Schrijven wordt vaak gezien als een solitaire kunstvorm, Mathieu Charles breekt een lans voor collectieve creatie vanuit een collectief geheugen. Bij de opening van het nieuwe schrijversfestival Shakespeare is Dead in De Brakke Grond sprak de theatermaker vandaag zijn ‘Staat van de Theaterschrijver’ uit.
(meer…)
Het theater behoort aan niemand toe.
Dit was een kunstwerk en ik ben de kunstenaar van dit kunstwerk…
Dit is een manifest ter bevrijding van theaterpraktijken van discriminerend klasse-denken en misogyne en racistische vooringenomenheden. Deze vooringenomenheden manifesteren zich in de disciplinering en uitsluiting van lichamen en discoursen. Theater is echter de cathartische kracht van alle dingen om te bestaan juist omdat het aan niemand toebehoort. Deze tekst is gericht aan lezers die dit herkennen en zich willen inzetten voor een anti-xenofoob, anti-racistisch, anti-misogyn, anti-klassen, anti-nationalistisch en dus anti-fascistisch theater. We moeten het theater bevrijden van alle hallucinaties omtrent eigenaarschap.
Voor de ontelbare variëteit aan inwoners van de planeet aarde is het theater een kosmologisch archief van realiteiten-in-wording; het theater kan in de publieke ruimte de kosmopolitische toekomst verbeelden waarin we misschien zouden willen leven. Van oudsher is theater een technologie die zich onder meer richt op de ontwikkeling van het lichaam en het gesproken woord, met als doel werkelijkheden te fabuleren.
Lichaam
Het is wetenschappelijk aangetoond dat lichamen in de loop van de geschiedenis van het West-Europese theater talloze malen verkeerd en kwalijk zijn gerepresenteerd. En ook nu nog bekleden bijvoorbeeld womxn van kleur minder machtsposities op en naast het toneel, zwarte mensen en anderen die afkomstig uit gedwongen diasporas veroorzaakt door racisme en etnische discriminatie moeten nog steeds strijden voor hun recht op representatie. Immigranten uit arme landen worden met regelmaat geëxotificeerd ten gunste van de kunstmarkt. We kunnen niet anders dan dit zien als de disciplinering en domesticatie van niet-hegemoniale lichamen in alliantie met necropower, witte suprematie en kapitalisme.
Gesproken woorden
De geschiedenis heeft bewezen dat taal kan werken als een instrument voor het vernietigen van culturen in processen van kolonialisme en genocide. Bijvoorbeeld alleen in Brazilië al heeft de Portugese koloniale taal meer dan 1300 talen vermoord. Theater, in de West-Europese traditie, is gebruikt voor het canoniseren van de talen van de kolonisator, het vermoorden van inheemse talen, en het discrimineren van postkoloniale diasporische afgeleide talen.
Context
Vorige week publiceerden Theaterkrant.nl en de Volkskrant twee recensies over de voorstelling De Meiden van Dood Paard, die met opzet weigerden een kritische oefening te maken om te begrijpen waarom een Braziliaans lichaam – en een Braziliaanse stem – werden gekozen om het personage van Madame, uit de klassieker van Jean Genet, te spelen. Margriet Prinssen en Herien Wensink weigerden de omkering van machtsposities als artistiek voorstel te lezen en konden alleen ‘hopeloos geïrriteerd’ zijn door de gekozen contrasterende aanwezigheid van dat lichaam. Ten tweede werd in beide recensies gewezen op een vermeend verkeerd gebruik van de Nederlandse taal. De recensenten verzetten zich tegen Batista’s gebruik van het Nederlands als immigrant. Marijn Lems daarentegen viert in zijn recensie in NRC het gebruik van de taal als ‘een kunstwerk op zich’, net zoals veel toeschouwers ook hun interpretatie van het taalgebruik articuleerden. Daarnaast werd het proces tot in detail gevolgd door een logopedist.
We kunnen dan ook alleen maar concluderen dat de afwijzing van Batista’s lichaam en stem gebaseerd is op structurele xenofobie. Voor een beter begrip van hoe dergelijke argumentatie zoals in de recensies herkend kunnen worden als symptomen van een structureel racisme en de xenofobie die in samenlevingen met een koloniaal verleden is ontstaan, bevelen wij de briljante studies aan van Prof. Gloria Wekker over de Nederlandse samenleving en haar racialiserende modaliteit, en van de antropologe Prof. Lélia Gonzales over structureel racisme en seksisme.
