Vanochtend maakte het radioprogramma de Taalstaat de zes nominaties bekend voor de Annie M.G. Schmidtprijs 2021. 27 maart wordt de winnaar bekendgemaakt in Theater Bellevue, tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival. De jaarlijkse prijs voor het beste theaterlied wordt dit jaar voor de dertigste keer uitgereikt. (meer…)
De jury van de Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste lied van theaterseizoen 2022-2023 heeft dit keer uit de 136 inzendingen vooral persoonlijke, verhalende liedjes genomineerd. Of liederen, zoals we van Bram Vermeulen en Maarten van Roozendaal dienen te zeggen. Dat is in deze ronde zeker een juiste aanduiding, want met de bijdragen van met name Alex Klaasen, Peter van Rooijen en Yentl en de Boer hebben we mini-musicals cadeau gekregen.
Een creatieve regisseur kan de teksten zelfs als basis voor een filmscript gebruiken en er hoeft ook geen extra componist worden ingehuurd, want de muziek bij de zes genomineerde nummers is van hoge kwaliteit. Of, zoals de jury onder leiding van Jurrian van Dongen stelt: ‘Vergeet het coupletje-refreintje en de drie pianoakkoorden, dit zijn soundscapes en showstoppers. De kleinkunstmuziek is de dienstbaarheid voorbij.’ Verder constateert de jury, die de selectie brutaal, onaangepast en ambitieus noemt, dat de gemiddelde aandachtsboog elk jaar korter wordt, maar dat de liedjes langer worden.
Ja, de gemiddelde lengte van de nummers uit de selectie is zes minuten, dus die zullen we niet veel op de radio horen, en ze zullen ook niet als intermezzo worden ingezet voor de talkshows op tv om de presentator de gelegenheid te geven even door zijn aantekeningen te laten bladeren. Dit zijn zes ware theaterliederen.
De uitreiking van de prijs voor de tekstschrijver, componist en uitvoerder van het winnende lied vindt plaats op zondag 21 april in De Kleine Komedie in Amsterdam. De prijs bestaat uit een bronzen borstbeeld gemaakt door Frank Rosen en een geldbedrag van 3500 euro.
152 W 96TH STREET – ALEX KLAASEN
Tekst: Alex Klaasen
Muziek: Peter van de Witte
Uitvoering: Alex Klaasen
Het hele angstpakket waar Alex Klaasen al zijn hele leven last van heeft draaide door zijn hoofd tijdens een verblijf in New York. Hij wilde twee maanden in een prachtig appartement op 152 West 96th Street blijven om een musical te schrijven. Maar wat hij ook deed, waar hij ook was, overal bekroop hem de angst en paniek. Uiteindelijk werden het maar tien dagen, waarin hij nauwelijks sliep in the city that never sleeps. Eenmaal thuis schreef hij 152 West 96th Street over zijn beangstigende New Yorkse verblijf. In vrijwel alle liedjes van No Ponies, die Klaasen een angstrevue noemde, laat hij zich diep in de ziel kijken. In het New York lied beschrijft hij beklemmend mooi wat hem daar is overkomen op straat, in Central Park, in de metro en in zijn bed. Niet alleen de tekst grijpt je naar de strot, maar regisseur Peter van de Witte heeft bij al die losse, mooi aan elkaar geplakte scènes muziek gecomponeerd waar Stephen Sondheim zijn stempel van goedkeuring op zou hebben geplaatst als hij nog in leven zou zijn.
Ik heb nog zo’n 27 keer een paniekaanval gehad
Midden op Times Square lopen happen naar adem
tot een man in een Elmo-pak aan me vroeg: ‘Are you alright?’
In het 9/11 Memorial gekotst van de stress
Over een kinderwagen heen
In het Guggenheim museum ineens gênant hard moeten huilen
en dan maar zeggen dat dat door dat ongelooflijk mooie schilderij kwam
Of flauwvallen bij het Vrijheidsbeeld
en dan wakker worden met een broek vol diarree
Ja, was echt lachen.
