De Nederlandse Dansdagen kiest dit jaar voor een veelstemmige Staat van de Nederlandse Dans. 7 eerdere sprekers benoemen ieder brandende kwesties uit het veld. Hun visies staan al voor de start van het festival online, zodat ze daar vanaf de opening op 29 september besproken kunnen worden.

Afgelopen zeven jaar werd de Staat van de Nederlandse Dans telkens uitgesproken door een andere toonaangevende stem binnen de Nederlandse Danswereld. Dat waren achtereenvolgens: Annette Embrechts (2016), Kristin de Groot (2017), Ann Van den Broek (2018), Jasper van Luijk (2019), Lisa Reinheimer (2020), Conny Janssen (2021) en Alida Dors (2022).

Dit jaar presenteren ze samen een ‘cadavre exquis’ met los van elkaar staande bijdragen, al blijken daar opvallend veel overeenkomsten in te staan. De prominenten roepen allemaal op tot meer (‘radicale’) samenwerking en solidariteit in de sector. Ook terugkerend is de vraag voor meer ruimte en tijd voor het maakproces, het onderzoek en experiment. De focus ligt volgens meerdere sprekers nog te veel op het produceren, het eindproduct. ‘Laten we vertragen’, zegt Kristin de Groot.

Recensent Annette Embrechts verwijst als enige naar het dansrapport Schaduwdansen dat afgelopen mei verscheen en vraagt om meer aandacht voor veiligheid. ‘De danssector moet er serieus iets mee. De conclusies stilzwijgen zal niemand beschermen.’

Alida Dors sluit de gezamenlijke staat indringend af met slechts vragen.

Heeft u de intentie om bij te dragen aan de verrijking van onze sector? De wij in wording? Wat heeft u daar in het afgelopen seizoen van waar kunnen maken?
Heeft u daarbij hulp gevraagd? Gekregen? Van wie?
Tevreden met het resultaat?
Was dit een eenmalig activiteit, of is het onderdeel van uw visie geworden?
Zijn er lessons learned?
Met wie gaat u die delen?

De Staat van de Nederlandse Dans 2023 kun je hier teruglezen.