In Wie de fuck is Alice volgen we een jonge vrouw die zich diep in de schulden heeft gestoken, en in één nacht een bedrag van tienduizenden euro’s bij elkaar probeert te bedelen bij vrienden en familie. De kluchtige stijl van De Theatertroep levert hilarische scènes op, maar zit ook het dramatische potentieel in de weg. (meer…)
What the fuck is fair? Gratis repeteren en vervolgens onbetaald optreden? Gelijke lagere lonen bij gebrek aan subsidie? Moderator Bregt Van Deursen legt enkele stellingen voor om de nuances van fair pay te laten zien. Het publiek wordt uitgenodigd op de vloer, waar een lijn van oranje tape een schaal vormt tussen twee lichtblauwe borden ‘FAIR’ en ‘UNFAIR’. Ons wordt gevraagd om na elke stelling een plek in te nemen op die lijn. Ensemble Nieuwe Theaterwerkers (ENT) behaalt met deze interactieve setting zijn doel, het gesprek wordt letterlijk naar de vloer verplaatst en komt zo op gang – de enige boosdoener is een gebrek aan tijd.
In de gezellige oude Blokloods in Amsterdam Noord verzamelden geïnteresseerden zich op woensdagavond 13 november om te praten over Fair Pay, bij de talk What the fuck is fair, georganiseerd door ENT en festival Over het IJ. ENT is ‘een netwerk van en voor theaterstudenten, startende autodidacten en pas afgestudeerden’, ze organiseren onder meer dit soort talks en het jaarlijkse ENTER festival.
Bij binnenkomst worden we ingedeeld met gekleurde bandjes, op basis van je ‘soort’. Roze voor nieuwe theaterwerkers, oranje voor mensen die al langer in het veld zitten, blauw voor instellingen en paars voor fondsen. Theaterkrant krijgt er twee; oranje en blauw.
De sfeer is gemoedelijk. Er staat een tafel met glühwein, marshmallows en stroopwafels klaar en op de achtergrond speelt muziek, waar de oplettende luisteraar een thema in kan ontdekken: geld, hét onderwerp van de avond. Om alvast goed in de stemming te komen wordt er aan de aanwezigen, een kleine veertig mensen, gevraagd een schatting te maken wat de moderator voor een dergelijk avondje zou moeten verdienen: ‘Ga uit van vier uur voorbereidingstijd en de talk duurt zelf ook nog twee uur.’ Zonder het gebruik van sommen en rekentools komen de meesten op een bedrag rond de 300 euro, de cijfers worden stil genoteerd en vervolgens aan een waslijn boven de hoofden gehangen om ons idee van ‘fair’ te illustreren.
Martijn Arnoldus neemt het woord voor een korte spoedcursus in fair pay. Hij geeft met zijn bedrijf Social Finance Matters onder meer uitleg over eerlijke betalingen binnen het creatieve veld en doet dat eveneens in de blokloods. Fair pay is onderdeel van de Fair Practice Code, een initiatief uit 2017 van Kunsten ’92 als handreiking om gelijkere behandeling in de creatieve sector te bewerkstelligen. Later zijn er cao’s gemaakt die voortbouwen op deze code en heeft onder andere het platform ACCT een rekentool ontworpen volgens het principe van fair pay.
De stellingen van de avond gaan over onbetaalde residenties of gratis oefenruimtes, maar ook over een gezelschap dat besluit iedereen hetzelfde te betalen – ongeacht achtergrond, ervaring en verantwoordelijkheid. Wanneer iedereen een plekje heeft gevonden op de oranje lijn mogen sommigen een soort stemverklaring afleggen, we horen zo stemmen uit de hoeken van fondsen, dramaturgen, theaters, makers en andere hoeken.
Opvallend is dat er geen enkele stelling is die iedereen aan een uiteinde laat staan, er zijn altijd wel wat argumenten te bedenken waarom iets juist wél fair is of toch stiekem unfair blijkt. Telkens wordt er gevraagd om verduidelijking van de eerst vrij algemene stellingen. Vragen als ‘weet je dit van tevoren’ en of presentaties intern of extern, betaald of onbetaald, genodigd of open zijn tellen allemaal mee in de overweging of iets wel of niet eerlijk zou zijn. De scheidslijn tussen fair/unfair kun je niet zwart-wit trekken.
Naast het spel op de vloer, legt de organisatie nog drie uitgebreidere casussen voor uit verschillende hoeken van het veld. Nieuwe theaterwerkers Just van Bommel en Emma van den Elshout vertellen over een voorstelling die ze op een festival zouden moeten maken, maar waarbij de voorbereidingstijd onbetaald zou blijven. Een vaker voorkomend probleem blijkt later, wanneer andere theaterwerkers aan het woord komen.
Matthia Jansen – kunstadviseur van de Janivo stichting en oprichter van Podium Sprits – vertelt een casus uit het perspectief van de fondsen. Zij ziet het met eigen ogen, jonge makers berekenen hun prijzen via fair pay, vragen hogere subsidies aan en verdringen zo onbedoeld andere makers. Net als bij de fondsenverdeling van het FPK, is ook hier te zien: hoe hoger de subsidies, hoe minder iniatieven er gesteund kunnen worden. ‘Het is een utopie die niet opgaat. Het zou juist solidair zijn om een lagere begroting in te dienen.’
Ook algemeen directeur van Over het IJ Mick Stevens doet een duit in het zakje, zij draagt een blauw bandje en vertegenwoordigt dus de instellingen. Stevens vertelt over hun ontwikkelprogramma Unboxed – voorheen Zeecontainerprogramma – waarin beginnende makers binnen een beperkte tijd een performance mogen ontwikkelen. Vanwege een schaarste aan ontwikkelplekken ziet Stevens dat makers alles eruit willen halen en zo vaak over de gevraagde en beperkte schaal heen gaan, wat kan resulteren in unfair pay.
Om de avond af te sluiten wordt ‘huisfilosoof’ Thomas Lamers aan het woord gelaten. De voormalig artistiek leider van Collectief Walden – een gezelschap dat recentelijk werd opgeheven na verlies van subsidie – werd gevraagd om op het einde te reflecteren op fair pay en het publiek zo van een breder perspectief te voorzien. Vanachter zijn ouderwetse typemachine met een Sinterklaasachtig groot boek vertelt hij ons wat hij gezien heeft aan de hand van wat grote filosofen en inzichten. Waar het op neer komt is eigenlijk wat we op de oranje lijn tape al zagen: Fair is afhankelijk van de context. Oh ja en hij geeft ons mee dat tenoren meer verdienen dan baritons en alten meer dan sopranen, vanwege hun zeldzaamheid.
Foto’s: Derk Stenvers