Prinsessensprookjes: veel meisjes zijn ermee groot geworden. Met de bruiloft als automatisch ‘eind goed, al goed’, verdiend door naast de deugdzaamste ook de allermooiste te zijn, zijn ze voor vrouwen een bron van zowel inspiratie als onzekerheid. (meer…)
Op een nieuwe compositie van Aart Strootman en met een meesterlijk lichtplan van Jean Kalman laat Arno Schuitemaker met After After opnieuw zien dat hij de koning van de verschuiving is. Soms zo subtiel dat je telkens pas achteraf beseft dat er iets is verschikt, en soms uitgesponnen en dik aangezet.
Op de première in de grote zaal van ITA tijdens Julidans werd het publiek dik beloond voor het geduld dat Schuitemaker in de eerste pakweg twintig minuten vroeg. Want met alleen een strip wit tegenlicht draaien de dansers dan hun kenmerkende rondjes vertraagde clubdans, ieder voor zich, heel nauwkeurig uitgevoerd, met nauwelijks onderling contact en zonder contact te maken met de zaal.
Ze lijken haast schaduwen van zichzelf in hun zwarte, contourloze ruimte. Terwijl in de compositie het accent verschuift van de beat naar de hi-hat en dan naar allerlei andere muzikale elementen, begin ik me af te vragen of we ooit hun gezichten zullen gaan zien. Dan beweegt de lichtbalk naar beneden en draait het licht 180 graden. Mijn eigen gezicht is luid en duidelijk zichtbaar, net als dat van elk van mijn medebezoekers.
Hoe een dansmaker een wereld schept en je dat universum intrekt, is altijd weer anders. Maar wanneer het dansen dat veel mensen zelf kennen centraal staat, zoals vaak bij Schuitemaker, is er voor mij direct een link – omdat ik ook een lichaam heb dat bij het horen van die beats wil bewegen, dat op een verhitte dansvloer wil staan waar het kan draaien, reiken, stappen, en het denken even naar de achtergrond bewegen. Kortom: open gaan. Precies dat echoot door mijn lijf als ik kijk naar After After.
In die lange eerste scène lijkt er iets te worden afgesloten. Een nacht vol dans, of als ik probeer uit te zoomen en dans op het toneel zie als een verbeelding van de wereld waarvan ik deel uitmaak, een manier om het leven te leiden. Het is of kijk naar de nadagen van een tijdperk, waarin mensen zich nog steeds met een bepaalde flair door dat leven bewegen, maar niet meer vol overtuiging. Ze komen al bijna tot stilstand. Ze willen nog wel open, maar ze raken niet meer op tempo. Ze raken elkaar niet meer met hun energie. Het bouwt niet ergens naartoe, maar is aan het afbouwen.
Tot die witte balk licht. En dat is het punt waarop de nieuwsgierigheid wordt gewekt in After After. Ik kijk denk ik naar dans op een scharnierpunt in de tijd. Wat komt er hierna? Hoe gaan we met elkaar vorm geven aan onze wereld na dit nu, waarin we weten dat de dingen anders moeten, om onze planeet en onszelf niet langer uit te hollen?
Schuitemaker en zijn zeven dansers tonen een mogelijke invulling. Uit het donker volgt een aarzeling, een eerste paar voetstappen dat de ruimte weer betreedt, een lichaam dat iets aflegt, een paar oren dat zich spitst op welke beat nu volgt. En er volgen er meer. Zo precies als het afbouwen werd gedanst, volgt nu een tegenovergestelde poging, schuivend, accenten verleggend op die almaar verschuivende beats van Strootman en in het licht van Kalman, dat door de dansers lijkt te worden ingekleurd.
Foto’s: Peteris Viksna