Toneel is niet gebaat bij blauwe luchten en roze strikken. Geluk is, theatraal en dramatisch bezien, eigenlijk gewoon saai. Conflicten, daar zit muziek in. Botsingen moeten we hebben! Rimpelloze levens, daar kopen we niks voor. Achter de voordeuren van WijkSafari maakt school (in Amsterdam Noord) is een hoop te beleven. Maar wát toon je? En hoe toon je het?

Bij wijze van mentale voorbereiding voor deelname aan de Wijksafari Noord krijgen wij reizigers in een van de routes telefonisch de vraag voorgelegd: wie heeft de regie in jouw leven? Natuurlijk komt daar veelvuldig het stoere antwoord op: ik zelf. Maar hoe houdbaar die stoerheid is, dat zullen we nog weleens zien. We krijgen de vraag overigens voorgelegd door Anne Hofman, derdejaars student aan de Toneelschool en Kleinkunstakademie ATKA. En zij werd weer met de vraag geconfronteerd door de man die haar in huis nam, adoptievader Simon Bakker, een struise en wijze zestiger, een man met handen als kolenschoppen, een man ook die met beide benen voluit in Noord staat.

Een harde meester in de lichtheid
Simon heeft Anne in drie weken leren masseren, en de lessen worden ter plekke op een van ons in de praktijk gebracht. Hij corrigeert, hij is een meester in de lichtheid en in het gericht kneden van spierbundels en ruggengraten, met die geaarde knuisten van hem. Zijn kamer, waar wij drie kwartier te gast zijn, hangt ook vol met beeldende anatomische lessen voor de masseur. Simon is leraar en filosoof tegelijk. Later krijgen we te horen dat hij jarenlang niet kon lezen of schrijven en dat kundig verborgen hield. Hij is door het leven zwaar bezocht en weet daar zonder zware intonaties over te vertellen.

Wij hebben als toeschouwers/deelnemers natuurlijk geen begin van een idee wat aan deze geënsceneerde ontmoeting allemaal vooraf is gegaan. Hoe dat is gelopen in de intimiteit van de botsingen tussen Anne en Simon, met Stijn Dijkema (tweede jaars regie) als ‘regisseur’, lees: intermediair, arbiter, verkeersregelaar zo u wilt, want dat is een regisseur allemaal tegelijk. Podiumkunstenaars kiezen gewoonlijk vaak scènes op hun effect, op hun plek in het geheel, op ritme, timing, op (klank)kleur en sfeer. Maar hier spelen nog wel een paar andere kwesties mee. Hoe ver willen beiden zich blootgeven, of in de kaart laten kijken? Hoe ver gaat het ontpellen van de persoonlijkheid? Wie domineert? Waar duikt een veto op en waarom? Anne wil zich niet laten kennen. En Simon is een hard, streng en rechtvaardig mens.

We kijken naar een confrontatie op de scherpe kant van de snede, over manieren van in het leven staan. We kijken naar de botsing tussen een aangenomen dochter die zich tegen een tijdelijk nieuwe vader verzet. Tussen een adoptievader die zich vrolijk maakt over de dromen met een roze strik eromheen van een jonge vrouw, dromen waarover hij kan glimlachen. Zoals hij zich ook kan opwinden, over slordigheden of een verondersteld gebrek aan discipline. Simon betoont zich langs de neus weg ook een groot verteller, die in een paar zinnen een beeld kan schetsen van zijn eigen vader en van de verdwenen Amsterdamse buurt, de Jordaan.

Een tranche de vie. Een ‘sneetje leven’.

Familietragedie
We rijden verder de buurt in, met een buurtbus, waarin volkszanger Mario uit Floradorp zijn (en onze) favorieten uit het repertoire van André Hazes ten gehore brengt. Langs de Kluzzfabriek komen we, waar Simon ook een oogje in het zeil houdt. En waar Raimon ons trots zijn stalen vogels toont, gebouwd uit tandraderen en motoronderdelen. En de carnavaleske fiets die hij met zijn jongens heeft gebouwd. Naast de rijwielen die hersteld zijn voor verkoop en hergebruik in de buurt. In een paradijselijk hofje midden in Floradorp worden we als groep overgedragen aan Zoë Schollée, 2de jaars student mime, die in de zorgzame Marokkaanse Samira een tweede moeder heeft gevonden.

Hier stuiten we op een nieuwe, wonderbaarlijk scherpe krachtlijn in de uitwisseling van buurtverhalen en jonge kunstenaarsfantasieën. Inclusief de universele thema’s die daarin worden aangesneden. Die krachtlijn heet hier misschien wel: familieliefde. En hoe zorgzaamheid binnen de omarming van een familieband ook een wurggreep kan worden. Wát hier tussen Samira en Zoë precies gespeeld is en wat echt, dat doet er in dit verband even niet toe. Feit is dat intens omarmende zorg vanuit een familie, kán ontaarden in regelrechte controle, tot terreur aan toe. Iédere familie heeft daar mee te maken, Nederlandse zowel als Marokkaanse. In iedere ouder-kind-relatie komt dat dilemma voor. En als die familiecontrole het gewenste en vooral het ongewenste gedrag tot onderwerp heeft, dan kan het verdomd (excuseer het woord) ingewikkeld worden. Voor je het in de gaten hebt zit je midden in een familietragedie, die door Shakespeare, Sophokles, O’Neill of Miller bedacht kan zijn.

Om Adelheid Roosen te citeren: ‘De WijkSafari is leren je te openen voor de hedendaagse Medea. Ze bestaat niet slechts in het repertoire of de boekenkast van de theaterbibliotheek. Ze neemt ook de pont naar Noord. Maar we herkennen haar niet. Mijn diepste wens is dat de studenten hun personages in het dagelijks leven gaan herkennen. In Noord hoef je geen analyse op Medea los te laten, ze zit voor je, je kunt het haar vragen.’

Foto: Çiğdem Yüksel

[Dit is het tweede deel van het reisverslag van Loek Zonnevelds WijksSafari door Amsterdam Noord. Kijk hier voor deel 1.]