Schoenen uit. Spullen in een locker. Dan een minitentje in. Daar wacht een man in een eenvoudig jurkje. Hij leest met zachte stem een sensueel liefdesgedicht voor. Je krijgt een koptelefoon aangereikt. ‘U wordt strakjes aangeraakt. Bent u daar ok mee?’ ‘Nou ja, doe maar. Ik ben hier nou toch.’ (meer…)
Opgroeien zonder vader en toch moeten functioneren in een wereld vol mannen, hoe pak je dat aan? Le Mouton Noir, een jong theaterinitiatief (sinds 2015), maakt er bij het Productiehuis Rotterdam een voorstelling over. Associatief, beeldend, inventief, op het scherpst van de snede en rafelig. En goed gespeeld.
Als je geen vader hebt gekend en de liefde dient zich aan, dan moet je je wel een beeld vormen van het afwezige dat nooit een voorbeeld heeft kunnen zijn: de man. En omdat je met niet minder genoegen wilt nemen dan met the real thing: de echte man. Maar wat zijn dat, echte mannen? Ze roepen bewondering op, lust, maar ook angst. Die problematische mix komt tot uitdrukking in het wanhopige accent op de eerste letter van de voorstelling: Échte mannen. Er had ook een uitroepteken achter kunnen staan, dat andere machteloze leesteken.
Wanneer het publiek binnenkomt, loopt Scarlet Tummers, mooi zwanger, in bh en slip tussen de andere acteurs. Met Khadija El Kharraz Alami, hier in zeemeerminnenjurk, heeft zij Le Mouton Noir opgericht.
Gustav Koenigs speelt alle mannen en treedt eerst op als haar echtgenoot. Hij praat – heel verantwoordelijk, maar nogal aromantisch – van hypotheken, rentepercentages en contracten. Ook echte mannendingen. Tummers spreekt de speech in die haar afwezige vader op haar bruiloft had moeten houden in op haar smartphone; een ontroerend gegeven.
El Kharraz Alami kiest voor gewapende weerbaarheid. Met Merel Severs bekwaamt ze zich in martial arts en spreekt ze een bezwerende tekst uit waarmee ze haar onaanraakbaarheid wil afdwingen. De overgave aan de liefde is te eng. Severs laat zich slaan en op de grond gooien – dat hoort kennelijk ook bij wat mannen doen. Steeds komt ze weer terug voor nieuw geweld. (Ze heeft bij Jan Fabre gewerkt, dus ze kan een stootje hebben.) Koenigs schakelt soepel tussen innemend, dienstbaar, hoffelijk, wreed en gevaarlijk. Een geweer heeft hij ook. Mannen hebben geweren.
Misschien geven teksten wat greep op de weerbarstige materie. Fresku is in Gooi jezelf weg vertwijfeld kwetsbaar, de vader in Goethes Erlkönig begrijpt niet wat zijn kind hem zeggen wil. Die toten Hosen (Alles aus Liebe) combineren romantiek, paranoia en dood. Uiteindelijk vertelt Koenigs een verhaal in het Engels. De drie vrouwen hebben hun vader gevonden en kijken naar hem op. Ze vragen hem in elke zin naar de betekenis van Engelse woorden en krijgen antwoorden die ze eerder verder van huis helpen dan wijzer maken. Daar gaat het ook niet om, maar om de vader-dochterverhouding waar ze zo naar verlangen.
Échte mannen lijkt aanvankelijk opgetrokken uit los zand, maar blijkt bij nader inzien behoorlijk slim in elkaar te zitten. Beeldend gaat de voorstelling, die werd begeleid door Suzan Boogaerdt en Lotte van den Berg, allerlei verrassende kanten op, én ze is ook nog eens goed en met humor gespeeld. De vier acteurs hebben allemaal hun kwaliteiten en hun charme. Khadija El Kharraz Alami durft het verst te gaan. Échte mannen laat zien dat Le Mouton Noir lef en ideeën heeft.
Foto: Rosa Schützendorf