DE STERILISATIE VAN PETER VAN ROOIJEN
Tekst en muziek: Peter van Rooijen
Uitvoering: Peter van Rooijen en band – Yordi Petit, Jan Teertstra, Anne Punt en Bram van de Brekel
In zijn programma Liefde, dood & taart (de laatste uit zijn Liefde-dood-trilogie) staat Peter van Rooijen stil bij het feit dat hij veertig jaar is geworden. Deze midlife-mijlpaal brengt hem terug naar belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven, zoals zijn sterilisatie. Het hilarische nummer, waarin de zanger in de derde persoon over zichzelf zingt, wordt gebracht alsof Van Rooijen samen met zijn band op de kermis staat om het volk eens flink te laten lachen om zijn getob en getwijfel over het doorknippen van de draad. Daarbij zet ‘het koor’ het ‘slachtoffer’ met hatelijke herhaalzinnen flink voor schut en dat komt door de vrolijk sarrende muziek extra hard aan. De zelfspot of bijna zelfkastijding druipt er in dit opgewekte horrorlied zonder happy end met flinke klodders vanaf. In elk couplet krijgt het lied weer een nieuwe wending. Vooral als de patiënt voor de ingreep op internet gaat kijken.
PETER VAN ROOIJEN
Eén arts, die de bijnaam had “De Zakkenroller”
die rolde de zakken volledig tot pulp
Eén man kreeg een bloeding, z’n zak werd steeds voller
Die moest skippyballend naar de Eerste Hulp
Van dit alles werd Peter echt helemaal schizo
Hij riep: “Ik doe mooi niet meer mee aan die kul!
Straks krijg ik een dokter die droomt van chorizo
en al dromend gaat snijden: dan ben ik de lul!”BAND
Ja, straks krijgt ‘ie een dokter die droomt van chorizo
en al dromend gaat snijden: dan is ‘ie de lul
Lul. Lul. Ja, dan is Peter de lul
Peter is een lul
HET JUISTE PAD
Tekst, muziek en uitvoering: Yentl Schieman en Christine de Boer
Speciaal voor Theater Na de Dam schreven Yentl Schieman en Christine de Boer een lied, geïnspireerd op het verhaal van de oma van Christine’s moeder. De boerderij waar zij als weduwe woonde werd door de Duitsers in bezit genomen, terwijl zij voor de soldaten moest koken. Het zijn jonge soldaten die vrolijk met de dochter des huizes paardje spelen. De soldaten voelen zich vrij en veilig bij de vrouw en vertellen soms dingen die zij kan doorspelen naar het verzet. Dat loopt in eerste instantie fout af, maar door een levensgevaarlijke vluchtpoging kon het verhaal aan meerdere generaties worden doorverteld en kwam het uiteindelijk bij Christine de Boer terecht. De meesterlijke tekst gaat in op de vraag hoe je moet handelen als het er werkelijk op aan komt, als je met gevaar voor eigen leven een morele keuze moet maken. De sobere muziek, die als een angstig kloppend hart klinkt en de bijna fluisterende zang duwen de luisteraar dwingend naar dit dilemma.
De melkman fluistert in haar oor:
Vertel ons wat je hoort, speel het doorHaar meisjes haartjes in de zon
Haar hart stond stil
Wist niet of ze het konAls je nu vergeet
dat je weet, hoe het afloopt
Hoe alles is gegaande winnaars en verliezen
Zou je het kiezen?
Het juiste pad
HOE IK HET MIJN MOEDER TOCH VERTEL
Tekst: Ilja Leonard Pfeijffer en Ellen ten Damme
Muziek: Ellen ten Damme
Uitvoering: Ellen ten Damme en band
In 2022 werd bij Ellen ten Damme voor de derde keer borstkanker vastgesteld. Het liep ook deze keer weer goed af, maar de paniek van driemaal scheepsrecht brak natuurlijk wel uit. Weer het ziekenhuis en alle bijhorende ellende, maar ook de vraag hoe haar omgeving op die nieuwe dreun zou reageren. Als kind speelt op meerdere momenten in het leven de vraag ‘hoe vertel ik het mijn ouders?’ En dat speelde bij Ten Damme nu ook, want ook zij weet dat er voor een ouder vrijwel niets gruwelijkers te bedenken is dan de dood van je eigen kind. Deze dubbele angst van dochter en moeder komt vlekkeloos naar voren in de tekst die Ellen ten Damme met Ilja Pfeiffer heeft geschreven. Het hele ziekte- en genezingsproces wordt glasheder beschreven tot aan de halluciaties toe als gevolg van de morfine. De melancholiek tussen leven en dood zwevende muziek verandert in het laatste couplet in iets ongeremd feestelijks. Het is weer goed gegaan.
Dus operatie, hospitaal,
morfine, eenhoorns als ballonnen.
Ik zie het NOS journaal:
de roze walvis heeft gewonnen!
En laat zich tot gezant benoemen.
Ik zie muren opdoemen.
Bezoek komt met bloemen,
maar bloemen, die mogen niet.
Ik lig in een soort grensgebied
en word gepompt, geprikt, gemeten.
Weer eten, dan slapen, weer eten, banden verwisselen, olie checken.
