De Raad voor Cultuur adviseert Theater Utrecht niet op te nemen in de basisinfrastructuur 2017-2020. Theater Utrecht komt niet in aanmerking voor subsidie omdat het gezelschap gemiddeld over de jaren 2013, 2014 en 2015 de eigen inkomstennorm van 23,5 procent niet heeft gehaald. De raad oordeelt positief over de nieuwe koers en de bevlogenheid die […]
Utrecht moet jaarlijks een half miljoen extra reserveren voor de producerende festivals en theater- en dansgezelschappen in de stad. Dat schrijft de Utrechtse commissie Cultuurnota 2017–2020 in haar advies over de subsidieaanvragen voor de komende cultuurnotaperiode. ‘Utrecht wil een stad van makers zijn, een stad met een bloeiend productieklimaat waar ook ruimte is voor vernieuwing. Maar de huidige middelen zijn ruim onvoldoende om nieuwe initiatieven te ondersteunen’, schrijft de commissie.
De werkgroep theater en dans zag veel ‘uitstekend uitgewerkte plannen van goed presterende makers, festivals en podia in de stad die zowel artistiek als qua publieksstrategie complementair aan elkaar zijn’. Het beschikbare budget (11,2 euro voor alle disciplines) is volgens de commissie echter ontoereikend om alle subsidieaanvragen met het advies ‘subsidiabel’ te honoreren. Daarom heeft ze in deze aanvragen een prioritering aangebracht. Op basis daarvan vallen mimegezelschap Schweigman&, broedplaats Metaal Kathedraal en New Dutch Connection van theatermaker Bright Omansa Richards ondanks positief advies alsnog buiten de boot.
Theater Utrecht
Vanwege krapte van het budget ziet de commissie ook geen ruimte voor de aangevraagde subsidieverhoging van Theater Utrecht. Het stadsgezelschap vroeg 595.000 euro per jaar aan, maar krijgt wat de commissie betreft een ton minder. ‘We willen het gezelschap de kans geven zich te bewijzen en te versterken, op basis van het huidige subsidiebedrag’, schrijft de commissie. Ze oordeelt overwegend positief over het stadsgezelschap ‘dat relatief weinig stabiliteit heeft gekend’: ‘De moeilijke omstandigheden van Theater Utrecht zijn in overleg tussen drie overheden opgelost en de kwaliteit van de aanvraag is zowel zakelijk als artistiek gezien dermate stevig dat de commissie daarin vertrouwen heeft.’
Bij het opstellen van het adviesrapport had de commissie nog geen inzage in het advies van de Raad voor Cultuur, die op 19 mei Theater Utrecht een negatief advies gaf voor opname in de basisinfrastructuur 2017-2020, omdat het gezelschap de eigen inkomstennorm van 23,5 procent niet had gehaald. De raad oordeelde positief over de nieuwe koers en de bevlogenheid die Theater Utrecht de afgelopen jaren heeft laten zien, maar mag vooralsnog wettelijk geen subsidie toekennen.
Coöperatieve Theatertalent Utrecht
De aanvraag van Coöperatieve Theatertalent Utrecht werd niet subsidiabel geacht. De coöperatie van Het Huis Utrecht, DOX, SPRING, Tweetakt, Theater Utrecht en Het Filiaal theatermakers wil samen de verantwoordelijkheid dragen voor een duurzame ondersteuning van jong talent, waarbij niet de instellingen, maar de kunstenaar zelf centraal wordt gesteld. In de optiek van de commissie is de stad voldoende rijk aan initiatieven die als springplank voor jonge makers kunnen fungeren. Waar het gaat om vervolgstappen van mid-career makers ziet de commissie een taak weggelegd voor de grotere gezelschappen. Ook Stichting Ism&Heit (van theatermaker Julian Hetzel) en Theater EA krijgen van de commissie een negatief advies.
Positief advies
De commissie geeft een positief advies voor structurele gemeentesubsidie aan de gezelschappen De Dansers, Het Filiaal theatermakers, Het NUT, Operamakers, Stichting Room with a view/Dries Verhoeven, Het Rosa Ensemble, Stut Theater, Theatergroep Aluin en DOX. Ook de festivals SPRING Performing Arts Festival, Tweetakt en Café Theater Festival kregen een positief advies, net als de theaters Stadsschouwburg Utrecht, Theater Kikker, Podium Hoge Woerd, Het Werftheater en Het Huis Utrecht.
In september presenteert het Utrechtse college van burgemeester en wethouders een voorstel voor de subsidieverdeling aan de gemeenteraad, gebaseerd op het advies van de commissie en de matching met adviezen van andere fondsen. In november 2016 volgt de definitieve vaststelling van de subsidieverdeling.