Realiteiten verzinnen
Helaas zijn deze recensies maar een klein staaltje van de vijandelijkheden die geïmmigreerde kunstenaars moeten ondergaan in het land waar we allemaal wonen: zo is er bijvoorbeeld ook de recente aankondiging van een schandalig verschil in het collegegeld dat gevraagd wordt aan Europese tegenover niet-Europese studenten aan kunstacademies. In sommige universiteiten kan het verschil oplopen tot wel 300-500 procent.
Hoewel ‘diversiteit’ als belangrijke waarde wordt genoemd voor de steun aan openbare programma’s, heeft dit nagenoeg geen structurele veranderingen teweeggebracht. We zien een algemene weigering om de belangrijke bijdragen van recente geïmmigreerde kunstenaars aan de lokale kunstenscene te erkennen. Hoeveel gesubsidieerde instituten en publieke programma’s openen de deuren voor geïmmigreerde kunstenaars? Hoeveel toneelvoorstellingen gemaakt of gespeeld door immigranten zijn dit jaar door deze kranten besproken? Hoeveel recensenten met immigratie-achtergrond hebben deze kranten? Hoe worden de Nederlandse culturele esthetische categorieën ‘goed’ en ‘slecht’ bepaald en wie dient het? Waar blijft de interesse, de nieuwsgierigheid en het engagement om andere paradigma’s van kunst maken en kunst kijken te ervaren die corresponderen met de grote verscheidenheid aan kunstproductie in de globale publieke arena? Hoe stellen de structuren van de Nederlandse kunstscene zich op tegenover immigranten uit het Globale Zuiden in relatie tot de esthetiek die ze willen presenteren?
Propaganda
Tot slot willen we de aandacht vestigen op het feit dat we getuige zijn van de globale opkomst van Ultra Rechts en we kunnen de kans niet laten liggen om u uit te nodigen om de sociale functie van kunst, met al haar productiewijzen, talen en lichamen, te herdenken in richting van praktijken die het voortbestaan van alle volkeren en Planeet Aarde garanderen en in oppositie met culturele homogenisering en overheersing.
Ik ben niemand, ik ben de kunstenaar van dit kunstwerk en wij zijn de Octopus Artists Against Neoliberalism. Deze tekst is een uitnodiging tot sociale mobilisatie. Als je geïnteresseerd bent in de bevrijding van de kunst van parodistische cycli van onderdrukking, voel je vrij, ligue djá.
Theatre doesn’t belong to anyone
This was an artwork and I am the artist of this artwork
This is a manifesto for the liberation of theatre practices from secular classist, misogynistic and racist bonds manifested through domestication and exclusionary selection processes of bodies and discourses. Theatre is the cathartic power of all things to exist, because it doesn’t belong to anyone. We address readers who recognize this and wish to mobilize for an anti-xenophobic, anti-racist, anti-misogynist, anti-classist, anti-nationalist, and therefore, anti-fascist theatre. Setting it free from forms of hallucinations of ownership.
For the uncountable variety of inhabitants of Planet Earth, theatre has been a cosmological archive of realities to come; theatre manifests cosmopolitics that we might want to live in, in the public arena. From ancestral times, theatre has been a technology dedicated to the development – among other aspects – of the body and the spoken words, aiming to fabulate realities.
Body
It is scientifically proven that, throughout the History of Western European Theatre, there have been numerous misrepresentations of bodies. Still nowadays, for example, womxn of color hold less positions of power in and outside of the stage, black people and people coming from all racial and ethnical forced diasporas are still struggling for representation and immigrants from poor countries are usually subjected to the processes of exoticism that brings profit for the art market. We see this as an ostensive training of domestication applied over non-hegemonic bodies, in alliance to necropower, white supremacy and capitalism.
Spoken words
It is historically proven that idiom can operate as a tool for capturing cultures in processes of colonialism and genocides. Example: only in Brazil, the Portuguese colonial language has murdered over 1,300 languages. Theatre, in the Western European tradition, has been used for canonizing colonial languages, murdering native ones, and discriminating postcolonial diasporic derivations.
