Er wordt te weinig gezwegen, vindt Vincent Bijlo. In de stilte hoor je pas echt van alles. En hij kan het weten, want door zijn blindheid hoort hij beter dan wie dan ook. ‘Ogen zijn de dictators van de ziel’, meent hij. In zijn nieuwste programma Ik hoor alles houdt Vincent Bijlo met veel zelfspot een pleidooi voor het luisteren. (meer…)
Niks mag nog ‘gewoon’ tegenwoordig. Alles moet ‘beleving’ zijn. Wie daar in het dagelijkse leven ook schijtziek van is – of wordt – en denkt dat hij alleen staat in het verzet, krijgt in het theater morele steun en munitie van het duo Van der Laan en Woe. Alles eromheen heet hun nieuwste programma.
Een pleidooi voor de basis. Voor normaal zingen, normaal koffiedrinken, een normale aandoening hebben, normaal op vakantie gaan, een beetje normaal rouwen en alles wat je nog meer ‘normaal’ zou kunnen doen. Zonder al dat overbodige lawaai, die nutteloze franje, de ergerlijke afleidingen van de kern van de zaak.
Het is bij grote vlagen een uitstekend programma. Echt. Qua spel, muziek, humor, toneelbeeld en dynamiek is veel uit de kast gehaald dat aantoont dat Niels van der Laan en Jeroen Woe bijna de top van de cabaretberg hebben bereikt. Hun zaterdagse tv-optredens en het veelgeprezen programma Buutvrij hielpen ze die berg op. Dus is het jammer dat in dit nieuwe programma net iets teveel ‘licht belegen’ onderwerpen de revue passeren om de vlag op die top te planten. Onderwerpen die wel passen in het grote verhaal, maar waarover je je een beetje verbaast dat dit slimme duo er nog mee komt.
De finale van het programma, een groteske tv-talkshow waarin alle gebeurtenissen en personages samenkomen, is daarvan het grootste voorbeeld. Dat ziet er erg geforceerd uit en is op een cabaretpodium al te vaak uitgekauwd. Van der Laan en Woe gloreren vooral als ze het klein houden en hun muzikaliteit inzetten.
Als we de originaliteitsprijs even buiten beschouwing laten, dan blijft er heel veel over. Alles eromheen veegt subtiel maar genadeloos de vloer aan met de aanstelleritisgeneratie. Die koste wat kost wil scoren met buitenissigheden. Ook al zijn die waardeloos, lelijk, dodelijk vermoeiend, peperduur, of juist bespottelijk goedkoop; het gaat om de ‘beleving’. Voornaam mikpunt van het duo op het aanstellerititisvlak is de singer-songwriter, de hedendaagse muziekplaag met een gitaar en een gebreide pet op de kop. Die geen woord meer normaal uitspreekt en geen noot zuiver zingt, omdat zulks te gewoon is.
De tijdgeest komt uit allerlei hoeken en gaten tevoorschijn en wordt te kakken gezet. Van het modieuze en mutserige zinnetje ‘het komt nu wel heel erg dichtbij’ laten de twee geen spaan heel. De inschrijvingsceremonie voor de Espressoclub (voor de ware koffiebeleving) is een rechtstreekse uitnodiging keihard te gaan schateren en naar je hoofd wijzen als je op zaterdag weer eens lange rijen ziet staan voor het verkooppunt van peperdure koffiecupjes. Een steengoed muzikaal whatsapp-gesprek legt feilloos bloot hoe onnozel en leeg het medium is en hoe dat je zelfvertrouwen kan ondermijnen.
En dan hink je verdorie op twee gedachten het theater uit. Drie sterren? Vier?
Foto: Charlotte van Ouwerkerk