De Charlotte Köhler Prijs voor theater gaat dit jaar naar regisseur Eva Line de Boer. Aan de aanmoedigingsprijs voor jong talent van het Prins Bernhard Cultuurfonds is € 30.000 verbonden. Hij wordt uitgereikt op 4 juli tijdens de Young Talent Awards in het Compagnietheater in Amsterdam.
(meer…)
Niet in gouden kostuums, maar in zwart met zilveren glitters eindigt de Nederlandse 2016-versie van A Chorus Line, een van de langstlopende musicals uit de geschiedenis van Broadway. In 2001-2002 was er een eerste Nederlandse show. Nu is er dan de tweede, geregisseerd door Martin Michel. Er zijn wel meer opmerkelijke verschillen. Zo is Edwin Jonker, als de regisseur die van de zeventien auditanten er uiteindelijk acht moet overhouden, eerder onzichtbaar dan zichtbaar op het podium. Hij geeft zijn aanwijzingen en maakt zijn dramatische keuzes – wie wel, wie niet? – vanuit de zaal, in het donker. Zijn stem klinkt door de microfoon als van een soort geheimzinnige observator.
Het is een harde wereld zonder glamour die de oorspronkelijke musical uit 1975, geregisseerd en gechoreografeerd door Michael Bennet, presenteert. De show speelt zich af op een kaal toneel met werkeloze showdansers in een off-Broadwaytheater. De dansers doen auditie voor een plek in de ‘rij’, de anonieme chorus line die eerder achtergrond is. Dus deze spelers staan niet eens op het eerste plan. De auditie lijdt tot onderlinge competitie, nauwelijks verscholen jaloezie. De dansers zijn wanhopig op zoek naar werk, dat is feitelijk de drijfveer. Het spook van werkeloosheid, van armoede en van het doelloos ‘op straat staan’, waart door het verhaal.
Om meer over de dansers te weten te komen, vraagt regisseur Zach hen naar hun beweegredenen en vooral innerlijke motivatie. Dat is in de danswereld opmerkelijk, en de methode leunt sterk aan tegen de method acting van Lee Strasberg die destijds in de mode kwam. Aanvankelijk verzetten de dansers zich ertegen, maar voor geld en werk laten ze principes varen. Danseres Val (Joke van Robbroeck) laat daar geen twijfel over bestaan: alleen met ’tieten en kont’ verwerf je aandacht in de musicalwereld. Het is een onthutsende, grimmige versie van ‘Dance: Ten; Looks: Three’. Mooi ook is de rol van Cassie (Fleur Jagt) die ooit samenwoonde met de regisseur en te goed is voor een plek in de line. Na een harde woordenwisseling geeft ze een perfecte solodans ten beste.
Het fenomeen van auditeren op wanhopige manier, met de keiharde confrontatie als iemand wordt afgewezen, is tegenwoordig gemeengoed geworden, denk maar eens aan televisieprogramma’s als Idols en The Voice of Holland. Winnaars en verliezers: dat spreekt tot de verbeelding. De keuze voor een betrekkelijk onzichtbare regisseur, zeker in de eerste acte, haalt veel van de spanning weg. Soms lijkt het of de dansers uit zichzelf het verhaal over hun leven, over hun eerste danservaringen, over hun ouders en vaak moeizaam adolescententijd vertellen, zonder drama. Wat opvalt is dat het niveau van deze nieuwste lichting dansers hoog ligt: ze dansen, acteren en zingen met verve en vaart. Soms schieten de stemmen, zeker van danseressen, te vaak de hoogte in.
In de tweede acte spettert de musical pas goed en met volle energie. De lijnen komen bij elkaar en de vertaling van Coot van Doesburgh komt tot haar recht. Het is mooi te zien dat de gesmede eenheid en het ensemblespel waar Zach naar op zoek is, bereikt wordt. De live-begeleiding door het orkest onder leiding van Alberto Klein Goldewijk is superieur, met opmerkelijk melancholieke passages voor saxofoon. Met brille en overtuiging, strak in de maat en vernuftig spel met hoeden, gaan de dansers de laatste scène in, allemaal gelijk in gelijkend kostuum. De individualiteit is verdwenen, precies zoals een chorus line is: een rij van dansers op het achterplan.
Voor de toneelliefhebber is er veel te genieten aan deze musical, omdat de band tussen persoonlijke invalshoek en het dansen telkens opnieuw moet blijken. ‘Wat doe je als je niet meer kunt dansen?’, vraagt Zach. Het blijkt een van de moeilijkste vragen te zijn, want dans is dans, dat laat zich nauwelijks uitleggen, ook niet door de bevlogen dansers. Zo vindt deze A Chorus Line een treffende verbinding met de showwereld van nu.
Foto: Roy Beusker
Gisteren aanwezig geweest bij de première van A Chorus Line. Wat een fantastische voorstelling, tof dat Dommelgraaf & Cornelissen risico durft te nemen met deze productie.
Mooi te horen dat Cassie bij de première wel goed danste. In de versie die ik zag was ze wel lenig, ze gooide haar mooie lange benen hoog de lucht in. Maar dat noem ik nog geen dansen. Het was eerder slungelig en slordig dan vloeiend en beheerst. Voor mij stal tapper Leon de Graaf de show als Mike. Echt geweldig! Hoogtepunten waren verder de gezamenlijke dans en zangstukken, die mooi gelijk en meerstemmig waren. Ook Bettina (Sheila), Gijs (Al), Esmee (Diana) en Oonagh (Maggie) vielen positief op.
Prachtig…goede zang en dans….soms wel wat te lange monologen. Sommige stukken zouden ingekort kunnen worden.
Wat een enorme talenten heeft België en Nederland hier samen gebracht
in A Chorus Line. Dit MOET je echt gaan zien. Wat een bevlogen jonge mensen en wat een uithoudingsvermogen. We hebben Esmee tijdens de cruise naar Noorwegen al horen en zien schitteren, wat een prachtige stem. Leon de Graaf is echt fenomenaal in vergelijking met wat ik op you tube heb gezien. Wat zijn jullie allemaal professioneel bezig. Werkelijk
super goed. Een dikke vette 10. Oordeel zelf, ga echt zelf kijken, het is
Geweldig!
Voorstelling gezien afgelopen zaterdag 4 maart in Martiniplaza Groningen. Heerlijke muziek en dans. Goeie zanglijnen, meerstemmig. Genoten!
Saai, langdradig, slaapverwekkend. Te veel gepraat te weinig goede zang en dans.
Sorry voor de kritiek maar vond er echt niets aan. Ben misschien verwend met goede en onderhoudende musicals. Ik had veel van de avond verwacht maar was teleurgesteld.