Het wemelt in ‘Robin Hood’ van Toneelgroep Oostpool van de eendimensionale figuren die bij voorkeur naar hun eigen stem luisteren en doorlopend hun eigen stokpaardjes berijden **
Het maken van kunst over neurodiversiteit is een grote uitdaging. Het gevaar van verdere stigmatisering ligt altijd op de loer en de artistieke vertaling van hoe iemand de wereld ervaart wordt alleen maar moeilijker hoe meer die ervaring van de norm afwijkt. De jonge regisseur Abdel Daoudi kiest in 233 graden voor een radicaal empathische aanpak en levert daarmee een prestatie van jewelste.
Een slaperige, naamloze en bovenal doorsnee Nederlandse wijk wordt hard wakker geschud wanneer Jason (Dalorim Wartes) weer bij zijn moeder intrekt. Hij mag niet langer op zichzelf wonen nu hij weigert zijn antipsychotica te nemen. In plaats daarvan gaat hij zijn psychoses te lijf door deze ’s avonds luidkeels te bezingen, tot grote frustratie van de buren.
Wanneer Jason op een avond in een pyschotische episode op straat van alles in de fik steekt, is de maat voor de buren vol. De gemeenschapszin moet bewaard worden, om nog maar te zwijgen over de veiligheid van de kinderen. Natuurlijk willen ze rekening houden met iemands geestelijke gezondheid, maar op een gegeven moment is het klaar en moet Jason ook gewoon verantwoordelijkheid nemen voor zijn acties, niet waar? Wat begint als een ogenschijnlijk eenvoudig drama over een naar binnen gekeerde buurt ontvouwt zich langzaam tot een bijzonder scherpe analyse over hoe we in Nederland met onze neurodiverse medemens omgaan.
Regisseur Abdel Daoudi schreef de rijk gelaagde voorstelling samen met Elly Scheele en Maxine Palit de Jongh. De buren worden aanvankelijk wat archetypisch neergezet, maar zij blijken net als Jason ook te worstelen met een diepgeworteld onbegrip van hun omgeving. De kinderwens van Ferhat (Harun Balci) blijkt minder groot dan die van zijn partner Milo (Justus van Dillen), de dementerende buurvrouw (Nanette Edens) gaat harder achteruit dan haar buren doorhebben en de wat teruggetrokken Thalia (een schitterend ontwapenende Tara Hetharia) deelt enkel met Jason dat zij aan PTSS leidt. Niet alleen toont 233 graden zo hoe alledaags, wijdverspreid en gevarieerd geestelijke gezondheidsproblemen zijn, het onbegrip en de afstand tussen Jason en de buurt worden zo des te pijnlijker. Net als Jason willen zij gehoord en begrepen worden, maar de andere werelden waarin zij leven gooien roet in het eten.
In het intrigerende, transformatieve decor van Merel de Vroome zien we Lotte Driessen voortdurend rondsluipen en de buurt observeren. Als Vuur belichaamt zij de psychoses van Jason en in hun gesprekken blijkt al gauw dat zij de enige is die naar zijn problemen luistert. Er hangt een fijne spanning tussen Driessen en Wartes, waardoor haar luisterend oor eindigt in een dubieus midden tussen oprecht en manipulatief. Als Jason balanceert Wartes in zijn mimiek op schitterende wijze tussen het verdriet en frustratie van niet begrepen worden. Dat alleen Vuur en Thalia hem lijken te begrijpen, of daar een poging toe doen, breekt je hart alleen maar in grotere stukken wanneer Jason vervolgens ongefilterd zichzelf durft te zijn in hun bijzijn en zo weer een kloof van onbegrip creëert.
Wat 233 graden zo radicaal onderscheidt van andere voorstellingen die met deze thematiek aan de gang gaan is de enorme deken van empathie die over het geheel ligt. Daoudi heeft van dichtbij gezien welke impact de psychosestoornis van zijn broer had, zowel op zijn omgeving als op zijn broer, en lijkt daar rijkelijk uit te putten en toont met deze genuanceerde blik hoe complex de situatie is. Door ons mee te nemen in Jasons belevingswereld begrijpen we waarom hij zich telkens weer door Vuur laat verleiden, maar de schade die hij vervolgens aanricht wordt op geen enkel moment goedgepraat. De frustratie en het onbegrip van de buren wordt net zo sympathiek neergezet, waardoor zij nergens de grens van onredelijkheid volledig overschrijden.
Dankzij Daoudi’s persoonlijke band tot dit onderwerp barst 233 graden van specifieke details en eigenaardigheden die de authenticiteit van de vertaling enkel benadrukken. Zo worstelen zowel Thalia als Jason vanwege hun mentale gezondheid met een verstoorde perceptie van de realiteit en vormen zij een unieke band door de wederzijdse herkenning. Het mooiste komen deze details naar voren in het hartverscheurende optreden van Urmie Plein. Met een fenomenale ingetogenheid speelt zij de moeder van Jason als een murwgeslagen, uitgeputte maar niet minder liefdevolle en volhardende vrouw die niets liever wil dan weer de lieve, kaartentekenende zoon die Jason was weer te kunnen zien. Wanneer Jason in een uitbarsting schreeuwt het haar kwalijk te nemen dat ze hem ooit gebaard heeft, incasseert zij deze klap met een kleine, afgewende blik. De prachtig subtiele mengeling van schok, schuldbekentenis en erkenning die een tel in haar gezicht is te zien, is zo specifiek aan de relatie tussen een ouder en een neurodivers kind en heb ik zelden zo accuraat op het podium teruggezien.
233 graden behandelt geestesziekten met een empathie en inlevingsvermogen die in onze samenleving doorgaans beperkt is tot fysieke kwalen. Op een bijna filmische manier, vol vertraging, versnelling en draaiende decorstukken, wordt het publiek meegenomen in de belevingswereld van Jason, waarin de grenzen tussen de realiteit en zijn perceptie hiervan steeds verder vervagen. Daoudi heeft met 233 graden een bijzonder liefdevol portret gemaakt van het leven met een geestesziekte. Hopelijk blijkt hij een trendsetter te zijn, volgen er meer kunstenaars in zijn empathische voetstappen en kunnen we neurodiversiteit eindelijk definitief uit de taboesfeer trekken.
Foto: Mark Bolk