Jonathan van der Horst en Luc de Groen bespreken de voorstelling Rijgen van Sarah Moeremans en Joachim Robbrecht bij NTGent, gezien op 19 oktober in de Minnemeers in Gent. Klik hier voor meer informatie over de voorstelling en de makers.
Op 2 mei zag Luc de Groen Porocity, van Andrea Bozic, Julia Willms en Tilt. Voor meer informatie over de voorstelling en de makers, zie: http://www.andreabozic.com/porocity
In de podcast worden twee fragmenten gebruikt van een gesprek dat na afloop van de voorstelling door de makers is georganiseerd. Omdat het gesprek in het Engels is, is hieronder een Nederlands transcript opgenomen. Bij het gesprek zitten aan tafel: Dramaturge Aukje Verhoog, theaterwetenschapper en onderzoeker Liesbeth Groot Nibbelink en NLP-trainer en hypnotherapeut Erik Willems. In de podcast worden twee fragmenten van het gesprek gebruikt:
Eerste fragment:
Aukje Verhoog: Het thema van dit gesprek is gesprek over ruimte als een organisme. Ik denk dat in het werk van Andrea en Julia, zowel Porocity als de Spectra serie waar het een onderdeel van is, ruimte, en hoe we ruimte waarnemen, een grote rol speelt. En jij noemde dat het iets onherkenbaars werd…
Liesbeth Groot Nibbelink: Ja, ik heb zitten nadenken over het soort ruimtes die ontstaan door deze zoektocht [de voorstelling Porocity], en natuurlijk ook gerelateerd aan mijn onderzoek. Een ding waar ik me van bewust werd, was de afwezigheid van grenzen. Er waren veel verhalen waarin iets zat wat uitzette, of dat gigantisch was, of dat helemaal naar Amsterdam centraal ging, het idee van uitzetten. En dan weet je ook niet meer weet waar het eindigt. En dan krijg je ook het gevoel dat het nog groter zou kunnen zijn dan je al dacht. Het wordt iedere keer groter. En dat is een heel fijn gevoel, of tenminste, ik vond het heel fijn. Het heeft het gevoel van potentie… Of het gevoel van lucht.
Aukje Verhoog: Lucht?
Liesbeth Groot Nibbelink: Ja lucht ja.
Aukje Verhoog: Op een bepaalde manier creëerde het extra ruimte. Er was de ruimte van de droom, of van de verbeelding die met ons werd gedeeld, en dat deed iets met de echte ruimte waarin we ons bevonden. We waren nog binnen de vier muren, maar tegelijkertijd waren we ergens anders. En later waren we in het grit van het theater, die nog steeds in dezelfde ruimte is, maar die je ziet als een landschap.
Liesbeth Groot Nibbelink: Ja vooral dat je niet weet waar het eindigd, dat is een heel prettig gevoel.
Fragment 2:
Aukje Verhoog: Misschien is het interessant om samen na te denken over de logica, en de droomlogica. We hebben aan de ene kant de logica van de architectuur, en de logica van onze conventies, die op een bepaalde manier heel duidelijk, of heel rationeel, is. En aan de andere kant heb je de logica van dromen, waar je opeens via een deur het bos binnen gaat, of waar je open toiletten hebt. Wat brengt deze droomlogica?
Erik Willems: Nou, ten eerste roepen dromen vooral een ‘waar gaat dit in godsnaam over?’ op, of tenminste mijn dromen doen dat als ik wakker word. En het gaat nergens over. Maar ons onderbewustzijn heeft een heel andere logica dan onze rationele logica. Ons onderbewustzijn communiceert veel metaforisch en symbolischer met ons, veel emotioneler ook. Dus dromen begrijpen is anders voor ons allemaal, omdat we in dromen betekenismakende mensen zijn. We houden van betekenis, we kunnen niet leven met het idee dat iets geen betekenis heeft. Dus maken we betekenis. Dus bij het kijken naar een droom is het niet zo relevant om te kijken of het waar is, maar of het betekenis heeft.