Op 26 januari organiseerde belangenvereniging Kunsten ’92 het debat ‘De nieuwe generatie over het cultuurbeleid van morgen’, waarin zeven panelleden jonger dan veertig jaar met elkaar in gesprek gingen. Debatleider Ann Demeester had hen van tevoren gevraagd op de volgende drie vragen te reflecteren:

  • Hoe werkt een nieuwe generatie Nederlandse makers en kunstenaars, producenten en bemiddelaars in deze snel veranderende wereld?
  • Wat betekenen de ‘nieuwe omstandigheden’ voor de cultuursector?
  • Op welke manier voelt deze generatie zich betrokken bij cultuurbeleid op landelijk, provinciaal, stedelijk niveau?

De panelleden waren Anne Breure (Veem Huis voor Performance), Naomi Velissariou (theatermaker), Nathalie Hartjes (Showroom MAMA), Lennard Dost (Nieuwe Vide), Floris Kruidenberg (1646 Den Haag), Zippora Elders (FOAM), Yuri Veerman (Platform BK). Hun vooraf geformuleerde antwoorden op de vragen waren volgens Demeester licht pessimistisch. 

Jan Zoet, de kersverse voorzitter van Kunsten ’92, opende het debat met een statement waarin hij wees op uitbuiting in de huidige creatieve industrie, waar vooral jonge mensen de dupe van zijn. Het is in deze ‘nieuwe werkelijkheid’ van belang de tijdelijkheid van het huidige bestel te herzien, zei hij.

Structuren ombuigen

Het viel Demeester in de vooraf geschreven antwoorden op dat meerdere panelleden zich óf naar de bestaande kaders voegen óf zich daar helemaal buiten houden, maar dat niemand probeert de kaders zelf te veranderen. Waarom niet? ‘Er is geduld nodig om structuren om te buigen’, reageerde Anne Breure. ‘Dat merk ik bij Het Veem, maar dat geldt voor de hele cultuursector.’ Bovendien is het voor de jonge generatie moeilijk om die vernieuwing te brengen, zei Zippora Elders, omdat zij vooral bezig zijn met overleven. Dat beaamde Yuri Veerman: ‘Ik zie mooie nieuwe initiatieven ontstaan, maar ik zie ook vooral dat er minder geld en een verschuiving naar controle is. Er sluipt een managementtaal het onderwijs in en er vindt een vernauwing plaats in de grotere structuren.’

De bal hoog houden

Ook Lennard Dost herkende zich hierin: ‘Ik vind dit een lastige tijd. Het beste wat ik kan doen is zorgen voor honoraria, voor verloning. Ik probeer te schuiven in de organisatie om de honoraria voor kunstenaars te verhogen, maar dit gaat ten koste van iets anders, van het marketingbudget bijvoorbeeld. Het blijft de bal hoog houden.’

Floris Kruidenberg: ‘We proberen iedereen bij 1646 te betalen, alleen is het te weinig. Ik vind dat je daar iets tegenover moet stellen, bijvoorbeeld door hen invloed op het programma te geven. Participatie als beloning. Alleen doen we dat tot nu toe nog niet.’

Lobbyen

Ann Demeester constateerde een gevoel van machteloosheid en vroeg zich af hoe we meer betrokkenheid bij een jonge generatie kunnen creëren. De aandacht voor het lobbyen onder de jongere generatie neemt af, zag Marianne Versteegh van Kunsten ’92. ‘Er is weinig beweegruimte bij de politiek, dus wij moeten blijven morrelen aan de poorten van de politiek om ons belang duidelijk te maken.’

Naomi Velissariou benadrukte dat zij wel degelijk heeft gelobbyd, onder andere door mee te werken aan een brief over talentontwikkeling aan minister Bussemaker. Ook voerde ze een gesprek met Vera Bergkamp (D66), waarin ze haar probeerde uit te leggen waarom ze niet in de BIS zou willen en hoe onmogelijk het is om in Nederland als jonge maker een ‘vaste plek’ in het veld te krijgen buiten de BIS. Dit leidde ertoe dat Bergkamp pleitte voor een jonge kunstenaar of denker in de Raad voor Cultuur.

