Verbind maar eens een acrobatische paalact aan een lecture performance. Circuswonder Benjamin ‘Monki’ Kuitenbrouwer kan dat. Niks nieuws. Over mijn coming-out als optimist is een van de premières tijdens festival This Is Not A Circus van TENT, het Amsterdamse huis voor hedendaags circus. De voorstelling pleit voor een samenleving waarin optimisme de boventoon voert. Monki slingert, musiceert en tracht zijn idealen hoog te houden. Best moeilijk. In een wereld die naar de klote gaat. (meer…)
Een circusconference, dat is nieuw. De altijd verrassende circusmaker Benjamin Kuitenbrouwer belooft dan ook een gloednieuw format: een kruising tussen een lecture performance en een circusvoorstelling. In 60% Banaan gooit hij de grimmige teneur van het nieuws op zijn kop en toont ons een hoopvolle toekomst van de mensheid.
Benjamin Kuitenbrouwer, oftewel Monki, kan gerust een van de meest creatieve makers in het huidige circusveld genoemd worden. Hij is van oorsprong afgestudeerd in double chinese pole, maar je weet nooit helemaal welke mix van genres je gaat krijgen in zijn voorstellingen. In Static (2019) combineerde hij circus en live muziek om ons mee te nemen in de wereld van zijn 10-jarige zelf, terwijl Jack (2020) een vormonderzoek was waar jongleren, acrobatiek, muziek en licht samenkwamen.
In het Over het IJ Festival presenteert Kuitenbrouwer, met regisseur Bas van Rijnsoever, zijn misschien wel meest optimistische werk. In 60% Banaan – een verwijzing naar het feit dat mensen en bananen voor zestig procent dezelfde genen delen – zien we bij aanvang niet meer dan drie palen en op de grond een groot aantal opgerolde, fel gekleurde elastieken. De drie palen nemen toe in lengte en symboliseren de y-assen van een grafiek. Kuitenbrouwer legt ons uit hoe ze te interpreteren. De eerste paal is het jaar 1950, de tweede zijn geboortejaar 1988 en de derde en langste paal is 2022. Met de elastieken die aan de palen verbonden worden zien we hoe onder anderen kindersterfte, armoede, de wereldbevolking en het aantal dodelijke oorlogsslachtoffers in zeventig jaar toe- of afgenomen zijn.
Afgaand op die statistieken ziet het er rooskleurig uit voor de mensheid. De elastieken gaan consistent naar beneden en wijzen op een toekomst die er beter uit gaat zien dan ons verteld wordt op journaals en Twitter-feeds. Het gat in de ozonlaag – een doembeeld uit de jaren zeventig en tachtig – is aan het verdwijnen na de invoering van het Montreal Protocol in 1987. De gemiddelde levensverwachting in Zambia is gestaag toegenomen en in zestig jaar tijd zijn jaarlijks steeds minder mensen omgekomen in oorlogssituaties. Slechts een paar statistieken laten een explosieve stijging zien die doorgaat tot de dag van vandaag: de wereldbevolking en het aantal gebruikers van het internet.
Wat zegt dit kleurrijke web van elastiek dat voor onze ogen ontstaat? Voor Kuitenbrouwer is het kraakhelder. Na het voltooien van de grafieken gaat hij bij ons zitten en vertelt ons wat hij ziet: een moderne geschiedenis van gestage vooruitgang. Daarmee doet 60% Banaan denken aan het werk van verlichtingsdenker Steven Pinker, die betoogt dat de mensheid in de afgelopen eeuw statistisch gezien veel minder gewelddadig is dan in de eeuwen daarvoor, en meer mogelijkheden heeft tot zelfontplooiing. Door geweld te vatten in getallen worden de oorlogen en grote rampen van die eeuw echter niet meer dan dompers in een grafiek die vooruitgang belooft. Het is een nogal geprivilegieerde manier van geschiedschrijving, waarin de historicus en zijn beoogde publiek ver genoeg afstaan van de realiteit van geweld om het te kunnen vatten in een grafiek en er een groter, hoopvol beeld in te zien.
Daar wringt het ook in de constructie van 60% Banaan, ondanks de beste bedoelingen van de maker om een optimistisch mensbeeld te creëren. De afname van dodelijke oorlogsslachtoffers in de afgelopen decennia is weliswaar hoopvol, maar zegt weinig over de vele oorlogen die in deze tijd hebben plaatsgevonden en de wreedheden die daarin zijn begaan. De HIV-epidemie in Zambia zorgt voor een daling in een later weer stijgende levensverwachting, maar kan geen recht doen aan de impact die het destijds gehad heeft op de bevolking.
De nodige context ontbreekt, waardoor het te gemakkelijk wordt om de toekomst zonnig in te schatten. Kuitenbrouwer maakt speels gebruik van zijn publiek door ze de volgende paal in de grafiek te laten spelen en voorspelt dat de huidige ontwikkelingen zich door gaan zetten, als we er met zijn allen aan werken. Het bedroevend lage aantal zwarte ministers in Nederland zal hopelijk sterk stijgen, maar zonder een idee van de maatschappelijke veranderingen die daarvoor plaats moeten vinden blijft dat wishful thinking. De afname in kindersterfte zal verder afnemen omdat een dalende lijn dat voorspelt, maar wat voor invloed zullen meer grillige ontwikkelingen als klimaatverandering daar op gaan hebben?
Een blijde boodschap voor de boze burger, daarmee opent de promotietekst voor deze voorstelling. Deze recensent is dan toch een boze burger die de blijde boodschap niet helemaal gelooft, maar andere boze burgers toch aanraadt om ook een kijkje te nemen. Het kunstwerk dat Kuitenbrouwer heeft gemaakt is veel opener dan alleen een beeld van optimisme of van pessimisme. De wirwar van gekleurde elastieken die we voor ons zien zegt veel over de complexiteit van geschiedschrijving. Hoe begin je met een interpretatie van zeventig jaar aan wereldgeschiedenis? Wat laat je weg, wat voeg je toe en wat verbind je aan elkaar? En wat zegt het over ons dat we ons wereldbeeld baseren op de verbindingen die historici maken tussen deze elastieken? De buitenlocatie geeft daar nog een mooi extra effect aan: de sterke wind onderstreept hoe fragiel de constructie is.
Foto: Wieba Photography