De grootste vraag die ik me hierbij stel,
elk nieuws is altijd slecht, dus ik bedacht
dat nieuws misschien, verbetert als ik wacht, als ik wacht.
Want hoe… Hoe.
Hoe ik ‘t mijn moeder toch vertel.
TATA
Tekst en muziek: Kiki Schippers
Uitvoering: Kiki Schippers en band
Het protestlied is een verdwijnend genre in de liedkunst. Bij stakingen of demonstraties wordt nog wel eens leutig-kwaad gerijmd op een bekende melodie, maar het fraai geformuleerde aanklachtlied tegen maatschappelijk onrecht horen we nog maar zelden. Goed dat Kiki Schippers er dus is, die de afgelopen jaren een naam heeft opgebouwd met liedjes die fel de actualiteit bij de kladden grijpen. Met Tata heeft Schippers inmiddels haar vijfde nominatie voor de Annie M.G. Schmidtprijs te pakken, waarvan zij er in 2017 een verzilverde met het nummer Er spoelen mensen aan. In Tata spoelen er geen mensen aan, maar krijgen mensen kanker van de vervuilende staalfabriek Tata in IJmuiden. Het nummer beukt en rockt in de hoop dat de overheid eindelijk eens hard tegen de vervuiler optreedt en gezondheid boven geld laat prevaleren. Maar niet alleen Tata wordt aan de schandpaal genageld, het lied klaagt iedereen aan die de vernietigers van de aardbol maar hun gang laten gaan. Ze zong het nummer in haar theaterconcert Kiki Schippers met band, maar ook op bijeenkomsten voor Greenpeace en Milieudefensie.
Er waait een vreemde wind
van de Noordzee over land
En dat ziet zelfs een kind
het vervuilt ook elke krant
En zelfs op elke radio zit wel ergens ruis
Het sijpelt via grondwater binnen bij ons thuis
Het is een groot en onvermoed maar gitzwart vuil geweten
het brandt op onze tong
en het druipt uit al ons eten
Het is een stof waarvan ik stik
het onteigent al mijn zijn
cynisme is een eeuwig doods refrein
Hoe kan een mens zonder vertrouwen
Hoe kan hij aan een wereld bouwen
Met blote handen om zichzelf heen gevouwen
TWEE DUIVEN
Tekst: Peer Wittenbols
Muziek: Stanislav Mitrovic
Uitvoering: Joost Spijkers
Uit de vorige programma’s van Ashton Brother Joost Spijkers weten we dat hij een eersteklas liedjessmid is. In 2022 won hij de Annie M.G. Schmidtprijs voor Welkom Thuis, en ook in Spijkerpaleis is de liefhebber weer flink aan zijn trekken gekomen, mede door de tekstbijdragen van Peer Wittenbols. Hij schreef dit keer als een dichtende Simon Carmiggelt of Sylvia Witteman over twee duiven die ondanks fysieke gebreken (‘Zij heeft kale plekken, hij mist een poot’) druk in de weer zijn op het treinperron. Maar meer nog dan een beschrijving van het spel van de duiven toont Spijkers in dit lied een groepsportret van zeven reizigers, die allemaal hun eigen gedachten hebben bij dit vogelspel. Het zijn allemaal korte zinnetjes die scherp een personage neerzetten, inclusief uiterlijk, afkomst en innerlijke gedachten. Heel knap om op die afstand zo dichtbij te komen. Saxofonist/toetsenist Stanislav Mitrović, die in Spijkerpaleis de boel Slavisch flink in de fik kan steken, heeft bij de tekst van Wittenbols een huppelende country melodie geschreven, zodat je de duiven echt ziet ‘baltsen, zwaaien, dansen, draaien’. En als de passagier de sprinter van zeven uur acht binnen stappen, zullen deze zeven vreemden nooit meer met z’n zevenen zijn.
De bleke soldaat, volledig bepakt
Balt zijn vuisten diep in de zak
Hij staart naar de duiven en denkt: Mmmmh… Mmmmh… Mmmmh…
Het meisje met de hoofddoek en de moeilijke huid
Kruipt weg in haar kraag en kijkt recht voor zich uit
Ze denkt aan de duiven en droomt:
Mmmmh… Mmmmh… Mmmmh…
En nog een jongen, koud en verloren
Ver van waar hij ooit is geboren
Propvolle koffer, lege statiegeldfles
Een nat papiertje met, wie weet, een adres
Hij spiedt naar de duiven en denkt:
Mmmmh… Mmmmh… Mmmmh
Foto Liefde, dood & taart: Jaap Reedijk