Theatermaker Marlies Heuer heeft zondagavond, voorafgaand aan het Gala van het Nederlands Theater, de VSCD Oeuvreprijs gekregen voor haar lange staat van dienst en haar passie voor het theater. De Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) kent haar de oeuvreprijs toe omdat ze ‘met haar eigenzinnige en krachtige podiumtalent’ tientallen generaties heeft geïnspireerd.

Na haar afstuderen aan de mimeopleiding in Amsterdam, speelde Heuer (1952) onder meer bij Theater Artemis, Toneelgroep De Appel en Toneelschuur Producties. Naast haar acteerwerk heeft ze jarenlang lesgegeven aan de toneelschool in Amsterdam. In 1991 kreeg ze de Albert van Dalsumprijs, de voorloper van de Amsterdamprijs voor de Kunst, voor de voorstelling Gebeurd in Turijn. Ook heeft ze tweemaal de Theo d’Or gewonnen: voor Hedda Gabler van Theatergroep Carrousel in 1998 en voor Am Ziel van Toneelschuur Producties in 2012.

In 2014 werd de zeldzame beenmergziekte MDS bij haar gediagnosticeerd, waardoor ze een aantal jaar niet heeft kunnen spelen. In 2018 zei ze in een interview met Theaterkrant Magazine dat ze door haar ziekte anders over theater is gaan denken: ‘Theater, en sowieso kunst in het algemeen, is een manier van overleven, daar ben ik me nog bewuster van geworden. Zelfs als je mislukt in je werk, dan nog.’

De laatste jaren staat ze weer regelmatig op het toneel, in voorstellingen van onder meer Paul Knieriem, Abke Haring en Davy Pieters. Vorig seizoen was ze te zien in De eindtijd revue van Urland.

De VSCD Oeuvrepijs wordt sinds 1988 onregelmatig uitgereikt aan een persoon die volgens de branchevereniging van onschatbare waarde is voor het Nederlandse theater. Recente winnaars waren Tineke Schouten (2022), Waardenberg en De Jong (2021) en Ivo van Hove (2019).

Foto Kras van Toneelschuur Producties: Sanne Peper