Twee zusters zijn tot elkaar veroordeeld in het ouderlijk huis. Ze leven vooral in de kelder, te oordelen naar de donkere muren en het licht dat van bovenaf binnenvalt. Om hen heen is het zwart, een beetje spookachtig. Verspreid over de grond liggen en staan wat rekwisieten als een trappetje, enkele gitaren, een mini stepper en blikjes etenswaren. (meer…)
Geen misselijke opdracht, Sarah Kanes 4.48 Psychosis bewerken voor mensen vanaf dertien jaar. 4.48 Apocalyps is minder nietsontziend, maar actrice Birgit Welink en schrijfster Lisanne van Aert, samen Bush B. and the Babe Cave, slagen erin de beklemmende sfeer over te brengen van iemand die diep met zichzelf in de knoop zit, zonder dat de voorstelling te zwaar wordt.
Birigit Welink komt als een commando met een speelgoedgeweer langs pastelkleurige obstakels geslopen die haar dekking geven, maar die ook verontrustend wiebelen. Ze heeft een horizontale baan over haar ogen, lichter dan haar huid, die van haar iets maakt tussen soldaat en game-personage in. Voor op het toneel zegt ze: ‘Vannacht moet alles helder worden. Vannacht wil ik ontdekken dat ik niet eenzaam ben.’ En later: ‘Ik zweef zo snel mogelijk bij mezelf vandaan.’ Bang dat ze er niet toe doet, dat niemand enige interesse in haar kan opbrengen. Inclusief zijzelf. ‘I cannot be alone. I cannot be with others. My hips are too big.’
Het ontbreekt haar niet aan woorden, niet aan pathetiek, aan intelligentie, zelfspot en ook niet aan eenzaamheid. Dat laatste puilt door alle rollen heen die ze speelt. Met een kindermuts op piept ze over het geheim van de neoliberale samenleving en haalt ze uit naar het kapitalistische systeem. Ze geeft zichzelf röntgen-ogen om als een superheld alles te zien en te doorzien. Welink verstaat de kunst om te lijden en te lachen, om zichzelf te blijven en zichzelf te kakken te zetten. Ze kan nephuilen en echt huilen tegelijk. Ze is schaamteloos en rücksichtslos en gooit zich helemaal in haar rol.
Het is bij nader inzien een prima idee om Kanes 4.48 Psychosis te vertalen voor dertien plus ‒ veel mensen zullen iets herkennen van de gepresenteerde staat van zijn. Als je het zo doet als Welink, met Lisanne van Aert als woordenleverancier (die ging eerder al aan de haal met Heiner Müller, dus ze durft wel) en de vormgeving van Rosa Schützendorf, geeft deze apocalyptische verbeelding volop stof tot nadenken.
De in de dekens gehulde gestalten spelen steeds meer mee. Ze zijn haar publiek, verwante zielen, medailles (voor slapeloosheid of voor niet je familie opzoeken bijvoorbeeld). Maar ze keren zich ook tegen haar. Ze ontdoen zich van hun omhulsels en worden haar kwelgeesten, de vleesgeworden afwijzing.
Zo gebeuren er mooie huiveringwekkende dingen. En ineens is het klaar. De situatie is neergezet, maar niet uitgewerkt. 4.48 Apocalyps is een vingeroefening, nog geen stuk. Maar boeiend, zeker, en veelbelovend.
Foto: Anna van Kooij