Een spiegeltje en een pistool: misschien zijn dat wel de twee spannendste attributen die Winnie uit Happy Days (1961) van Samuel Beckett uit haar handtas tevoorschijn haalt. In dit stuk, door hemzelf omschreven als ‘Female. Solo’, zit een vrouw gevangen in een zandheuvel, eerst tot aan haar middel, daarna zien we alleen nog haar hoofd. Die handtas vormt haar wereld, haar universum. (meer…)
Een echt koor. Negen breedgeschouderde mannen in pak. Negen dames in het lang. Stemmen als klokken en een wereldrepertoire. Even professioneel als plichtmatig doen ze er alles aan om het publiek te laten genieten.
Het repertoire van deze leden van de opera uit Kaapstad is een mix van operafragmenten, kerstliederen, gospels en Zuid-Afrikaanse nummers. De arrangementen zijn prachtig op het meerstemmige koor toegesneden en halen er alles uit wat erin zit. Bij het al gauw afgezaagde Amazing grace treedt Stefan Lombard, die verder alleen achter de vleugel zit als enige begeleidend musicus, op als dirigent. Zijn rol als dirigent is nodig omdat de tweede stem telkens net iets later inzet dan de eerste stem. Dit let nauw, maar het resultaat is dat het lied bijna iets swingends krijgt.
De opstelling van het koor begint plechtstatig: een rij vrouwen voor en een rij mannen achter hen. Het koor zingt Verdi en Gounod. Maar allengs komen er heupbewegingen, kleurige shawls, enkele Afrikaanse drums en echte choreografieën bij. Er worden zelfs grapjes gemaakt en toespraakjes gehouden, die overigens allemaal van tevoren woord voor woord ingestudeerd lijken te zijn.
Die professionaliteit laat weinig persoonlijke invulling toe. Af en toe is er een solo, zonder dat die in diva-gedrag ontaardt. Zo mag Zolina Ngejane even schitteren met een solo in Oh happy day waarin ze het hele theater tot in de verste nokken toezingt. Maar verder blijft ze onopvallend in het ensemble. Je kijkt naar ze en zou ze wel eens beter willen leren kennen. Wat zingen ze thuis? Wat vinden ze van Nederland? Waar halen ze hun kracht vandaan? Slaat het lied Come colours rise (on the African skies) misschien op de wedergeboorte van Afrika?
Soms wordt er een tip van de sluier opgelicht. Marabi is opgedragen aan Nelson Mandela (‘What counts in life is the difference you made in the life of others‘) en de opera Porgy & Bess ligt ze, volgens de inleider, aan het hart omdat die gaat over thema’s waarmee ook zij te maken hebben: armoede, drugs, vrouwenmisbruik en de hoop die blijft leven.
Jammer is dat het Afrikaans niet wordt gebruikt. Het prachtige Thula wordt al even prachtig door Anele Tame gezongen. Maar wanneer dat in het Afrikaans zou worden gezongen, zou het publiek meteen weten dat het een lullaby is en niet een liefdesliedje of een ander liedje van verlangen. Er wordt een poging gedaan het publiek te laten meezingen wanneer de koorleden het publiek vanaf een spiekbriefje Komt allen tezamen toezingt. Tijdens de première was dat te kort om de hele zaal te verleiden mee te doen.
Maar zoals gezegd, stemmen als klokken, verfrissende arrangementen van veelal bekend repertoire. En ze laten je neuriën op weg terug naar huis.
Foto: Lucienne van der Mijle