, obligate tekst over de eenzamen thuis of in de kroeg, die getroost zouden moeten worden.

Ook niet opzienbarend was een nogal sloom verteld verhaal met heel veel irritante pauzes over twijfel en de pijn die zij zelf had gevoeld toen ze moeder werd, en over het troosten van haar zoontje van anderhalf.  En daarna werd, hup, de band weer aangezet en komen de troost-ondervraagden weer uitgebreid aan het woord. Ging er nu echt nog wel iets gebeuren in deze trage, steriele voorstelling? Nog maar een liedje. Weer verrassende folkmuziek, weer vlakke tekst.

En verdomd, nog meer interviews op band. Daarna zagen we Van pelt als een hobby-psychiater, die de pijn in de ogen van het publiek meende te zien. Wat een ongemakkelijke voorstelling. Troost is zeker een mooi onderwerp, maar dan moet het wel wat dieper gaan of met wat humor worden aangepakt.

Foto: Jean Philipse