Velissariou: ‘Ik heb het gevoel dat iedereen binnen de BIS aan het rennen is om een vaste, veilige plek bij een instituut te krijgen. Het hele veld verschuift vanwege de naderende nieuwe beleidsperiode. Ik weet niet of we betrokkenheid bij cultuurbeleid moeten wensen van jonge makers. Wij zijn al driekwart van onze tijd bezig met andere zaken dan kunst maken. En wat je niet moet vergeten: wij kennen de periode van voor de bezuinigingen niet. We beginnen hier, op nul, met het zoeken naar alternatieven.’

‘Bovendien kent onze generatie geen goede protestcultuur’, vond Yuri Veerman. ‘Als je echt iets wilt veranderen heb je een hele lange adem nodig.’

Nieuwe mechanismen

Ann Demeester riep het panel op om ter plekke andere technieken te verzinnen, nieuwe mechanismen om het draagvlak en de positie van kunst te versterken. Anne Breure stelde voor om de bestaande structuren te transformeren, waarbij ze verwees naar de G500 van Sywert van Lienden: ‘Stel nou dat we met heel veel instellingen lid worden van alle politieke partijen. Dan kunnen we op al die congressen spreektijd eisen en het debat terugclaimen.’ Oud-voorzitter van Kunsten ’92 Ad ’s-Gravensande viel haar bij: ‘Laten we een fonds creëren waarmee we de lidmaatschappen voor politieke partijen betalen voor mensen onder de veertig!’

Yuri Veerman raadde aan om altijd kritisch te blijven kijken naar de structuur waarin je je bevindt. ‘Blijf onderhandelen. Op die manier kun je altijd een beetje verzet geven. Blijf bij onderbetaling zeggen dat het niet normaal is wat deze organisatie doet.’ Zippora Elders kwam met een radicaler voorstel: ‘Wat zou er gebeuren als we hackers drie maanden de grote kunsthuizen en -podia laten hacken, zodat die gesloten zijn? Wie staan er dan op? Zou het publiek dan laten blijken dat het behoefte heeft aan kunst?’

Publiek

Uit het publiek sloot Roy Cremers, oprichter van voordekunst.nl, zich bij haar aan. Hij pleitte voor tweaken: mensen van buiten de cultuursector laten reageren op hoe wij functioneren en hoe we dit beter zouden kunnen doen. Hij krijgt bij Voordekunst ook aanbiedingen van mensen die hun netwerk of kennis willen inzetten, in plaats van geld te doneren. De sector zou daar volgens hem meer gebruik van kunnen maken.

Andrea van Wingerden, zakelijk leider van Festival Cement, benadrukte het belang om te blijven investeren in talentontwikkeling van zakelijk leiders. Die neigen we te vergeten. ‘Maak ruimte om die jonge mensen te laten dromen. Maak verbinding. Zij zijn de cultuurmanagers van de toekomst.’

Pieter Heiliegers, programmavoorzitter cultuur van de VVD, vond dat de cultuursector brutaler moet zijn. ‘De kunstensector kan de leefbaarheid in nieuwbouwwijken versterken en meer in deze richting duwen. Toon lef. Laat van je horen.’

Grote instellingen

Het debat sloot af met een reactie van Anne Houwing, zakelijk leider van Theater Oostblok, die het debat erg negatief vond terwijl zij onder de jonge generatie juist heel veel energie en positiviteit ziet. Ook wees ze op de verantwoordelijkheid van de grote instellingen: ‘Politieke lobby is belangrijk, maar ook de grote instellingen moeten veel meer ruimte voor jong talent creëren. Zij blijven veel te veel in oude structuren denken.’

Els van der Plas, algemeen directeur van Nationale Opera & Ballet, voelde zich genoodzaakt te reageren: ‘Grote instellingen hebben juist heel veel behoefte aan de jonge generatie. Ook grote instituten hebben weinig invloed op de politiek. Ik pleit voor de infiltratie of hacking van de jonge generatie, ook als die ruimte niet geboden wordt. Wij hebben jullie nodig.’

Dit debat vormt onderdeel van een aantal discussiebijeenkomsten door het hele land, waarmee Kunsten ‘92 aandacht wil besteden aan de cultuurnota 2017-2020 en de Cultuuragenda voor de toekomst. Het doel van de bijeenkomsten is om deze agenda en de daarbij horende lobbystrategie scherp te stellen. Zie voor de andere data de website van Kunsten ’92.