Universitair docent Theaterwetenschap Wil Hildebrand is vorige week overleden. Hildebrand werkte 37 jaar lang aan de Universiteit Utrecht, waar hij herinnerd zal worden als zeer betrokken docent en bestuurder.

Hildebrand studeerde zelf ook aan de Universiteit Utrecht en bleef er na zijn afstuderen in 1973 verbonden als docent. In 1999 promoveerde hij met het proefschrift Theorie van de theatrale interactie. Daarin legde hij de focus op de communicatieve handelingsaspecten van theater en keek hij vooral naar de wijze waarop het publiek werd aangesproken. Hij deelde theater daarbij op in drie categorieën: auteurs-, regisseurstheater en acteurstheater, elk van deze verder onderscheiden in een dramatische, epische en lyrische variant. In het acteurstheater staat het spel van de acteur, diens creatieve kracht met een eigen artistieke verantwoordelijkheid centraal.

Met zijn nieuwe typologie leverde Hildebrand kritiek op de in die tijd gangbare dramatheoretische, semiotische en sociologische benaderingen van theater, waarin de functies en verantwoordelijkheden van de auteur, regisseur en acteur en hun onderlinge verhoudingen niet duidelijk onderscheiden waren.

Maar meer nog dan een onderzoeker, was Hildebrand een begenadigd docent. Hij gaf in Utrecht jarenlang drama- en theatertheorie, met veel aandacht voor de klassieke theorieën van Aristoteles, Corneille en Racine, Lessing en Schiller, Stanislavsky en Brecht, en theatersemiotiek. Opvallend waren zijn werkgroepen Dramaschrijfpraktijk, waarbij hij met studenten de archieven indook om niet gepubliceerde oorspronkelijke Nederlandse stukken te ontdekken.

Volgens collegadocent en vriend Chiel Kattenbelt had Hildebrand veel aandacht voor zijn studenten, die hij vaak nog jarenlang na hun afstuderen intensief bleef volgen. Tekenend was zijn afscheid bij de universiteit in 2011, waar veel studenten van verschillende generaties op af waren gekomen en wat zodoende één grote reünie werd.

Vaak zetelde Hildebrand ook in besturen van theatercollectieven die mede door oud-studenten werden gevormd, waaronder ’t Barre Land. Zijn bestuurswerk was volgens Kattenbelt van onschatbare waarde. In de universiteit was hij gedurende vele jaren lid van de faculteits- en de universiteitsraad. Ook onderhield hij met het oog op personeelsbelangen nauwe relaties met de vakbonden. In zijn bestuurswerk was hij volgens Kattenbelt steeds een ‘man van regels en principes’ en een ‘echte dossiervreter’. Zijn bureau op de universiteit, dat hij zijn hele leven ‘het instituut’ bleef noemen, stond altijd vol ordners, vol zorgvuldig gearchiveerde stukken.

Eén van die principes was democratische besluitvorming. Toen het hele hoger onderwijs herzien werd en centraler georganiseerd deed hem dat veel pijn. Hij heeft het uiterste gedaan om nog enige inspraak en medezeggenschap te realiseren. Hij had weinig met de competitieve omgeving die de universiteit daarna werd.

Hildebrand zetelde tevens meerdere jaren in de VSCD Theaterjury die in zijn tijd fuseerde met de jury van het Theaterfestival. Zijn persoonlijke voorkeur ging vooral uit naar teksttoneel. Hij was ‘een echte repertoireman’, met als absolute favoriet Tsjechov.

Zelf schreef hij, door zijn nauwe contacten met de Utrechtse filmmaker Jos Stelling, mee aan de filmscripts Rembrandt fecit 1669 (1977) en De pretenders(1981). In 1974 speelde hij Dede in Stellings film Mariken van Nieumeghen.

Na zijn pensioen in 2011 richtte Hildebrand zich vooral op zijn kookpassie en zijn kleinkinderen. In november 2017 werd ongeneeslijke kanker geconstateerd.

Foto: DigiDaan