Context
Last week, two reviews published by Theaterkrant.nl and de Volkskrant about Dood Paard’s show, De Meiden, deliberately refused to make a critical exercise of understanding why a Brazilian body – and voice – was chosen to play the character of Madame, from Jean Genet’s classic. Margriet Prinssen and Herien Wensink refuse to read the reversing of power positions artistically proposed, and can only be ‘hopelessly irritated’ by the purposefully contrasting presence of that body. Secondly, in both reviews a supposed misuse of the Dutch language was highlighted. The reviewers resist Batista’s use of dutch as an immigrant artist. In contrast, Marijn Lems in his review in NRC celebrates the use of the language as ‘an artwork in itself’. Many members of the audience manifested how they interpreted the use of language. In addition, the process was followed in detail by a speech therapist.
Therefore, we can only conclude that the refusal of Batista’s body and voice is based on structural xenophobia. For a better comprehension on how such arguments operate as symptoms of a structural racism/xenophobia established in white societies with a colonial past, we recommend the brilliant studies of Prof. Gloria Wekker on Dutch society and its racializing modality, and of the anthropologist Prof. Lélia Gonzales on structural racism and sexism.
Fabulating realities
Unfortunately, those reviews are only a very small sample of the hostilities that immigrant artists have been suffering in the country we are all living in: For example the recent announcement of a scandalous discrepancy in tuition fees between European and non-European students at Arts Universities. In some Universities, the difference can be up to 300-500%.
Although the term ‘diversity’ has been used to ground values for Public Programs, the actions have not shown structural changes yet. We perceive a general refusal to acknowledge the great contributions that recent immigrant artists have been making to the local art scene. How many subsidized venues and Public Programs are opening the doors to immigrant artists? How many plays made or performed by immigrants did the aforementioned newspapers cover this year? How many immigrant reviewers do these newspapers have? What are the Dutch cultural aesthetic paradigms of ‘good’ and ‘bad’ and who does it serve? What is the interest, curiosity and commitment to experience other paradigms of art making, art looking, art impact, that correspond to the great variety of art production in the global public arena? How are the structures of the Dutch art scene treating immigrants from the South Globe regarding the aesthetics that they want to present?
Propaganda
Finally, we would like to call attention that we are witness to the rise of global Far Right and we couldn’t miss the chance to invite you to rethink the social function of art, with all its production modes, languages and bodies, towards practices for permanence of all peoples and the Planet Earth, in opposition to cultural homogenization and domination.
I am nobody, I am the artist of this artwork and we are the Octopus Artists Against Neoliberalism, this text is an invitation to social mobilization. If you are interested in the liberation of Arts from parodistic cycles of oppression, feel free to ligue djá.
Door Rodrigo Batista en Octopus Artists Against Neoliberalism, in samenwerking met Thaís Di Marco, Joachim Robbrecht en Mariana Senne.
Foto De meiden door Dood Paard: Casper Koster
Het is altijd pijnlijk om te zien dat iemand kritiek op wat zij of hij gemaakt heeft toeschrijft aan kwade bedoelingen van de kritiekleveraar. ‘We kunnen dan ook alleen maar concluderen dat de afwijzing van Batista’s lichaam en stem gebaseerd is op structurele xenofobie.’ Hoe kun je je tegen zo’n aantijging verweren? Hoe kun je aantonen dat je iets vindt, maar dat dat je nog geen structurele xenofoob maakt?
Over de bijdrage van Rodrigo Batista kan ik op mijn beurt ‘alleen maar concluderen’ dat er geen touw aan vast te knopen is.
De basis van zijn betoog is de kritiek die is geleverd op zijn bijdrage aan ‘De Meiden’. Maar het blijft duister wat dat oordeel te maken heeft met het gedachtegoed van Gloria Wekker, met de teloorgang van talen in Brazilië, met de hoogte van het collegegeld voor buitenlandse studenten en met ‘de disciplinering en domesticatie van niet-hegemoniale lichamen in alliantie met necropower, witte suprematie en kapitalisme.’
Margriet en Herien waren niet enthousiast over Batista’s optreden – maar maakt dat
hen tot ‘vijanden van geïmmigreerde kunstenaars’? Tot representanten van het ‘Ultra Rechts’ dat wereldwijd in opkomst is?
Racisme, fascisme, genocide… Aan heftige termen is geen gebrek in dit verhaal, maar aan zoiets als een volgbaar betoog wél.
Ik houd van polemiek en van mensen die stelling nemen, maar het begin van ieder debat is toch dat je weet duidelijk te maken wat je vindt. En dat doet deze schrijver niet. De incoherentie in zijn betoog wekt de indruk dat hij zich vooral hevig tekort gedaan voelt en dat zijn verhaal niet veel meer is dan de neerslag van die emotie.
