Een groot rek staat aan de zijkant, op de vloer staan grote ronde maquettes. Steve Salembier richt een cameraatje op een object dat er uitziet als een boompje met takken waaraan bladeren hangen. Op een groot projectiescherm tegen de achterwand zien we blauwgrijze beelden van massa’s wolkenkrabbers waarop dan de schaduwbeelden van het object vallen. (meer…)
Volgens studies kijken wij in een museum gemiddeld tien tot vijftien seconden naar een kunstwerk. Charlotte Bouckaert rekt de kijktijd naar één foto tot een vijftig minuten. Ze onderhoudt ons aangenaam met weetjes, ze analyseert details, stelt zich kunstvragen, zoekt antwoorden bij artiesten en filosofen, projecteert vertalingen van Engelse citaten, van Bob Dylan over Gerhard Richter tot dialoogfragmenten uit films van Woody Allen. Heel intrigerend.
Op een groot projectiescherm verschijnen eerst citaten over welke betekenissen en interpretaties aan kunstwerken kunnen worden toegedicht. Naast het scherm staat Bouckaert, aan een werktafel waarop een foto ligt, en wat voorwerpen, zoals een schaar en een rolletje ducktape. Boven de tafel hangt een verschuifbare camera. Ze plaatst de camera boven de foto, die dan uitvergroot op het scherm is te zien.
Het is een foto van het Guggenheim Museum in New York. Een stralend wit gebouw onder een blauwe hemel, met een stoplicht op de voorgrond. We zien bezoekers, in groepjes, alleen, op een bankje, voorbijgangers met een hondje. Een beeld van een museum voor moderne kunst. Bouckaert kijkt ernaar, en wij kijken met haar mee.
Ondertussen vertelt de stem van een museumgids over de architect, de plannen en de realisatie van het gebouw. Omdat we alleen naar dat beeld staren, groeit de foto uit tot een ideaal beeld om het over kunst te hebben. De inhoud van het museum – namelijk de opgestelde beelden, schilderijen, tekeningen, installaties en projecties – laat zien wat als kunst wordt beschouwd. Een museum zet aan tot denken over het doel van een museum, hoe kunst een rol kan spelen in onze visies op de werkelijkheid. Een museum an sich en de architectuur van het Guggenheim in het bijzonder roepen ook vragen op over politieke en sociale visies en doelen. Die komen allemaal via citaten aan bod. Je kunt er een postmodernistisch spel van maken om te achterhalen wat van wie is.
Bouckaert laat tussen de citaten ook straatgeluiden horen. Als er een sirene klinkt, draait ze met een zaklamp met blauw licht boven de foto op de tafel, en zien we als het ware op het grote scherm de ambulance voorbijrazen. Zo zitten er meerdere leuke en spitsvondige Spielereien in haar performance. Ook knipt ze als het ware details uit de foto. Ze neemt een raam in close-up en stelt ze zich de vraag wat daarachter verborgen is. Aforismen en quotes van en over kunst volgen, van Malevich tot Leonardo da Vinci, van Hopper tot Picasso, van Siri Huvstedt tot Daniel Buren. Uitdagende uitspraken, die je laten glimlachen of je tot fronsen aanzetten. Ze licht er een persoon op een bankje uit, fantaseert over diens leven en eventuele relaties. Het groepje bezoekers laat ze het snobistisch hebben over geziene kunstwerken, we herkennen Woody Allen.
De foto van het museum in zijn straatomgeving wordt een grote speelplaats om de gestolde en verstilde momenten in actie te brengen. Het is een vorm van wat ik het theater der dingen noem, een artistiek spel met figuurtjes, objecten en multimedia. De straat, de ronde muren van het museum, de mensenpopjes komen tot leven. Bouckaert gidst ons door onze eigen vragen en fantasieën die wij als toeschouwers hebben. Ze prikkelt innemend onze verbeelding.
Een foto stopt de tijd. Charlotte Bouckaert geeft in haar spel de foto de tijd terug. Haar elf seconden zijn uitgegroeid tot een fascinerend zoekritueel naar verschillende manieren van kijken, beleven.
Foto: Dries Segers