Zijn voet schuift razendsnel heen en weer over de vloer. Het is alsof riverdancer en choreograaf Colin Dunne een hardnekkige vlek probeert uit te poetsen. Hij krabt eens op zijn hoofd, wat eenzelfde geluid produceert. Zo ontstaat een jeuk die eindigt in een gekmakende krabdans, gestimuleerd door de wrijfgeluiden die de computer achter hem produceert. (meer…)
Na Seconds en 30 komt Amos Ben-Tal opnieuw met een voorstelling over tijd. In Theater Bellevue ging 60 vooraf aan de opening van Julidans in première. Ben-Tal maakt geen middle of the road-dans, maar gaat heel doordacht en conceptueel te werk, met veel vakmanschap. Daarbij gaat hij met zijn gezelschap OFFprojects graag de grenzen van disciplines over, en dat wordt gewaardeerd: voor Howl, de voorstelling die hij met Spinvis maakte, kreeg hij bijvoorbeeld de Dioraphte Dansprijs.
De bewegingen van de negen dansers die uiteindelijk op het podium staan zijn niet ingewikkeld, maar zorgvuldig uitgevoerde puzzelstukjes in een compositie voor uiteindelijk negen lijven, gehuld in identieke pakjes van helder net niet stewardessenblauw. Vijf daarvan komen van OFFprojects, het eigen gezelschap van Amos Ben-Tal, de andere vier zijn verbonden aan ICK, de groep van Emio Greco en Pieter Scholten.
Ben-Tal (1979) werd geboren in Israël, kreeg zijn dansopleiding in Canada, danste negen jaar bij het Nederlands Dans Theater en maakte daar zijn eerste choreografie. Hij werkt al lang samen met Korzo. In OFFprojects nam hij ex-NDT-dansers op.
Net zoals in Seconds worden bij wijze van soundtrack de teksten op het ritme van de seconden uitgesproken met verschuivende woorden, in de trant van ‘It is the shame that we fear, it is the fear that we fear‘. De tekst, met vele variaties, is van Ben-Tal zelf. De dansers spreken de woorden uiteindelijk zelf een voor een uit. Behalve over tijd gaat 60 dus over de mens: in de wegtikkende tijd die ons gegeven is, zijn we onderhevig aan angsten en andere emoties.
De woorden vormen een sterk structuurbepalend frame. Af en toe loopt de digitale klok boven het podium mee, en één keer tellen de dansers tegelijk de seconden mee af. Bijna tegelijk dan; mens en klok lopen niet helemaal synchroon. De mens heeft wel een behoorlijk besef van de tijd waaraan hij is overgeleverd, maar exact is het niet. Behalve de gesproken tekst en de klok zijn ook tamelijk uitgebeend uitgevoerde muziekjes van Bach bepalend voor de ervaring van de tijd. Een logische keuze: tijdloze muziek met een heel precies tijdsverloop.
De bewegingen zijn aanvankelijk proberend en ontdekkend, later wat uitbundiger (draaien, gespreide armen, af en toe een rondje rennen), maar ze zijn niet gericht op virtuositeit. Wel krijgen ze een eigenwijze, speelse kwaliteit mee: zacht en elegant, soms ook een beetje pedant. Dat geeft de strenge tijdsbeleving van 60 een humoristisch tegenwicht. Voeg daarbij de ambachtelijke manier waarop de choreograaf zijn dansers in de ruimte zet en je krijgt een smaakvolle, veelzijdige voorstelling van een denkende danser.
Foto: Milena Twiehaus