Een uitspraak als ‘dat lichamen in de loop van de geschiedenis van het West-Europese theater talloze malen verkeerd en kwalijk zijn gerepresenteerd’ betekent niets. Ook niet als je er machteloos aan toevoegt dat dit ‘wetenschappelijk is aangetoond’.
Dank Rob de Graaf.
Lieve Rodrigues, je bent geraakt door wat een ander vindt. Maar zo is het leven, mensen vinden soms iets anders. Zelf een theaterstuk bedoelt soms niet wat jij er in denkt te zien. En toch betekent het dat voor jou… Uiteindelijk zul je je eigen weg moeten vinden… Dat is soms moeilijk en daarvoor wil je soms boos, getergd, gevat reageren op al die anderen. Maar uiteindelijk draait het om jezelf en hoe jij je verhoudt tot die anderen… Dat is misschien geen ‘Eigenaarschap’ van het kunstwerk, maar daarmee neem je wellicht ‘Verantwoordelijkheid’ voor wie je bent en wat je vindt.
Hoofdredactie theaterkrant: als iets nog niet publiceerbaar is mag je dat iemand best meegeven. Oprecht zonde om hier je platform aan te verbinden.
Typisch, deze reacties. Doen alsof je niet begrijpt wat er staat. Niet publicabel, die durft! Batista maakt toch echt een helder en concreet verwijt aan het adres van critici die “weigerden de omkering van machtsposities als artistiek voorstel te lezen”. Je hoeft de voorstelling niet gezien te hebben om in de betreffende recensies meteen te herkennen wat hij bedoelt. Je hoeft het er ook niet mee eens te zijn om te weten dat dit vaker voorkomt. Beide critici zetten uiteen wat Genet zoal bezighield, welke thema’s hij in zijn stuk verwerkte maar zien/begrijpen/herkennen niet hoe de vorm van de voorstelling de sleutel is tot de inhoud. Dat kan allerlei oorzaken hebben maar zij kiezen er toch echt zelf voor om een verband te leggen met het ambachtelijk (on)vermogen van een “exotische” performer die de taal niet zou beheersen. Ze plaatsen hem daarmee artistiek buitenspel (en wat hield Genet ook alweer bezig mbt taal, macht, klasse, identiteit, en dat in een stuk dat over -een ander- spelen, over theater gáát). Natuurlijk mag je alles vinden maar je kunt je afvragen waarom zij zich behalve in de schrijver, niet verdiept hebben in de betrokken kunstenaars, naast Batista bijv Robbrecht, die zich al zijn carrière lang bezig met deze thematieken bezighoudt. Batista laat bovendien zien dat er ook andere visies zijn, door naar een andere recensie en publieksreacties te verwijzen. Bovendien, en daar gaat het hier om, beschouwt Batista eea juist níet als een individueel/persoonlijk incident. Het gebrek aan een kosmopolitische blik en nieuwsgierigheid is herkenbaar voor velen en hij trekt de discussie en oorzaken van de blinde vlekken dan ook breder. Daarbij veronderstelt hij dat de lezer kennis heeft van de diverse auteurs die worden aangehaald en van de koloniale geschiedenis. Eea had vast ook in Jip en Janneke-taal gekund maar het is op z’n minst ironisch te noemen dat hij meteen op denigrerende wijze de mond wordt gesnoerd.
“helder en concreet” Die durft. Als er iets niet van toepassing is op dit pamflet dan zijn het de woorden “helder en concreet”, in tegenstelling tot mijn kritiek. Ik ben bijzonder helder en concreet in dat deze woordenpoep niet publicabel is en niet had moeten worden gepubliceerd,. Mevrouw Daphne, Jip en Janneketaal is nergens voor nodig. Ironie soms wel. En precies daar heeft mijnheer Batista niet veel van begrepen. Want ironie is meerlagig, meerkleurig en niet eenvoudig te duiden. Zijn tekst is echter bijzonder eenvoudig te duiden als niet coherente raaskallerij. Dus als mijnheer Batista en Mevrouw Daphne hun standpunten onder woorden kunnen brengen zonder gemakzuchtig de “omkering van machtsposities” of het “exotisme van de performer” als excuus te gebruiken, dan zou ik zo’n publicabel stuk met zeer veel plezier en wellicht zelfs instemming lezen. Dit stuk niet. En dat is allerminst denigrerend (!dat is pas een omkering!).
@Rodrigo: Niets van aantrekken deze zure reacties. Blijkbaar heb je iets losgemaakt.