Met behulp van negen teksten van (of geïnspireerd op) verschillende schrijvers, zang en alle mogelijke vormen van percussie bouwen Kate McIntosh en haar drie co-performers een ritueel voor ‘worlds that are ending and worlds that are coming’. Het plezier van het samen op zoek gaan naar nieuwe vormen en ideeën werkt aanstekelijk. (meer…)
Aan de hand van debat en een reeks internationale voorstellingen onderzoekt het minifestival Me/We van Theater Frascati in Amsterdam vlak voor de gemeenteverkiezingen het spanningsveld tussen individu en collectief. All ears was een van die voorstellingen. Met theatrale spitsvondigheid onderzoekt de Nieuw-Zeelandse theatermaakster Kate McIntosh in een direct gesprek met haar publiek het ultieme gevoel van samenzijn.
Met bloknote en pen achter haar tafel gezeten spreekt Kate McIntosh het publiek vriendelijk aan. Het zaallicht is aan en we mogen de vinger opsteken als we onszelf herkennen in haar vragen. Of er fluiters in de zaal zijn? Wie is er punctueel? Wie at er deze week alleen? Na een reeks vragen volgt een korte reconstructie. Was het publiek luid bij binnenkomst? Ja! Was ze nerveus? Nee! Alles wordt in een boekje genoteerd. Dan worden de publieksvragen weer opgepikt. Gaandeweg worden ze intiemer, of wordt een rij of een persoon direct aangesproken, altijd op vriendelijke toon met droge typisch Britse humor en een goed gevoel voor timing.
Gaandeweg het publieksinterview, dat de nodige hilariteit oproept, vraag je je af wat welke rol precies het net van touwen en de gegroepeerde stoelen op het toneel zullen gaan spelen, het is nog even wachten tot dat duidelijk wordt. Intussen tast McIntosh haar publiek verder af. Mensen blazen in papieren zakjes die worden verzameld, worden aangemoedigd elkaar te observeren of van plaats te wisselen en mogen hun ogen dicht doen terwijl de rest van het publiek op aansturing van dirigente McIntosh geluiden produceert door met vingers te klikken, in handen te wrijven of met de voeten te stampen.
Nadat ze enkele instructies achter heeft gelaten en een aantal objecten heeft uitgedeeld verlaat McIntosh de zaal en vangt het ‘echte’ theaterstuk aan. Hoe? Dat kan maar beter niet verklapt worden, maar duidelijk is nu de rol van de objecten op het toneel. Na deze fascinerende scène keert McIntosh, die haar dagelijkse klofje intussen heeft ingeruild voor een subtiel theaterkostuum, terug met een lange stand-upmonoloog, waarin ze haar beweegredenen en de bedoelingen van de rituele bijeenkomst wat al te nadrukkelijk uitlegt. Neemt niet weg dat ze het publiek daarna evengoed weer in totale vervoering brengt. Als alle lichten doven, laat ze in het pikkedonker een magische montage horen van geluiden, die al eerder op de avond de revue passeerden en door het publiek zelf zijn gecreëerd. Geluiden die een wereld van verbeelding oproepen.
In eerder werk bewees McIntosh hoe goed ze het spel van de illusie beheerst. Ditmaal doet ze dat in een participatieve dialoog met haar publiek, waardoor iets wezenlijk nieuws komt bovendrijven. Op zachtmoedige manier orkestreert en manipuleert ze de groep bezoekers tijdens hun ‘werkelijke’ tijdelijke samenkomst. Daarmee ontrafelt ze in All ears een onderbelicht aspect van theater. Hoezeer er ook gespeeld wordt met verbeelding en de fantasie, theater is immers ook een groepsbijeenkomst van verschillende individuen. De in Brussel wonende theatermaakster, die overigens geschoold is in de dans, werkt samen met Tim Etchells, voorman van het Britse collectief Forced Entertainment. Heerlijk dat de principes van dit baanbrekende collectief inmiddels een opvolging krijgen in het werk van een nieuw generatie theatermakers.
Foto: Robin Junicke