Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Nasrdin Dchar: ‘Als je kijkt naar het financiële risico, kun je denken: “Man, waar ben je mee bezig?”’ (meer…)
Met Adem levert Nasrdin Dchar een voorstelling die nog het meeste weg heeft van een klassieke oudejaarsconference: een warme, persoonlijke monoloog over de belangrijkste onderwerpen van het afgelopen jaar, die het moralisme niet schuwt.
Het blijft raar om via livestream naar een theatervoorstelling te kijken, maar vanaf het begin van Adem voel je je in goede handen. Het team van ITALive is inmiddels, na eerdere ‘uitzendingen’ van Medea, Wie heeft mijn vader vermoord en De stille kracht zichtbaar door de wol geverfd: met frequente camerawisselingen en een scherpe live montage weten de producenten het beste uit de voorstelling te halen. De keuze voor de close-up die deze presentatie van Adem overheerst sluit naadloos aan bij de intimiteit waarop de voorstelling drijft.
Die intimiteit is een belangrijke kwaliteit van de performance van Nasrdin Dchar. De maker en acteur kan natuurlijk op veel ervaring bogen in televisie en film, maar het is zeker niet iedere schermacteur gegeven om de vierde wand op overtuigende wijze te kunnen doorbreken. Dchar presteert in deze livestream eigenlijk iets heel bijzonders: op de momenten dat hij de kijker rechtstreeks adresseert weet hij hem het gevoel te geven dat hij direct wordt aangesproken, alsof er geen sprake is van een gemedieerde ervaring.
Dchar zet de connectie die hij zo maakt met zijn publiek in om terug te blikken op het afgelopen jaar. Adem bestaat uit drie delen, en drie mogelijke oudejaarsavonden: eentje met zijn gezin, eentje met zijn ouders en eentje met zijn jeugdvriend Mike. In de eerste twee scènes staat de coronacrisis centraal, en in het gesprek met Mike komt vooral de antiracismebeweging ter sprake. De toon is die van een goede oudejaarsconference van het klassieke soort: door een persoonlijke insteek raakt Dchar aan de maatschappelijke thema’s die de gemoederen het afgelopen jaar het meest bezig hebben gehouden, waarbij hij een licht moralisme niet schuwt.
Dat het werkt en niet te oppervlakkig of sentimenteel wordt ligt aan Dchars charisma en vakmanschap, maar ook aan de gelaagde tekst, die een sterke balans weet te treffen tussen de universele maar banale gedachten die we tijdens de lockdown allemaal wel hebben gehad, en de specificiteit van Dchars persoonlijke situatie. In de gesprekken met zijn ouders komt bijvoorbeeld ter sprake dat zijn vader hoe dan ook in Marokko begraven wil worden, ook als zijn stoffelijk overschot daarvoor tijdens de coronacrisis maandenlang in een vrieskist moet worden bewaard. Het leidt tot een mooie reflectie op de verschillende band die Dchars ouders, Dchar zelf en zijn kinderen met Marokko hebben.
Het allersterkste is echter de laatste scène, waarin Dchar in een discussie terechtkomt over de Marokkanengrappen die Mike in een dronken bui tijdens Carnaval debiteerde. In plaats van ze weg te lachen gaat Dchar in tweede instantie de confrontatie aan, waardoor er een ongemakkelijk gesprek ontstaat. De insteek van de scène is vooral interessant vanwege het feit dat Dchar, zoals hij zelf ook in Adem benoemt, vier jaar geleden een van de organisatoren van Ieder1 was, een viering ‘voor diversiteit en tegen polarisatie’. Het initiatief kreeg toentertijd veel kritiek van activisten die vonden dat de organisatie eigenlijk geen positie innam door op nietszeggende positiviteit te focussen: ‘wat pijn doet in de Ieder1-campagne is die ‘geen-zin-in-negatief-gedoe-sfeer’’, liet Anousha Nzume destijds in Trouw optekenen.
Het verschil met de Black Lives Matter-demonstratie van dit jaar laat zien hoe de toon en scherpte van het debat zich heeft ontwikkeld, en Dchar gebruikt dit uitgangspunt om ook zijn eigen voortschrijdende inzicht met het publiek te delen. Omdat Dchar in zijn gesprek met Mike juist zijn woede laat spreken en geen water bij de wijn doet leidt het bij zijn (zeer welwillende) jeugdvriend tot nieuw inzicht en (voorgenomen) gedragsverandering.
Het scherpe randje dat deze scène met zich meebrengt zorgt ervoor dat Dchars neiging en wens tot verbinding, die uit iedere minuut van Adem spreekt, complexer en genuanceerder wordt. Door ook de conflicten in de maatschappij serieus te nemen, kan hij op overtuigende wijze invulling geven aan de traditionele rol van de oudejaarsconferencier, die toch lange tijd een soort dominee voor seculiere Nederlanders is geweest. Adem voelt daarmee ouderwets in de allerbeste betekenis van het woord.
Foto: Raymond van Olphen